Tekst en melodie.
J. Bols, Honderd oude Vlaamsche ldr., 1897, nr. 54, bl. 131 (Van de twee Gezusters), gezongen te Genesius-Rode (Brabant). - Vgl. Blyau en Tasseel, Iepersch oud-lb., Gent 1902, 2de aflev., nr. 39, bl. 113: ‘Daar was een bakkersvrouwe’.
Volgens de legende gebeurde het feit te Leiden omstreeks het jaar 1316. Zie J.W. Wolf, Niederländische Sagen, nr. 363, bl. 436, waar als bronnen worden aangehaald: ‘Oude Divisie-Cronycke van Hollant, Delft, 1585, bl. 126, en Chronyck van Holland van den Klerk, bl. 205. Zie mede Pr. van Duyse, Het klaverblad, Brussel, 1848, bl. 75: ‘De twee zusters’ en bl. 266 aanteekening.
Het lied is insgelijks in Duitschland bekend; zie Erk u. Böhme, Deutscher Liederhort, I, nr. 209, bl. 619-623: ‘Es warn einmal zwei Schwestern’ (Die unbarmherzige Schwester). Het oudste Duitsche lied, waarin deze stof wordt behandeld, komt voor in: Hundert Christliche Hausgesänge, Nürnberg 1560, en plaatst het voorval in ‘Holland’.