Brieven. Deel 5. 2 mei 1934-31 oktober 1935
(1979)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd2153. Aan A.C. Willink: Parijs, 5 juli 1934Parijs, 5 Juli. Beste Carel, lieve Wilma, Wat een grappig idee dat jullie in ‘ons’ hotelletjeGa naar voetnoot1. zitten en weer in datzelfde lieve dorp Spa! Groet de pouhons van me, of drink er op onze gezondheid van dat lekkere water dat je daar krijgt. Ik werk hard, aan alles en nog wat en voel me soms suf en beroerd. Soms is het toch ook wel prettig, met deze zon; wij wonen vlak bij het bosch en hebben maar een heel kort eindje te gaan om onder de boomen te raken. Wij zouden inderdaad van eind Juli tot begin Sept. ongeveer naar Tanger gaan, waar Slauerhoff een ‘eigen huis’ heeft gehuurd waarin wij logeeren kunnen. Maar zeker is het nog niet, want als Darja daar net in dien zelfden tijd heen gaat, gaan wij wschl. ergens anders, misschien naar Sestri, als dat niet te duur wordt. (Volgens Greshoff is het er spotgoedkoop.) Van wie hoorde je onze plannen? Van Greshoff zelf, die nu in Holland zit? Hoe lang zitten jullie nu al in Spa? Den dag zelf waarop ik je briefkaart kreeg over die teekeningen en gedichten, kreeg ik bezoek van Oepst. Ik heb hem dus zelf een gedicht laten kiezen, en Hordijk koos toen meteen nog een ander. Ik zal dus door deze twee heeren ‘geïllustreerd’ op die tentoonstelling prijken.Ga naar voetnoot2. De heele boel lijkt me nogal flô-flô, maar men moet schijnbaar ook zoo de belangstelling gaande houden: wij leven in een ‘grootsche’ tijd! Mijn schoonzuster komt ± 19 Juli uit Indië, zit nu al op de boot. Ik ga dan met haar nog 2 of 3 dagen naar Brussel, met het oog op Gille. En dat is dan weer alles - verder wachten we af: dat we met ons ‘werk’ schatrijk worden, of dat het communisme ons opneemt, of dat we door de ‘tellurische’ schobbers van het genre Roehm worden geslacht. Je weet niet met welk intens plezier ik in de krant las hoe die patsers in Duitschland eindelijk bezig zijn elkaar op te ruimen, het is alleen maar zonde en jammer dat ze er zoo gauw mee opgehouden zijn. Wat een pracht-lijkencollectie voor Grosz om op | |
[pagina 63]
| |
een gedenkplaat te zetten! Die sloebers beseffen werkelijk niet op welke manier ze de beste kansen maken voor de ‘Eeuwigheid’! Amuseer je en ga niet meer naar die ruïnes van je-weet-wel,Ga naar voetnoot3. want het is warm en het was - weet je nog? - heel ver. Ontvang van ons beiden de beste wenschen en vele vriendschappen, zooals men hier zegt. Een hand van steeds je E.
Het spijt me dat jullie niet doorgekomen zijn tot hier. Er is hier een aardig café in de buurt, met een pracht van een terras, waar we elkaar dagelijks hadden kunnen zien in dezen tijd. Schildert de zoon des huizes bij jullie nog altijd zoo mooi? En maakt zijn Isadora Duncan-achtig zusjeGa naar voetnoot4. nog steeds van die treffende beeldhouwwerken? |
|