Edesche verlustingen of geestelijcke gezangen en lof-zangen
(1677)–Joannes Cloeck– Auteursrechtvrijop verscheyden voorvallen en gelegentheden t’ zaamen gesteldt, en ten dienst der zang-lievende in ’t licht gebracht
[pagina 57]
| |
Stem:{Wel op wel op ick gaa ter jacht.
| |
[pagina 58]
| |
VI.
Heele vloeden zal dien draack
Tegens haar met groot vermaack
Dan uytspouwen, Haar benouwen
Met veel smaats aan alle kant,
Dit ‘s de weg na ‘t Vaderland!
VII.
Maar ick stoot my daar niet aan,
Jesus is my voorgegaan,
‘k Zal hem volgen, Onverbolgen
In versmaatheid en verdriet,
‘k Agt des werelds smaatheid niet!
VIII.
Als ick maar voor Jesus ly,
‘t Zy wat smaatheid dat het zy,
‘k Ben ‘t gewogen, Te gedogen,
‘t Zy dan goed of quaad gerucht,
Ick ben daar voor niet beducht!
IX.
Maar ick houd’ het voor een eer,
Dat ick hier voor mijnen Heer
Alle quaadheid, Vuyle smaatheid,
Lijden mag, ick acht dien hoon
Als een peerl aan mijne kroon!
X.
En het baart in my veel vreugt,
Zoo wanneer my om de deugt
Die serpenten, Instrumenten
Van de Satan toornig zijn,
En uytspuwen haar fenijn.
XI.
Want dat my de wereld haat,
En my om het wel-doen smaad,
Hier uyt weet ick, En af-meet ick
Dat de Geest der heerlickheid
Op my rust in eeuwigheid.
| |
[pagina 59]
| |
XII.
Zalig is die mensch voorwaar!
Die veel smaatheits voor en naar
Komt te lijden, Met verblijden,
Een uytvaagsel is geacht,
Als men maar de deught betracht.
XIII.
Al die smaatheid die men lijd,
Is maar voor een korten tijd!
‘t Is een blickje, Maar een snickje
By die eeuw’ge heerlickheid
Die ons God heeft toebereid.
|
|