Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdimpressumEtym: Lat. in-druk, stempel, merkteken. Bibliografische term voor dat gedeelte van een titelbeschrijving waarin de plaats van uitgave of druk, de naam van de uitgever of drukker en het jaar van uitgave van een publicatie vermeld worden. Afhankelijk van de doelstelling van de bibliograaf en van het te beschrijven materiaal worden afwijkende regels gehanteerd voor het noteren van het impressum. In de analytische bibliografie zal men bij een volledige beschrijving van de titelpagina van drukwerk uit de handpersperiode het impressum onverkort opnemen; bij een verkorte beschrijving als bijv. voor de STCN wordt de informatie in gestandaardiseerde vorm genoteerd. Voor recenter drukwerk worden de regels van de FOBID gevolgd, waarbij ook een vaste interpunctie tussen de onderdelen van het impressumveld wordt voorgeschreven. Zo luidt bijv. in volledige vorm het impressum van Johan de Brunes Emblemata als volgt: ‘t'Amsterdam bij Ian Evertsen Kloppenburch, Boeckverkooper op 't water inden vergulden Bybel, teghen over de kooren-marckt. Anno 1624’; voor de STCN wordt de beschrijving: ‘Amsterdam, J.E. Cloppenburgh bsr. [= bookseller], 1624’. Beschouwd als modern boek, zou het worden: ‘ - Amsterdam: J.E. Kloppenburch, 1624’. In veel drukwerk wordt naast een impressum met de naam van de uitgever ook achterin het boek een colofon opgenomen met de naam van de drukker. Zie ook imprint en kopij-impressum.
Impressum van Jodocus Hondius ('De wackere hond') op een titelblad (1614). [bron: Bibliopolis].
Lit: Regels voor de titelbeschrijving, 1: Beschrijvingsregels voor niet-seriële publikaties (1978), p. 41-47 Handleiding voor de medewerkers aan de STCN (19882), p. 44-54.
|
|