| |
| |
| |
Lijst van kunstenaars die meewerkten aan de historische galerij van Jacob de Vos Jzn.
Voor zover niet uit exacte dateringen was op te maken in welke jaren kunstenaars aan de galerij meewerkten, is uitgegaan van de jaren der series waartoe hun werk behoort. Ook zijn enkele biografische gegevens opgenomen die relevant kunnen zijn in verband met de historische galerij. In een enkel geval wordt literatuur vermeld.
| |
Allebé, August
Amsterdam 1838 - Amsterdam 1927
Allebé was leerling van P.F. Greive en de Amsterdamse academie. Hij bekwaamde zich in het lithograferen aan de Ecole des Beaux-Arts te Parijs. Allebé was bevriend met o.a.L. Alma Tadema en H.A. van Trigt. Hij werd in 1870 benoemd tot hoogleraar aan de Amsterdamse academie. Hij deed met één schilderij mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Allebé in 1862 meewerkte: 184, 208.
| |
Alma Tadema, Laurens
Dronrijp 1836 - Wiesbaden 1912
Alma Tadema werkte van 1852-1864 te Antwerpen, waar hij leerling van de academie was. Hij was o.a. bevriend met A. Allebé en H.A. van Trigt. Alma Tadema is later in Engeland als schilder van taferelen uit de klassieke oudheid een Europese beroemdheid geworden. Hij heeft zijn schilderij voor de historische galerij van Arti et Amicitiae nooit afgeleverd.
Catalogusnummer in de historische galerij van De Vos, waaraan Alma Tadema in 1862-1863 meewerkte: 240.
| |
Bisschop, Christoffel
Leeuwarden 1828 - Scheveningen 1904
Bisschop was leerling van C. Wester te Leeuwarden, van J. Schoemaker Doyer te Amsterdam en van W.H. Schmidt op de Delftse academie, waarvan ook Bombled leerling was. Na een studieverblijf te Parijs was hij sedert 1855 werkzaam in Den Haag en Scheveningen. Bisschop maakte naam met Hindeloper taferelen.
Hij deed met twee schilderijen mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae. De Vos bezat buiten het verband van de galerij verschillende schilderijen van zijn hand. De Vos en Bisschop waren beiden lid van de kunstkrans Arte et Amicitia.
Catalogusnummer in de historische galerij van De Vos, waaraan Bisschop in 1862-1863 meewerkte: 218.
| |
Bombled, Karel Frederik
Amsterdam 1822 - Chantilly 1902
Bombled was leerling van C. Ouboter van der Grient, C. Kruseman, W.H. Schmidt en de kunstacademie in Den Haag. Daarna was Bombled van 1845-1847 werkzaam te Delft. Hij vertrok in 1854 naar Frankrijk waar hij naam maakte als schilder van paarden.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1852-1855 en 1859-1863 meewerkte: 58, 69, 74, 76, 77, 98, 103, 104, 110, 111, 112, 121, 135, 150, 159, 176, 183, 187, 188, 205, 236, 237.
| |
Brouwer, Anthonius
Nijkerk 1827 - Hilversum 1908
Brouwer was van 1849-1855 leerling van de Amsterdamse academie.
Hij werkte van 1862-1863 te Antwerpen. J.A. Alberdingk Thijm karakteriseerde hem in zijn bespreking van de galerij van De Vos als de ‘wakkere Hilversumse kerkschilder’.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1859-1863 meewerkte: 189, 207, 211.
| |
Cornet, Jacobus Ludovicus
Leiden 1815 - Leiden 1882
Cornet is één van de gevestigde schilders die meewerkten aan de galerij. Hij was van 1851-1882 directeur van het Prentenkabinet te Leiden en behoorde tot de stichters van het museum De Lakenhal. De Vos bezat buiten het verband van de galerij verschillende schilderijen van Cornet. De Vos en Cornet kenden elkaar ook van de kunstkrans Arte et Amicitia.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Cornet in 1855 en 1860 meewerkte: 131, 182.
| |
Dijck, Jacobus van
Waalwijk 1817 - Oisterwijk 1896
Van Dijck was eerst leerling van de school voor nuttige en beeldende kunsten te Den Bosch en van 1846-1853 van de Amsterdamse academie. Hij woonde in 1859 in Den Bosch en werd in 1869 leraar aan de Rijks-HBS te Helmond. Van Dijck raakte uit het zicht van de Amsterdamse kunstwereld, met als gevolg dat J.A. Alberdingk Thijm in zijn bespreking van de galerij van De Vos over de ‘jong gestorven’ Van Dijck schreef, wat door latere auteurs als J. Knoef is overgenomen. Zie hierover J.J.M. Heeren, ‘Een vergeten Brabantse schilder. Jac. van Dijck (1817-1896)’, Brabantia 4 (1955) 247-255.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1850-1855 meewerkte: 5, 6, 7, 11, 12, 13, 17, 18, 28, 34, 132.
