Sterven als een polemist: Menno ter Braak 1930-1940(2001)–Léon Hanssen– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Deel III Realisme 1930-1936 I Zo gewoon zal mijn ongewoonheid zijn (1930-1933) Hoofdstuk 1 Eddy du Perron, of de moed der wanhoop Hoofdstuk 2 Aanpassing aan de maatschappij Hoofdstuk 3 Gerda Geissel, een vrouw uit het leven Hoofdstuk 4 Wat hij aanraakt wordt van steen Hoofdstuk 5 Forum, of de angst voor gemeenplaatsen Hoofdstuk 6 De verte van Europa Hoofdstuk 7 Een geliefde als kameraad: Ant Faber Hoofdstuk 8 De wereld is vierkant geworden II Het jaar Nietzsche - en het jaar Hitler (1933) Hoofdstuk 9 Vrijheid gaat boven zilver en goud Hoofdstuk 10 Journalist aan Het Vaderland Hoofdstuk 11 Politicus zonder partij III Corruptie: grond van alle dingen (1934-1936) Hoofdstuk 12 Waaraan men zijn vrienden herkent Hoofdstuk 13 De dood met vakantie Hoofdstuk 14 Ter Braak voor de toverlantaarn Hoofdstuk 15 De nuchterheid van dionysos Hoofdstuk 16 Het comité van waakzaamheid Hoofdstuk 17 Jekyll en Hyde Hoofdstuk 18 De ezelsoren van een polemist Deel IV Fatalisme 1937-1940 IV De poëtische tegenmelodie Hoofdstuk 19 Een christen zonder christendom Hoofdstuk 20 De overrompelende twintigjarigen Hoofdstuk 21 Het geheim van de leeuw en het schaap Hoofdstuk 22 Naar een nieuwe elite Hoofdstuk 23 Bezoek bij de tovenaar Hoofdstuk 24 Leren met je rug te denken V Afdalen naar de diepte Hoofdstuk 25 Een journalist zonder krant Hoofdstuk 26 Melencholia, of het magische kwadraat Hoofdstuk 27 Sterven als een polemist Hoofdstuk 28 Een pond saucijsjes Dankbetuiging Noten Bibliografie Menno ter Braak Overige literatuur Personenregister