Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdautofunctie/synfunctieEtym: Gr. autos = zelf; sun- = samen-, mede-. Termen gecreëerd door Tynanov (Russisch formalisme) in de context van zijn poging om zowel individuele literaire teksten als de literatuur in haar geheel te beschrijven als een systeem dat bestaat uit elementen die op elkaar inspelen en elkaar beïnvloeden (functie). Een element heeft een synfunctie wanneer het relaties legt met andere elementen binnen de tekst waarvan het deel uitmaakt. Met de term autofunctie worden anderzijds relaties aangeduid met analoge elementen in andere teksten binnen het literaire systeem waarvan het element deel uitmaakt. Archaïsmen in het werk van twee contemporaine dichters kunnen bijv. beschouwd worden als hebbende eenzelfde autofunctie (binnen het literaire systeem), terwijl de synfunctie ervan geheel kan verschillen: het gebruik ervan kan plechtstatigheid suggereren, ofwel ironisch bedoeld zijn. Door deze functies te analyseren kan iedere tekst in principe op eenzelfde ‘objectieve’ manier ontleed worden en kan men veranderingen in het literaire systeem op het spoor komen (polysysteem(theorie)). Lit: J. Tynjanov, ‘Over literaire evolutie’ in Russies formalisme (Sunschrift 182) (1982), p. 87-104; ook in B. van Heusden e.a. (red.), Tekstboek literaire cultuur (2001), p. 87-102.
|