| |
Ebersbach, Johan Daniël
Dordrecht 1822 - Rotterdam 1900
Ebersbach was leerling van de Amsterdamse academie. Hij was schilder van genrestukken en stadsgezichten met figuren.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Ebersbach in 1853-1855 meewerkte: 84, 128, 133.
| |
| |
| |
Egenberger, Johannes Hinderikus
Arnhem 1822 - Utrecht 1897
Egenberger was van 1840-1848 leerling aan de Amsterdamse kunstacademie, waar hij in 1852 hulponderwijzer werd. Egenberger werd in 1857 directeur van de academie Minerva in Groningen, waar hij veertig jaar lang een belangrijke rol in het kunstleven speelde. Zie over hem J.J. Heij, ‘J.H. Egenberger (1822-1897)’, in: Zes Groninger kunstenaars. Tent. cat. Groninger Museum (Groningen 1984) 58-59.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in alle stadia meewerkte: 19, 23, 24, 26, 27, 32, 35, 36, 37, 38, 39, 42, 43, 44, 45, 46, 59, 60, 61, 65, 66, 67, 73, 78, 80, 86, 87, 88, 100, 101, 102, 118, 119, 122, 123, 124, 126, 127, 143, 144, 145, 146, 147, 148, 151, 164, 168, 169, 171, 177, 178, 193, 194, 195, 196, 212, 213, 219, 220, 222, 229, 230, 232, 234, 235.
| |
Gerstenhauer Zimmerman, Jan Wendel
Monnickendam 1816 - Rotterdam 1868
Gerstenhauer Zimmerman was in 1844 en volgende jaren leerling van de Amsterdamse academie. Hij solliciteerde in 1857 tevergeefs naar de opengevallen plaats van hulponderwijzer aan de Amsterdamse academie, toen Egenberger naar Groningen vertrok. Gerstenhauer Zimmerman werkte tot 1859 in Amsterdam, daarna in Middelburg en Rotterdam. Hij schilderde genrestukken en portretten.
Catalogusnummer in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1855 meewerkte: 130.
| |
Israëls, Jozef
Groningen 1824 - Den Haag 1911
Israëls was leerling van de academie Minerva te Groningen en sedert 1843 van de Amsterdamse academie. Van 1845-1847 studeerde hij te Parijs aan de École des Beaux-Arts en bij E.F. Picot. Hij werkte daar samen met J. van Koningsveld. In 1847 keerde Israëls terug naar Amsterdam. Hij is één van de weinige schilders van de historische galerij van De Vos die beroemd werden. Israëls werkte met één schilderij mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae. De Vos en Israëls maakten beiden deel uit van de kunstkrans Arte et Amicitia.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Israëls in 1850-1851 meewerkte: 21, 25.
| |
Jamin, Diederik Franciscus
Amsterdam 1838 - Amsterdam 1865
De jong gestorven maar al vroeg bekende Jamin was te Amsterdam leerling van P.F. Greive en D.J. Bles. De Vos bezat buiten het verband van de galerij verschillende schilderijen van Jamin.
Catalogusnummer in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1863 meewerkte: 223.
| |
Kannemans, Christiaan Cornelis
Breda 1812 - Breda 1884
Deze Bredase zeeschilder was leerling van zijn vader en oom.
Er zijn geen bijzondere aanwijzingen voor zijn medewerking aan de historische galerij.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1859-1860 meewerkte: 158, 161.
| |
Kate, Herman Frederik Carel ten
Den Haag 1811 - Den Haag 1891
Ten Kate was van 1859-1861 bestuurslid en directeur van de schilderschool van de Amsterdamse academie. De hofschilder Ten Kate - hij schilderde vele malen het portret van de koning - is vooral bekend door zijn vele historische genrestukken met soldaten in herbergen. Minder bekend zijn enkele werken met een sociale inslag en Marker taferelen. Met de laatste behoorde hij tot de vroegste schilders in het folkloristische genre. Ten Kate was van 1861-1863 voorzitter van Arti et Amicitiae..
