Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd4091. Aan F.E.A. Batten: Bergen, 17 april 1940Beste Freddy, Bliksemsnel bericht, want ik kom spoedig in Den Haag, misschien Zaterdagavond of Zondag; ik zie je dus gauw. Dank je moeder voor de moeite van de kisten. Ik kom zelf inpakken, maar wil dan wel graag geholpen worden. Sâm-sâm. Geen Meyer deel I voor mij! Deel II trouwens ook niet.Ga naar voetnoot1. Heb je gezien dat Willem v. Hogend. (Vrije Bladen) uit is? Daarvan heb ik helaas geen ex. voor je. Ze zijn karig en mijn kleine voorraad is habis.Ga naar voetnoot2. Vond je Sjeu over BreitnerGa naar voetnoot3. zoo vervelend? Ik heb juist den tekst met plezier gelezen. En hij schreef het, terwijl ik mijn portretten v. Mul maar ‘gearrangeerd’ heb, met veel overgeschrijf. Inderdaad mooie beurt, je professor te betrappen op zulk een omissie. Ik las de inleiding - half.Ga naar voetnoot4. Als ik me niet vergis wordt Gorter er wel copieus in schoongewreven aan Verwey. Maar 't gaat allemaal | |
[pagina 579]
| |
nog bewezen worden, zie ik. De uitgave is heerlijk, en dank zij juffr. Clinge D. in Gorter's en niet in Marchant's spelling. Jeugdportret alleraardigst. Tot gauw ziens! je E. Dank voor HenkenshageGa naar voetnoot5. en Bousquet.
17 April '40 ('s avonds). |
|