Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3184. Aan J. Greshoff: Blitar, 9 mei 1937Blitar, 9 Mei 1937, 's avonds Beste Jan, Dank voor je 2 brieven. Het is een pest dat het zoo slecht gaat met je. Ik wou dat ik iets voor je kon doen, maar zelf vond ik voorloopig ook nog alleen maar mondhulp. Hoe het zij, zoodra ik weer te Batavia kom (ik schrijf je dit uit een chineesch restaurant te Blitar, dus in OostJava, het is ook het plaatsje geweest van ‘Brats Joeda’)Ga naar voetnoot1. zal ik Ritman spreken. Ik zal hem niet zeggen dat zoo'n dingetje f 5. kost, dat zou je verplichten er 4 te leveren voor f 20 in de maand; ik zal hem zeggen dat je f 20. in de maand wilt verdienen en hoeveel hij denkt daarvoor te kunnen eischen. Dat spaart je wschl. de helft van het werk. Daarover dan nader. Met mijn belangen heeft dit niets te maken, want ik ben niet van plan voor den dapperen Ritman te schrijven, tenzij geheel bij ongeluk. Ik ga op terugreis van Bali hoogstwschl. praten met den redacteur v/h Soerab. Hdlsbl. voor een literaire pagina of zoo, lukt dat en krijg ik daar het zeggenschap over, dan heb ik nog wel ander werk voor je. Maar ik hoop nix, doe jij het ook niet. Warme smoesjes hebben ze hier gratis zooveel je maar lust. Ik zou je van allerlei kunnen vertellen over mijn eerste ontmoetingen met ‘vooraanstaande inheemschen’ (een ‘inlander’, substantief, entiteit, maar vernederd, verheft zich door zich tot een soort adjectief te laten omlubben, chacun son goû t), o.a. in Bandjarnegara en Djokdja. Aardig en niet aardig door elkaar. Maar ik heb geen tijd en een beetje haast. Een van deze heeren, de vroegere verbannene Soewardi,Ga naar voetnoot2. die thans een soort Gisors-rol vervult onder het pseudoniem Ki Hadjar Dewantoro (= de eerwaarde leeraar tusschen de goden) heeft mij gevraagd hem, zoo spoedig en zoo uitvoerig mogelijk, het volgende te willen meedeelen: | |
[pagina 442]
| |
Is er in Zwitserland ook een taalstrijd, als in Vlaanderen of heelemaal niet? Hij hoopt het laatste, maar het zwitsers voorbeeld is voor een indonesisch a.s. congres bedoeld, dus laat hij liever ook geen optimistische leugentjes vertellen. De vraag is verder: welke taal wordt op den Zwitserschen Bondsdag gesproken? Kortom, is het mogelijk dat een volk 3-talig is en toch in vrede met é é n taal (of hoofdtaal, en als zoodanig volledig erkend) leeft. Kan je mij dit zoo spoedig mogelijk uit goede bronnen - Marti of zoo - melden? Hiertusschendoor hebben we gegeten: chineesche kroketten genaamd loempiah, en gebakken duiven met gembersaus (maar als 't gebakken hond heette geloofdeje 't ook) en alles met veel uien. We beginnen dit eten voor de goedkoopte wat misselijk te vinden. Benieuwd hoe de balineesche keuken zal blijken te zijn. Het is een beetje sinister in deze buurt, vooral op straat met de slechte verlichting. De avonturiers à la Slauerhoff bezorgen zich een goedkoop gevoel van romantiek, - maar dan moet je geen vrouw bij je hebben die al niet in die straten thuishoorde. Je hebt uitstekend gedaan met dat stuk over Digoel in een ander blad te plaatsen (je kreeg het blijkbaar dus toegestuurd van De Groene, waarom eigenlijk?)Ga naar voetnoot3. Doe voortaan altijd precies zoo, in dgl. gevallen. Van Waarom Indië en Scheepsjournaal rep je niet. Wat gebeurt daar nu mee? Worden ze me gestuurd? 3000 abonné s van de W.B., Jan!Jeezes, zeg! Ik heb me laten vertellen: nog geen 600, en dat daarom ook nog geen 1000 exx. van mijn Malraux-vertaling verkocht werden. En het boek van Pé e zit vol cliché s, zestig meen ik. Maar als de W.B. zoo maar per abonnement 3000 koopers garandeert, waar wachten we dan allemaal op om Querido óók te verlaten? - Wat je van Alice vertelt lijkt me overigens zeer ongepast. Zij had geen contract, blijkbaar! Als ik nog eens een vertaling uit het Oud-Jay. zend, zal ik die persoonlijk heelemaal met den vertaler (Poerbatjaraka dus wschl.) doornemen. Hartelijke groeten onder ons allen. Houd je taai. Veel liefs, ook voor Atie. Je E. |
|