Hij deed met twee schilderijen mee aan de histo- rische galerij van deze vereniging. Ten Kate geniet ook bekenheid als maker van historische schoolplaten. Ten Kate en De Vos behoorden beiden tot de oprichters van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap.
Beiden zaten zij ook in de commissie tot oprichting van het ‘Muzeüm Koning Willem I’.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1863 meewerkte: 238, 252.
| |
Kellen III, David van der
Utrecht 1827 - Nieuwer-Amstel 1895
Van der Kellen was van 1843-1845 en in 1850 leerling van de Amsterdamse en van 1845-1846 van de Düsseldorfse academie.
Hij schilderde genrestukken en interieurs bij kaarslicht. De in het artistiek-maatschappelijke leven actieve Van der Kellen had grote belangstelling voor oude kunst. Hij was van 1876-1895 als directeur aan het Rijksmuseum verbonden. Van de Kellen deed met één schilderij mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae.
De Vos had werk van hem in zijn collectie. Van der Kellen en De Vos behoorden beiden tot de oprichters van het Koninklijk Oudheikundig Genootschap.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Van der Kellen in 1852-1853 meewerkte: 81, 82.
| |
Koningsveld, Jacobus van
Deventer 1824 - Den Haag 1866
Van Koningsveld was sedert 1840 bij de Amsterdamse academie ingeschreven. Van 1846-1848 verbleef hij te Parijs. Hij was portreten genreschilder. Later werd hij fotograaf.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Van Koningsveld in 1850-1854 meewerkte: 20, 108, 136.
| |
Koster, Everhardus
Den Haag 1817 - Dordrecht 1892
Koster had in 1839-1840 aan de Haagse academie les van B.J. van Hove. Hij bezocht ook Städelsche Institut in Frankfurt am Main.
Koster legde zich toe op het schilderen van vaartuigen en wateren, en werd de ‘Cuyp van onze dagen’ genoemd. Hij had daarmee ook in Engeland succes. Koster werd in 1858 directeur van de schilderijenverzameling van in de 19de eeuw overleden meesters in het paviljoen Welgelegen te Haarlem. Hij schreef op 9 april 1856 aan De Vos een gelukwens bij diens benoeming tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, waarbij hij opmerkte: ‘(...) de kunstenaar verheugt zich erin, op U als den waardigsten zijner voorstanders te mogen bogen.’ (Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, familiearchief De Vos, map Jacob de Vos Jacobszn, brief van E. Koster aan J. de Vos, Jzn.). Koster deed met twee schilderijen mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae. De Vos had van Koster in zijn collectie een schilderij van een landhuis in de buurt van Haarlem.
Het is niet uitgesloten dat dit zijn eigen buiten Zorgvrij was.
Catalogusnummers in de historische galerij van de Vos, waaraan Koster in 1859-1863 meewerkte: 170, 172, 186, 206.
| |
| |
| |
Leon, Maurits
Den Haag 1838 - Den Haag 1865
Leon was leerling van de Haagse academie bij B.J. van Hove, H. van Hove Bzn. en ook D.J. Bles en P.F. Greive. Hij is bekend om zijn schilderijen van de joodse eredienst. Hij deed met één schilderij mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Leon in 1862 meewerkte: 181, 210.
| |
Lingeman, Lambertus
Amsterdam 1829 - Abcoude-Baambrugge 1894
Lingeman was leerling van de Amsterdamse academie en P.F. Greive.
Hij was van 1860 - 1869 penningmeester en van 1873 - 1874 voorzitter van Arti et Amicitiae. Lingeman schilderde historiestukken met militairen in wachtlokalen, interieurs, figuurstukken en portretten. Hij deed met twee schilderijen mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae. Lingeman en De Vos behoorden beiden tot de oprichters van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap.
Catalogusnummer in de historische galerij van De Vos, waaraan Lingeman in 1852-1853 meewerkte: 54.
| |
Neuhuys, Jan Antoon
Haarlem 1832 - Antwerpen 1891
Neuhuys was in de jaren vijftig leerling van de Antwerpse academie.
Hij schilderde figuur- en historiestukken.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Neuhuys in 1862-1863 meewerkte: 231, 233.
| |
Peduzzi, Dominicus Anthonius
Amsterdam 1817 - Wenen 1861
Peduzzi was leerling van de Amsterdamse academie. Hij werkte tot 1858 in Amsterdam, daarna te Wenen. Peduzzi schilderde o.a. interieurs bij kaarslicht en ruiterstukken.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1859 meewerkte: 165, 167, 175.
| |
Pieneman, Nicolaas
Amersfoort 1809 - Amsterdam 1860
De vooraanstaande schilder Nicolaas Pieneman was sedert 1856 lid van de raad van bestuur van de Amsterdamse academie. Hij was van 1846-1850, 1852-1856 en 1858-1860 voorzitter van Arti et Amicitiae.
