Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 265]

382. Uitgeverij A.A.M. Stols (R.W. Haentjens Dekker) aan J. Greshoff, 19 mei 1936¹

Maastricht, 19 Mei 1936.

Zeer geachte Heer Greshoff,

Na ontvangst van Uw brief bestaat er geen enkel bezwaar meer tegen de uitgave van ‘De Wieken van de Molen’ in de Kaleidoscoop. Het boekje is bereids naar den zetter. Gaarne zien wij dan ook Uw inleiding zoo spoedig mogelijk tegemoet² en zouden tevens gaarne van U vernemen of het voorwoord dat Jan van Nijlen voor dit boekje schreef wederom in de nieuwe uitgave opgenomen dient te worden.

In Sanders's exemplaar bevindt zich nog het oorspronleijke[lees:oorspronkelijke] bijzonder aardige prospectus. Zoudt U er iets voor voelen om iets dergelijks voor de nieuwe uitgave van dit boekje samen te stellen?³³

Met vriendelijke groeten en de meeste hoogachting teekent

Uw d.w.

R.W. Haentjens Dekker

1 Geschreven op briefpapier van A.A.M. Stols' Uitgeversmaatschappij n.v. Directeuren: A.A.M. Stols & R.W. Haentjens Dekker. Groote Looiersstraat 28, Maastricht.

2 Aan de tweede druk van De wieken van den molen ging Greshoffs dialoog Over de veelzijdigheid (Bij wijze van Inleiding) vooraf. De dialoog is gedateerd: ‘Schaerbeek, 1936’.

3 Een prospectus van de eerste druk van De wieken van den molen is niet achterhaald. Stols' exemplaar van de eerste druk met het prospectus bevond zich niet in een van de vijf verkopingen van zijn bibliotheek. (Zie veilingcat. Internationaal Antiquariaat Menno Hertzberger (Amsterdam) 8-9 december 1936, 13-14 november 1962, 18-20 maart 1963, 21 juni 1966 en 13-14 december 1966.)
Voor de tweede druk van De wieken van den molen is geen afzonderlijk prospectus vervaardigd.

3 [Errata] De tekst prospectus die voor de in 1927 bij Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem verschenen eerste druk van De wieken van den molen verspreid is, luidt: ‘- Bij ons zal dezer dagen een boekje met samenspraken in proza, getiteld “De Wieken van den Molen”, verschijnen. - Van wien? - Van Greshoff. - Dat is een hinderlijke grappenmaker. - Pardon mijnheer, de heer Greshoff is een ernstig man. - Dat kan niet waar zijn, want van een rustig en zedig man begrijpt men wat hij te zeggen heeft en het is een knappe jongen die uit kan maken waar uw auteur precies naar toe wil. - Wie zegt u dat hij ergens naar toe wil? - Dat is het net, mijnheer! Men behóórt ergens naar toe te willen, om aanspraak te kunnen maken op de achting van zijn medekiezers. - Al is het naar Veenhuizen? - Ik misprijs uw scherts, ik ben een rechtschapen Vaderlander, en ik wil haring of kuit. - De heer Greshoff wil haring èn kuit. - Men moet weten te kiezen. - Kiezen is verliezen. - De kost gaat voor de baat uit; en een man met oprechte beginselen en een goed geweten vreest niet krachtig af te wijzen. - A priori? - Desnoods. - Kent gij het boekje van Greshoff? - Hoe zou ik het kennen; het is immers nog niet verschenen? - Welnu, dan bied ik het u hierbij te koop aan. Het is met zorg gezet uit de letter Lutetia en in twee kleuren gedrukt op Engelsch papier van Batchelor. - Hoe groot is de oplage? - Honderdsvijftig exemplaren, waarvan er honderdvijfentwintig in den handel komen. - Dan zal het wel weêr peperduur zijn. - Integendeel: het kost gecartonneerd negen gulden. - Stuur het mij dan maar thuis; you never can tell........ - Wel bekomen het u; en vul dan even deze kaart in.’