De zangeres Rimkje Koens-Jacht (1895-1973) te Klazienaveen werkte als jong meisje al in het veen. Ze hielp bij het laden en trekken van de turfschepen. Haar vader kwam uit Smilde, haar moeder uit Appelscha. Beiden werkten in het veen.
Mevrouw Koens kon zich niet herinneren waar en wanneer ze haar liederen had geleerd. Ze dacht dat haar beide ouders, de zeven andere kinderen van het gezin en de andere veenwerkers allemaal hadden bijgedragen aan de opbouw van haar repertoire.
Een van haar eigen tien kinderen, mevrouw Girbedina Koens-Koens, vertelde ons dat haar moeder heel lang in opdracht van winkels in Klazienaveen en Zwartemeer roodbaaien hemden naaide voor de veenarbeiders. Haar man was aanvankelijk ook veenarbeider. Later was hij in dienst van de Norit- en Puritfabrieken die het veen als grondstof voor medicijnen verwerkten. Deze dubbele economische betrokkenheid droeg er toe bij dat de zangeres zeer geïnteresseerd was in de ontwikkelingen in het veen.