Hij deed met één schilderij mee aan de historische galerij van Arti.
Pieneman schilderde het portret van Jacob de Vos (afb. 2). Pieneman behoorde evenals De Vos tot de oprichters van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap.
Catalogusnummer in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1860-1862 meewerkte: 190.
| |
Rochussen, Charles
Kralingen 1814 - Rotterdam 1894
Rochussen genoot grote bekendheid als illustrator in tijdschriften en van populaire literatoren als Van Lennep, Hofijk en Van Zeggelen.
Zijn oeuvre van historische taferelen is immens. Rochussen is een van de weinige kunstenaars van de galerij van De Vos die later nog gunstig beoordeeld werden. Rochussen zat in veel besturen en commissies.
Hij ontmoette De Vos daarbij o.a. in het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, de kunstkrans Arte et Amicitia en de commissie voor het ‘Muzeüm Koning Willem I’. Rochussen was in 1854-1858, 1861-1863 en 1867 bestuurslid, in 1863-1865 en 1868-1869 voorzitter en vanaf 1884 erevoorzitter van Arti et Amicitiae. Hij deed met drie schilderijen mee aan de historische galerij van Arti en voorzag daarbij diverse stukken van in 't mensbeeld minder handige kunstbroeders van figuratie. Rochussen geniet ook bekend- heid als maker van historische schoolplaten.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1853, 1854, 1855 en in 1861 en 1862 meewerkte: 52, 68, 89, 90, 91, 95, 109, 115, 116, 117, 134, 140, 141, 142, 166, 173, 174, 197, 198, 199, 200, 214, 221, 224, 239, 242.
| |
Roijer, Ludovicus (Louis)
Mechelen 1793 - Amsterdam 1868
Roijer was in de jaren vijftig in ons land de meest vooraanstaande beeldhouwer. Hij is nog steeds bekend door Naatje op de Dam en de standbeelden van Willem de Zwijger, Rembrandt en Vondel. Roijer was directeur (hoofdleraar) aan de Amsterdamse academie.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1854 en 1855 meewerkte: 255, 256.
| |
Scholten, Hendrik Jacobus
Amsterdam 1824 - Heemstede 1907
Scholten was leerling van L.J. Hansen en daarna van 1842-1847 van P.F. Greive. Met Greive betrok hij in 1847 op het bolwerk bij de Utrechtse Poort een atelier, waaraan tevens een werkplaats voor jongere leerlingen van Greive was, zoals L. Lingeman, J. Walraven, J.C. Greive Jr., A. Allebé, M. Leon en D.F. Jamin. Scholten deelde tot 1867 dit atelier met Greive. Omstreeks 1847 verbleef Scholten enige tijd in Parijs. Hij kreeg op de Amsterdamse academie les van J.W. Pieneman en L. Roijer. In 1862-1863 was hij secretaris van Arti et Amicitiae. In 1872 werd hij te Haarlem conservator van het Teylers Museum. Scholten vestigde in 1854 de aandacht der kunstliefhebbers op zich, toen hij de gouden medaille van Felix Meritis verwierf voor De weduwe van Van Oldenbarnevelt bij Prins Maurits genade smekende voor haren zoon. Dit schilderij werd gekocht door een neef van De Vos, P. Langerhuizen. In 1857 won hij een door De Vos in 1856 persoonlijk uitgeschreven prijsvraag in het historieschilderen (zie hierover de inleiding). Scholten had ook internationaal succes. Hij deed met twee schilderijen mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae. De Vos bezat buiten het verband van de galerij enkele werken van zijn hand. Scholten en De Vos behoorden beiden tot de oprichters van het Koninklijk Oudheidkundig genootschap.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Scholten in 1852-1855, 1859 en 1860 meewerkte: 33, 71, 72, 191, 217.
| |
Smith, Hobbe
Witmarsum 1862 - Amsterdam 1942
Deze leerling van Allebé aan de Amsterdamse rijksacademie genoot bekendheid als schilder van zee-, rivier- en stadsgezichten.
