Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

380. A.A.M. Stols aan J. Greshoff, 18 mei 1936¹

[Maastricht] 18-5-36

Beste Jan,

Dank je zeer voor je brief van 13 Mei. Met de daarbij gevoegde brief van Binnendijk zal ik rekening houden. De colophon wordt herzien.

Met spanning wacht ik nu op het titelpagina-blokje van John.

Het verhaal van Arondeus is m.i. volkomen ongeschikt om ooit uitgegeven te wor-

1 Geschreven op briefpapier van A.A.M. Stols' Uitgeversmaatschappij n.v. Directeuren: A.A.M. Stols & R.W. Haentjens Dekker. Groote Looiersstraat 28, Maastricht.

[p. 264]

den. Ik heb het met een brief in dien geest aan Jany teruggezonden.²

De toegezonden bundel van den jongen Vlaming³ zal ik eens bekijken. Voor het najaar zitten we practisch alweer geheel vol.

Op van Rantwijk zal ik wachten voor van Hattum.⁴

Je bent dus met H.D. in correspondentie geweest over de Wieken. Dat zal dus ook in orde komen, denk ik wel.

Beversluis stel ik liever uit. Volgens van Oorschot is er met zijn werk niet veel meer te doen nu hij van s.d.a.p. naar c.p.h. is overgegaan.⁵

Ik hoop begin Juni eens een paar dagen bij jullie te logeeren als het je schikt en we hier door de drukte heen zijn.

Met hartelijke groeten v.h.t.h.

je

Sander

2 Stols' brief aan A. Roland Holst is niet bewaard gebleven. Holst had hem op 5 april geschreven: ‘Enkele dagen geleden schreef ik Coster, hem verzoekend, je het verhaal van Arondéus te sturen. Ik hoop, dat hij 't deed? Waarschijnlijk zie ik hem morgen in Amsterdam bij de inaugurele rede van Donkersloot. Heeft hij 't dan nog niet gestuurd, dan dring ik er nog wel eens stevig op aan.’ (Zie ook br.379 n.7.)
In het tijdschrift De Stem, dat onder redactie van Dirk Coster stond, is geen verhaal van Willem Arondéus verschenen.
Eind 1936 zond Arondéus een roman ter publikatie in Groot Nederland in. Vestdijk schreef op 6 oktober aan zijn mederedacteur Greshoff: ‘N.[ijhoff] gaf mij ook den roman van Arondeus [...]. Beter dan die novelle, maar erg uitgesponnen; eigenlijk te veel poespas (en in onverzwakten Jany-stijl) [...].’

3 Het verleden van Columbus van Maurice Gilliams.

4 Zie br.377 n.5 en br.379.

5 Zie br.371 n.5.