Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermddadaïsmeStroming in de kunst uit de periode 1915-1925, ontstaan uit principieel verzet tegen de conventionele waarden van de burgerij en hun esthetische opvattingen en tegen de maatschappelijke orde. Zowel de oorsprong van de naam ‘dada’ als de ontstaansgrond van de beweging worden betwist. R. Hülsenbeck claimt dat hij de term dada als aanduiding voor de beweging gevonden heeft in een Duits-Frans woordenboek door een briefopener tussen de pagina’s te steken, daar ‘dada’ aantrof als kleuterwoord voor ‘paard’ en de term vervolgens gebruikte voor het modernistische cabaret. De ontstaansgrond zou gevonden kunnen worden in de zinloosheid van de Eerste Wereldoorlog. Om die reden zouden dadaïsten gekozen hebben voor ontregelende technieken, hetgeen voor de literatuur een keuze betekende voor collage, readymade, écriture automatique, cadavre exquis en andere improvisatievormen. In 1915 verzamelde zich in Zürich een groep kunstenaars rond de Roemeense dichter Tristan Tzara, die in 1918 het eerste manifest van het dadaïsme publiceerde. In 1916 richtten zij het Cabaret Voltaire op, een overwegend literaire club met een expositiezaal waarin het tijdschrift Dada werd geredigeerd. Tot deze groep behoorden naast Tzara o.m. Hugo Ball (schrijver), R. Hülsenbeck (schrijver) en Hans Arp (schilder). Vlak daarna, onafhankelijk van elkaar en toch vrijwel gelijktijdig, ontstonden in New York, Berlijn, Keulen, Hannover en Parijs gelijkgerichte bewegingen, met als belangrijkste figuren Marcel Duchamp, Francis Picabia, George Grosz, Max Ernst, Kurt Schwitters, André Breton, Philippe Soupault, Paul Eluard en Louis Aragon. In Nederland geldt Theo van Doesburg als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het dadaïsme. Hij schreef een pamflet Wat is Dada? (1923) en droeg onder het pseudoniem I.K. Bonset bij aan De Stijl. Samen met Schwitters en zijn vrouw Nelly organiseerde hij de zogenaamde ‘dada-veldtocht’ (1922-1923). De volgende tekst is illustratief voor Van Doesburgs dadaïstische periode. In het 'Antikunstenzuivereredemanifest' schrijft hij: Dada is geen kunstbeweging In België werden vooral Paul van Ostaijen en Gaston Burssens enige tijd door het dadaïsme beïnvloed. De dadaïsten vielen vooral de bestaande literaire en andere kunstinstituties aan en maakten daarmee de weg vrij voor andere bewegingen van de historische avant-garde, met name het constructivisme en het surrealisme. Met André Bretons Premier manifeste du surréalisme (1924) beschouwt men doorgaans de beweging als beëindigd. Na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren ’60, ontstond bij de Barbarber-groep (J. Bernlef, G. Brands en K. Schippers) opnieuw belangstelling voor het dadaïsme. In Een cheque voor de tandarts (1967) geven Bernlef en Schippers te kennen o.m. Marcel Duchamp, Eric Satie, Kurt Schwitters, John Cage en William Carlos Williams als hun voorgangers te beschouwen. In de Dada-reeks van uitgeverij Vantilt verschenen een aantal belangrijke teksten uit de Nederlandse en internationale Dada beweging: Tenderenda de Fantast van Hugo Ball, In den beginne was Dada van Raoul Hausmann, 7 dadamanifesten van Tristan Tzara, En Avant dada van Richard Huelsenbeck, Een avond in Cabaret Voltaire van Hans Arp e.a., Jezus Christus Quibus van Francis Picabia, Apologie van de luiheid en Pan Pan voor de Poeper van de Neger Naakt & Bar Nicanor van Clément Pansaers, en Dan dada doe uw werk! Avant-gardistische poëzie uit de Lage Landen (red. H. van den Berg & G. Buelens). Lit: G. Hugnet, L’aventure de Dada (1957) P. Schifferli, Das war Dada. Eine Anthologie (1963) R. Hülsenbeck (red.), Dada. Eine literarische Dokumentation (1964) M. Prosenc, Die Dadaisten in Zürich (1967) ‘Dada in Drachten’, speciale aflevering van Trotwaer (1971) 9/10 C.W.E. Bigsby, Dada and surrealism (1972) H. Richter, Dada, Kunst und Anti-Kunst (19784) E. Philipp, Dadaïsmus (1980) R. Short, Dada and surrealism (1980) F. Drijkoningen, J. Fontijn & H. Würzner, ‘Dada’ in F. Drijkoningen & J. Fontijn (red.), Historische avantgarde (1986), p. 159-211 J. Schäfer & A. Merte, DADA total: Manifeste, Aktionen, Texte, Bilder (1994) M. Dachy, Dada et les dadaïsmes (1994) H. van den Berg, Holland’s bankroet door Dada. Documenten van een dadaïstische triomftocht door Nederland. Theo van Doesburg, Kurt Schwitters (1995) H. van den Berg, Avantgarde und Anarchismus. Untersuchungen zur Bedeutung des Anarchismus in der Programmatik des Dadaismus in Zürich und Berlin (1998) H. van den Berg, Theo van Doesburg. Anarchisme en dada, een kleine documentatie (1998) K. Schippers, Holland Dada (20002) K. Beekman, ‘Dada’ in G.J. van Bork & N. Laan (red.), Van Romantiek tot Postmodernisme (2010), p. 215-218 H. van den Berg, Dada. Een geschiedenis (2012).
|
|