Zingzang(1866)–Frans de Cort– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] Storm op zee Schotsche melodie. levendig verhalend. 1.[regelnummer] 't Was nacht, er kwam een on-weêr op, Tot ber- gen re- zen de ba- ren. Piet Bruyninckx schoof zij- ne pruim op zij', En sprak tot Jan Ver- schae- ren: Er waait een fel- le noord- wes- ter, Jan! De ba- ren, 't is of ze op 't bal zijn... Ei, [pagina 132] [p. 132] wat be-klaag ik de men-schen toch, De men-schen, die nu aan wal zijn! Ei, wat be- klaag ik de menschen toch, De men-schen, die nu aan wal zijn! 2.[regelnummer] Ja, jongenlief, ze hebben het hard, Die wonen in de steden. Ze schudden en beven in hun bed, En prevelen schietgebeden. [pagina 133] [p. 133] Ze benijden ons en zuchten thans - Mij dunkt, dat zij niet mal zijn! - In zulken storm is 't beter op zee, Veel beter dan aan wal zijn? 3.[regelnummer] En de werkliê dan, die heel den dag Voor 't dagelijksch broodje wroeten, Die nu, in steê van slapen, vrouw En kind vertroosten moeten!... De pannen vliegen, de schoorsteen valt - Dat moet een geschreeuw en geschal zijn... Maar wij, we liggen gerust op het dek, En lachen met die aan wal zijn! 4.[regelnummer] Ja, jongenlief, ze hebben het hard, En we mogen op hen niet schampen, Want storm en diefstal, moord en brand, Hen dreigen zoo menige rampen! En noemde ik er u een duizend op, 't Zou stellig nog niet al zijn... Goddank, dat wij matrozen, Jan, En zelden maar aan wal zijn! (William Pitt. - Sea songs and ballads, by Dibdin and others.) Vorige Volgende