Catalogusnummer in de historische galerij van De Vos: 264.
| |
Stracké Jr., Franz
Dorsten 1820 - Baarn 1898
Stracké was van 1870 - 1899 hoogleraar aan de Amsterdamse academie als opvolger van L. Roijer.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos: 257, 258, 260, 261.
| |
| |
| |
Taanman, Jacob
Zaandam 1836 - Amsterdam 1923
Taanman was o.a. leerling van P.F. Greive. Hij schilderde portretten, figuur- en genrestukken. Hij deed met één schilderij mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1862 meewerkte: 185, 209.
| |
Taurel, Marie André Augustin Barreau (Augustin)
Parijs 1828 - Brussel 1879
M.A.A.B. Taurel was zoon van de Fransman André Benoit Barreau Taurel (1794-1859), directeur van de graveerafdeling van de Amsterdamse academie en goede vriend van Jacob de Vos Senior en Junior. Taurel Junior schilderde en tekende figuurstukken en landschappen.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1852-1855 meewerkte: 57, 79, 107.
| |
Tetar van Elven, Paul Constantin Dominique
Antwerpen 1823 - Scheveningen 1896
Tetar van Elven was leerling van de Amsterdamse en Haagse academies. Hij was vanaf 1858 leraar aan de Polytechnische School te Delft. Tetar van Elven schilderde historiestukken, genretaferelen, portretten en landschappen, en kopieerde oude Italiaanse meesters.
Zijn weduwe liet vijftigduizend gulden aan Arti et Amicitiae na om jonge kunstenaars via een vierjaarlijkse wedstrijd in het historieschilderen te stimuleren. In 1972 werd door deze kunstenaarsvereniging besloten geen wedstrijden met een verplicht historiethema meer te houden. Tetar van Elvens woning te Delft is als een aantrekkelijk museum bewaard gebleven. Hij deed met één schilderij mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae. Tetar van Elven en De Vos kenden elkaar ook van de kunstkrans Arte et Amicitia.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Tetar van Elven in 1852-1855 meewerkte: 53, 55, 56, 70, 75, 96, 99, 106, 149, 162, 163.
| |
Trigt, Hendrik Albert
Dordrecht 1829 - Heiloo 1899
De historieschilder Van Trigt was leerling van de Haagse academie (1845-1852). Hij studeerde van 1855-1857 te Parijs, o.a. bij Ary Scheffer. Van 1858-1865 kreeg Van Trigt te Antwerpen les van Henri Bource. Hij maakte daar o.l.v. Henri Leys en Nicaise de Keyser deel uit van een groep met o.a. Tom Cool en Laurens Alma Tadema.
Van Trigt geniet ook bekendheid als maker van historische schoolplaten. Hij deed met twee schilderijen mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan Van Trigt in 1862 meewerkte: 245, 249, 250.
| |
Verdonck, Jacques Joseph François
Antwerpen 1823 - Amsterdam 1878
Verdonck heeft als beeldhouwer een klein en weinig bekend oeuvre nagelaten.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1855 meewerkte: 254, 259, 262, 263.
| |
Wijnveld Jr., Barend
Amsterdam 1820 - Haarlem 1902
Wijnveld was leerling van de Amsterdamse academie, waar hij in 1860 hulponderwijzer en in 1862 directeur - hoofdleraar - van de schilderschool werd. Van 1870-1891 was hij hoogleraar. Na zijn benoeming nam de omvang van zijn oeuvre af. Hij deed met één schilderij mee aan de historische galerij van Arti et Amicitiae.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in alle stadia meewerkte: 3, 4, 8, 9, 10, 22, 40, 41, 47, 48, 49, 50, 51, 62, 63, 64, 83, 85, 92, 93, 94, 97, 105, 113, 114, 125, 137, 138, 139, 154, 155, 156, 157, 160, 179, 180, 192, 201, 202, 203, 204, 215, 216, 225, 226, 227, 228, 241, 243, 244, 246, 247, 248, 251, 253.
| |
Zürcher, Antonie Frederik
Nieuwer-Amstel 1825 - Maastricht 1876
Zürcher was eerst leerling van zijn vader J.C. Zürcher, P.C.D. Tetar van Elven en N. Pieneman. Hij bezocht de Haagse (1839-1840) en Amsterdamse academie (1841-1846). Hij werd in 1862 aan de Amsterdamse academie als hulponderwijzer benoemd in de vacature van Wijnveld. Daarnaast was Zürcher tekenleraar aan de Rijks-HBS te Amsterdam. In 1866 verhuisde hij naar Maastricht, waar hij ook aan de Rijks-HBS les gaf.
Catalogusnummers in de historische galerij van De Vos, waaraan hij in 1850-1855 meewerkte: 1, 2, 14, 15, 16, 29, 30, 31, 120, 129, 152, 153. |
|