Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd310. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 16 mei 1934Ga naar eind1Brussel, 16 Mei, 1934.
Beste Sander, Hartelijk dank voor je brief. Je hebt, naar mij daaruit blijkt, veel genoten en vele belangrijke personages ontmoet. Ik verlang er naar om er wat naders over te hooren. Op het oogenblik is het mij onmogelijk om uit mijn werk te trekken. Ik schrijf nl. iedere dag een bladzijde of drie aan mijn romanGa naar eind2 waarvan nu ongeveer vijftien vel persklaar zijn. Ik zal mij wel wachten om deze goede dispositie te onderbreken als het niet absoluut onvermijdelijk is. Er zijn toch altijd al zulke onvruchtbare periodes dat het zonde zou zijn om de vruchtbare te bekorten. Wel is er een groote kans dat ik begin Juni je een bezoekje kom brengen. Nijkerk komt dan voor zaken naar Luik en Spa, zet mij dan af en ik kom een nachtje bij je logeeren. De drukproevenGa naar eind3 krijg je morgen alle terug. Denk er om dat de bladzijden lang niet allemaal even groot zijn, wanneer wij vijfmaal vier regels als norm aannemen dan zijn er vele te kort. Zou je zoo vriendelijk willen zijn om dit nauwkeurig voor mij na te kijken. Jij weet beter precies hoe het moet als ik en ik laat het gerust gaarne aan jou over. Het eenigste waar en Boucher en ik naar snakken is een geregelde en snelle afwerking, vergeet niet, Sander, dat de kopie reeds meer dan een jaar geleden naar de zetterij ging. Het wordt een eindelooze lijdensgeschiedenis. De datum van mijn komst kan ik nog niet zeggen, maar meld ik je bijtijds. Ik heb Hellens er reeds over gesproken, die zou er met Delgouffre over praten, maar hoorde verder niets meer. Ik zal hem alsnog opbellen. Hartelijke groeten aan Greet wie wij een heerlijke vacantie wenschen en een stevige hand van geheel je Jan |
|