Evangelische liederen
(1738)–Johan Deknatel– Auteursrechtvrij
[pagina 39]
| |
Slaat uw' oogen needer.
Geeft u zelfs Hem weeder.
| |
2.God is tegenwoordig,
Wien de Cherubinen
Dag en nacht, gebogen, dienen,
Heilig! heilig! zingen
Aller Engle-kooren,
Als zy zyne Grootheit eeren,
Heer verneem onze stem,
Als ook wy geringen
U ons offer bringen.
| |
3.Wy ontzeggen willig,
Om U, hier beneeden,
Lust, en eer, en ydelheden.
Daar is onze wille,
Ziel, en lyf, en leeven,
U ten Eigendom gegeven,
Gy allein zult het zyn,
Eenig God en Heere,
U komt toe de eere.
| |
4.Machtig Opperweezen!
Mogten wy U pryzen,
In den Geest U dienst bewyzen!
Mogten wy als Eng'len
Altoos voor U zweeven,
Voor U tegenwoordig Leeven,
Maak altyd ons bereidt
Tot uw' welgevallen,
Liefste God, in allen.
| |
[pagina 40]
| |
5.Gy doordringt dog alles
Heer met uwen Lichte,
Dring ons heeter in 't gezichte,
Ziet de teed're bloemen
Willig zich ontvouwen,
Zich voor 't zonlicht stille houwen:
Dat ook wy, stil en bly,
Uwe straalen vaten,
En U werken laaten.
| |
6.Maak ons regt eenvoudig,
Innig, stil, vol vreeden,
Wilt ons in uw demoed kleeden;
Maak ons rein van herten,
Dat wy uwe klaarheit
Moogen zien in geest en waarheit;
Laat ons hert hemelwert,
Als een Aad'laar, zweeven,
En in U maar leeven.
| |
7.Heer, kom in ons woonen,
Laat ons, naar uw Orden,
U een Heiligdom nog worden.
Alvervullend Weezen!
Dring door ziel en zinnen,
Dat wy regt uw dienst beminnen.
Waar wy gaan, zitten, staan,
Leggen voor uw voeten,
Wilt ons zelv' ontmoeten.
|
|