Arions vingertuig
(1645)–Thomas Fonteyn– AuteursrechtvrijOpdeunende verscheide minne-klagjes, koozingen, boertigheên, en andre rijmpjes en gezangen
[pagina 10]
| |
Toon: Si tanto gratioza.
EY Goddelijkke Lamppen!
Onfeilbaar in ‘et lief en helderligten:
Hoe keuntge zo veel ramppen,
Neerstorten, op de keest van mijn gewrigten?
Dat gy my haat
Alst booste quaad
‘t Gun blijkt aan uwe streekken
Daar ik uw’ heede,
Als ooit, met stof en reede
Vlai en zmeke?
Vw’ ogen, twede leeven,
Die hebben my, ô kon ik ‘t leet verkroppen!
Een hart en kracht gegeven
| |
[pagina 11]
| |
Maar nu ontwoeld gy weer die voedbre droppen.
Ik blijf die ‘k ben
Dewijl ik ken
De Moordress van mijn harte,
‘Kwil quellend sneuvlen
Eer my de liefde heuvlen
Stranger tarten.
Ha Nimf! hoe plag voor deezen
V lodderligt mijn Zieltje te bescha’auwen,
Maar ‘t weezen blijft geen weezen
‘t Gun zoetheid gaf doet naderhand benauwen:
Eerst waardg’ opzegt
Nu afgeregt
Alleen om my te quellen.
O! viandinne
Gy mind, maer met een minne
Om te rellen,
Of te spotten. |
|