Brieven. Deel 5. 2 mei 1934-31 oktober 1935
(1979)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2339. Aan J. Greshoff: Le Roselier-en-Plérin, 17 december 1934Bretagne, 17 Dec. Beste Jan, Ik ben nog altijd flink bezig, hoewel ik moe ben. Nog maar 4 hoofdstukken en ik ben er. Het moeilijkste hoofdstuk (het gekkenhuis v. Gistoux!) is zoowat af. Het boek krijgt 33 hfdstn., dat is nu uitgemaakt, en zoowat 500 blzn. druks, met vrij veel per blzij. Stuur me vooral gauw die eene blzij, want er is een gaping in dat hfdst., die ik pas aanvullen kan als ik je brief heb. En alle gapingen | |
[pagina 194]
| |
achter mij hinderen mij nu! Maak het niet te mooi, schrijf voor de vuist weg wat je me gezegd zou hebben, dat doe je gauw genoeg. Ik heb weer 2 hfdstn. naar J.v.N. gestuurd, de rest volgt. Want ik kan de boel toch eerst goed corrigeeren als ik mijn gekrabbel netjes getypt voor me zie. Ik denk dat ik begin Januari met schrijven klaar ben; eind Jan. of begin Febr. gebruik ik dan voor het nazien. Misschien maakt Alexejef het omslag,Ga naar voetnoot1. maar Querido is hierin een aarts-uil en gedraagt zich als een kruienier. (Ik hoop half en half dat Alexejef het verdomt.) Verder schrijf ik later wel eens. Dit is vooral een aansporing om die blzij te schrijven, omdat je me weer een flinke duw geeft daarmee, al is het helaas een beetje ‘achteruit’. - O, o, wat zal mijn boek VÒL zijn! Hart. groeten, ook aan Atie, en véél dank voor de twee boekjes; een hand van steeds je E.
Ik lees Giono's Chant du Monde en vind het nogal mooi en zelfs nogal boeiend, maar het is toch ook een beetje De Woudlooper herzien door Claudel!Ga naar voetnoot2. Ga naar voetnoot3. Amitiés - avec l'espoir, toujours, que nous nous verrons bientot Guilloux. |
|