Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940
(1984)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd4064. Aan F.E.A. Batten: Bergen, 2 april 1940Bergen, Nesdijk 19.
Beste Freddy, Wil je aan J. de Kadt, Verspronckweg 21, Haarlem zenden: 1 ex. Voorbereiding en 1 ex. Bij Gebrek a. E.? Dank. Wij hadden - wij = Stuiveling en ik - gisteren uitvoerige besprekingen over de definitieve Multatuli-uitgave bij Contact. Die menschen waren zeer geschikt en vol goeden wil, maar ze moeten eerst probeeren een prospectus te zenden aan inteekenaren. Als ze er 300 à 500 krijgen, kan de zaak beginnen. Dan wordt het een geheel complete, goed gedrukte uitgave, met 12 platen per deel, in 12 deelen; het geheel binnen 5 jaar te voltooien. Prijs als het kàn ± f5. per deel (dus ± f60.). Ken jij menschen die er zich voor zouden interesseeren? Zoodra dat prosp. klaar is, zend ik een pak aan C. de Hart en een pak aan Julius Pée en een pak aan Guido Douwes Dekker voor Indië. Wat duivel, 300 inteekenaren voor ‘Mul’ moèten er toch zijn! Verder hoorden we Menno spreken voor de Joden.Ga naar voetnoot1. Een nog- | |
[pagina 551]
| |
al leelijk-uitziend maar sympathiek menschensoort in de zaal, en - gek, hè? - niet erg hollandsch. Ik zond je gister wat kranten. Het gaat hier rustigjes, goddank. Hartelijke groeten van je E.
Groet ook Rudie en vraag hoe het met LineGa naar voetnoot2. gaat. Groeten, van Bep en Alijn ook, aan je moeder. Gomperts en Van LeeuwenGa naar voetnoot3. waren een dag hier. Wel aardig, maar ik word oud en de voortdurende discuteerlust van G. vermoeit me tenslotte een beetje. Ik moet met hem op een voet zien te komen waarop praten met elkaar niet noodwendig een debat hoeft te worden. Je kunt niet menschelijk omgaan met een debater. Maar het was toch heel aardig en hij heeft voor Alijntje een mooi prentenboekGa naar voetnoot4. meegebracht, een beetje à la jij. |
|