Brieven. Deel 8. 3 december 1938-9 mei 1940

4051. Briefkaart aan R. van Eyck: Bergen, 22 maart 1940

Bergen, 22 Mrt '40.

Beste Robert,^1.

Het beste is dat je zelf Stols opbelt en hem vraagt wat hij van die gedichten denkt en of je die eens bij hem zult terughalen of zoo. Zijn telefoon is: 18.19.64 en na 6 uur 's avonds is hij meestal thuis. Ik geloof dat het beter is dat ik hem niet schrijf, omdat hij nu juist een aanbevelende brief van Jany kreeg, en omdat ‘le trop nuit’, zooals je weet. (Ik zou hem geschreven hebben, als Jany hem wel de gedichten gestuurd maar niets erbij geschreven had.) Je maakt verreweg de beste kans als je hem nu zelf aanvat; het is nu het moeilijkst voor hem om te weigeren tegenover jou. Dus: bel hem op en spreek hem lief, en als het kan ingénu, toe, en ik verwacht heel veel van het resultaat.

Hartelijk gegroet, ook door mijn vrouw Bep, en een hand van je

EduP.

Kom je ons niet eens hier opzoeken, later?

1. Robert van Eyck (geb. 1916) leerde via zijn vader DP kennen. Bij Stols zou behalve Endless interval (zie 4022 n 2) ook Perpetual treason (1944) verschijnen.