tijdelijke op aarde, de geestelijke in de ziel en de komst bij het laatste oordeel.
Werd dat volledig uitgevoerd?
Jawel, in 1909 te Rotterdam met 350 uitvoerders. Later nog te Arnhem (1927), Leeuwarden (1928), Leiden en Den Haag (1938).
Dat is allemaal Nederland. En in België?
In 1952 hier te Brugge, met het orkest van het N.I.R. onder de leiding van Léonce Gras en met medewerking van de koren Singhet ende weset vro van Kortrijk en de Cantores van Brugge. Het was een mooie uitvoering, mogelijk gemaakt door de provincie West-Vlaanderen.
46 jaar na zijn ontstaan! En de andere oratoria?
Maria op gedicht van Leo Goemans, van 1909. Het werd in België uitgevoerd, verschillende keren in Frankrijk, in Canada en laatst nog in het N.I.R., in 1951 door de Cantores van Brugge. Dan Agnus Dei van 1913, dat in enkele Belgische steden een uitvoering kreeg en eindelijk, in 1921, Christus Rex, dat hier te lande enkele keren werd uitgevoerd en ook te Québec in Canada voor het Eucharistisch Kongres in 1938.
Dat is een mooi palmares. U zei daarnet dat deze oratoria niet voor de kerk bestemd waren. U hebt toch ook heel wat kerkmuziek geschreven?
Ja, maar ik ben daar betrekkelijk laat mee begonnen, toen ik 48 jaar oud was.
Is daar een reden voor?
Jawel. Vóór die tijd bestond er in ons land geen enkel gemengd koor dat in staat was grote religieuze werken uit te voeren. In 1917 werd dan het Sint-Romboutskoor te