Tekst.
Het prieel der gheest. melodie, Brugghe 1609, bl. 195, met opschrift: ‘Hoe dat die ruste des herten alleen in Jesu te vinden is. Op de wijse: O[ns] vader, Godt ghepresen, fol. 5’, onderteekend met kenspreuk: ‘Les pleurs suyvent les ris’. Op de aangeduide bl. 5 vindt men dit laatste lied, wederkeerig met wijsaanduiding: ‘Soo diep in die groen heyden’. In dezelfde verzameling, uitg. Antw. 1617, bl. 174, ontmoet men den tekst ‘Soo diep’, enz. met wijsaanduiding: ‘Ons vader, enz. oft Rijck moeder Godts, Marie’, zie dit laatste lied hierna. - Verder wordt de tekst: ‘Soo diep’, enz. nog gevonden in: Het paradiis der gheest. vreuchden, Antw. 1617, bl. 140, ‘op de wijse: ‘Het was een schip gheladen oft: Schoon lief, wilt my troost gheven’; zie hiervoren III, nr. 571, bl. 2242, aant. op: ‘Ick sie die morghensterre’, tekst C; - Het geest. paradiisken, Antw. 1619, I, bl. 21, met wijsaanduiding: ‘Ons vader’, enz.; - Theodotus, Het Paradys der geest. en kerck. lof-sanghen (1621), 1648, bl. 630, ‘op de wijse: Ons vader God ghepresen ofte: Ick stont op hooger bergen’ (zie dit laatste lied hiervoren, I, nr. 21, bl. 131); - ‘Soo diep’, enz. wordt aangehaald door Theodotus, bl. 719, voor: ‘Ghebenedijt, o Heere’; - Willems, Oude Vl. ldr., 1848, nr. 219, bl. 467, naar Het prieel, Antw. 1620.