Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdwatermerkTerm uit de papiermakerij (ook: filigraan of filigram < Lat. filum = draad; gramma = inkrassing, teken) voor een merkteken dat in geschept papier wordt aangebracht door in het schepraam met koperdraad een figuur te vlechten. De afdruk van het koperdraad in het vel is te zien wanneer men het papier tegen het licht houdt. Vanaf het einde van de 13de eeuw komen watermerken in papier voor; iedere papiermaker en -molen heeft zijn eigen watermerk(en). Dit gegeven maakt het mogelijk papier en van dat papier gemaakte niet-gedateerde en niet-gelokaliseerde boeken te situeren, respectievelijk ten naaste bij te dateren. Een uitzondering moet gemaakt worden voor papier van slechte kwaliteit uit het eind van de handpersperiode (18de eeuw), dat vaak geen watermerk heeft. Omdat er met twee schepramen gewerkt werd, moesten er ook twee watermerken gevlochten worden, die wel sterk op elkaar lijken, maar natuurlijk niet identiek zijn (‘watermarks are twins’, maar geen identieke tweelingen). Ze kunnen onderscheiden worden door te letten op hun positie ten opzichte van de kettinglijnen en op de indrukken van de knopen waarmee ze bevestigd zijn. In de 17de eeuw geeft het watermerk ook een indicatie omtrent de kwaliteit van het papier en de afmetingen van een vel. De initialen of tekens van de individuele papiermolens worden dan als een zogenaamd contramerk toegevoegd in het midden van de andere helft van het schepraam. Zeker vanaf de 15de eeuw heeft het watermerk een vaste plaats gekregen in het schepraam, nl. in het midden van de helft van het raam, dus op 1/4 van boven, respectievelijk 3/4 van onder. Voor de bibliograaf, die het bibliografisch formaat van een boek moet vaststellen, heeft dit de volgende consequenties. Bij een boek in folio-1 bevindt het watermerk zich in het midden van een van de twee bladen (blad-2) van het katern. In een boek in kwarto bevindt het watermerk zich in de rug van het katern; bij een octavo boven in de rug. Bij kleinere formaten (duodecimo en kleiner) is van het watermerk meestal niet veel meer terug te vinden omdat het boekblok bij het binden afgesneden is. Maar ook bij de grotere formaten kan het lastig zijn om het watermerk te identificeren wegens de drukinkt. Er zijn verschillende methoden om het watermerk in beeld te brengen: bèta-radiografie, maar daartoe moet het boek dan eigenlijk uit de band genomen worden; fotograferen met behulp van een lichtbak; wrijfsels met zacht potlood; röntgenfotografie na het tussenleggen van speciale film en loodfolie en vacuüm zuigen van het boek. Inventarisaties van watermerken zijn ondernomen door C.M. Briquet, Les filigranes. Dictionnaire historique des marques du papier dès leur apparition vers 1282 jusq'en 1600 (ed. Stevenson, 4 dln., 1968) voor de 14de-16de eeuw, en voor de 17de-18de eeuw door W.A. Churchill, Watermarks in paper in Holland, England, France, etc., in the XVII en XVIII centuries (19672) en E. Heawood, Watermarks mainly in the 17th and 18th centuries (19702). Vanaf 1961 verschijnen de Findbücher der Wasserzeichenkartei Piccard im Hauptstaatsarchiv Stuttgart (1300-1700), waarin G. Piccard rubrieksgewijze delen uitgeeft over bijv. ‘Die Kronenwasserzeichen’, ‘Die Ochsenkopfwasserzeichen’, ‘Die Turmwasserzeichen’, ‘Wasserzeichen Buchstabe P’ enz. Belangrijke collecties watermerken bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, nl. de collectie Theo Gerardy met ongeveer 12.000 registraties, en in de Universiteitsbibliotheek van Göttingen, nl. de collectie Eberhard Tacke. Watermarks in Incunabula printed in the Low Countries: WILC is sinds 2004 een database in opbouw van de Koninklijke Bibliotheek. Deze bevat meer dan 4800 afbeeldingen van watermerken uit 380, voor het merendeel gedateerde, in de Nederlanden gedrukte incunabelen. Veel gebruikte watermerken zijn de ossekop (Briquet vermeldt onder zijn 16.112 watermerken niet minder dan 1.350 variaties daarop), de Franse lelie, de eenhoorn, een druiventros, een zotskap (‘foolscap’ als papierformaat), een kroon (‘crown’) en een kan (‘pot’).
Watermerk in de vorm van een ossenkop op een 15de-eeuwse tekstbladzijde. [bron: Bibliopolis]
Lit: A.H. Stevenson, ‘Watermarks are twins’ in Studies in Bibliography 4 (1951-1952), p. 57-91 Ph. Gaskell, A new introduction to bibliography (19742), p. 60-66 J.M.M. Hermans & G.C. Huisman, De description codicum (19813), p. 20-23 A.C. Schuyvlot, Papier in de U.B.A. (1984) A.J. Elen, ‘Papierhistorie’ in Vriendschap in vereniging; catalogus van de tentoonstelling t.g.v. het vijftigjarig bestaan van de Vereniging Vrienden der Koninklijke Bibliotheek (1988), p. 87-89 A.K. Offenberg, ‘Hoe waterdicht zijn dateringen met watermerken?’ in De Boekenwereld 9 (1992), p. 2-11 G. van Thienen, ‘Papieronderzoek van de in de Nederlanden gedrukte incunabelen, zie www.kb.nl/watermark’ in J. Biemans, L. Kuitert & P. Verkruijsse (red.), Boek & letter (2004), p. 31-46.
|
|