| |
| |
[C]
C, v. 3e letter van het alfabet; (muz.) de noot ut; (rom. get.) 100; in de scheik. beteekent c carbonium; in de natuurk. duidt
| |
| |
de c, achter thermometergraden geplaatst, de honderddeelige schaal van Celsius aan.
C. a., cum annexis, met den aankleve van dien; Ca., (scheik.) calcium; C. à d., c'est à dire, dat is te zeggen; Cand. of C., candidatus, kandidaat, iem. die naar een ambt of eene betrekking dingt; Cant., cantor, voorzanger, zangmeester; Cap. of c., caput, hoofdstuk; Cent. of c., centum, honderd; Cet., cetera, het overige; C. Ex., cum expensis, met de kosten; C.L., citato loco, ter aangehaalde plaatse; C.M., Cand. Min., Candidatus Ministerii, kandidaat in de godgeleerdheid; Cod., codex, wetschrift, handboek, oorkonde; Coll., collatis, gecollationneerd, vergeleken zijnde, nagelezen, na vergelijking; Comment., commentarius of commentatio, verhandeling of uitlegging; Conf., Cf., conferatur, men vergelijke; Cons., consul, romeinsch overheidspersoon; Coss., consules, consuls; C.s., cum suis, met de zijnen; C.s., cum socius, met zijne deel- of lotgenooten; Cresc., crescendo, met toenemende sterkte; Cts., cents, centen; cuprum, koper.
| |
[† Cabbala]
† Cabbala, v. gmv. kennis van de verborgenheden der letteren (bij het oude israel. volk), soort tooverkunst. *...LIST, m. (-en). *...LISTISCH, bn.
| |
[† Cabane]
† Cabane, v. (-n), kabaan, hut (op schepen); soort van woning (der amerik. wilden).
| |
[† Cabaret]
† Cabaret, v. (-ten), kroeg, wijnhuis.
| |
[† Caboteren]
† Caboteren, bw. gel. (ik caboteerde, heb gecaboteerd), den kusthandel drijven.
| |
[† Cabret]
† Cabret, *-LEDER, o. gmv. geitenleder.
| |
[† Cabriole, Capriole]
† Cabriole, Capriole, v. (-n), lucht-, kunst-, bokkensprong. *...OLET, v. (-ten), rijtuigje (met een paard).
| |
[† Cacao]
† Cacao, v. gmv. vrucht waarvan chocolade wordt gemaakt. *-BOOM, m. (-en). *-BOON, v. (-en).
| |
[† Cachenez]
† Cachenez, m. neusbedekker (groote, dikke halsdoek of das), bouffante.
| |
[† Cacheren]
† Cacheren, bw. gel. (ik cacheerde, heb gecacheerd), verbergen, verhelen, geheim houden. *...CHET, o. (-ten), zegel, signet, zegeldrukker. *...CHETEREN, bw. gel. (ik cacheteerde, heb gecacheteerd), verzegelen, sluiten met een ouwel of lak.
| |
[† Cachot]
† Cachot, o. (-ten), hok, gevangenis, provoost.
| |
[† Cachou]
† Cachou, v. (kruidk.) indiaansche boom; vrucht -, sap van dezen boom. *-BLAD, o. (-eren). *-DROP, m. gmv.
| |
[† Cacique]
† Cacique, m. (-s), hoofd van een indiaanschen volksstam (in Zuid-Amerika.)
| |
[† Cacteën]
† Cacteën, v. gmv. zekere planten-familie.
| |
[† Cadans]
† Cadans, v. (-en), muziekmaat, (ook bij het voordragen eener rede).
| |
[† Cadaver]
† Cadaver, o. (-s), dood ligchaam. *-EUS, bn. lijkachtig.
| |
[† Cadeau]
† Cadeau, o. (-x), geschenk; kunstige pennetrek.
| |
[† Cadence]
† Cadence, v. cadans. *...CEREN, bw. gel. (ik cadenceerde, heb gecadenceerd), (eenen volzin) afronden, welluidend maken.
| |
[† Cadmium]
† Cadmium, o. gmv. zeker metaal steeds in zink aanwezig.
| |
[† Cadraten]
† Cadraten, o. mv. vierkantjes, blokjes (bij letterzetters in gebruik).
| |
| |
| |
[† Cadre]
† Cadre, v. (-s), lijst, omgeving, rand; zie verder KADER. *...DREREN, bw. gel. (ik cadreerde, heb gecadreerd), vierkant maken; passen, voegen; geëncadreerd, in eene lijst gezet.
| |
[† Caduc]
† Caduc, bn. bouwvallig, vervallen, broos; verzwakt door ouderdom.
| |
[† Caduceus]
† Caduceus, m. vredestaf, herautstaf; Mercuriusstaf. *...CITEIT, v. gmv. bouwvalligheid, vervallen toestand; vergankelijkheid; vervalbaarheid (van eene erfenis of een legaat).
| |
[† Caesuur]
† Caesuur, v. (...uren), (dichtk.) vers-snede, stemrust (na een zeker getal lettergrepen).
| |
[† Caeteris paribus]
† Caeteris paribus, voor het overige alles gelijk staande.
| |
[† Caffeïne]
† Caffeïne, v. gmv. een alcaloïde in de koffij.
| |
[† Cagniardelle]
† Cagniardelle, v. (-n), schroefblaastoestel.
| |
[† Cagots]
† Cagots, m. mv. menschen die op een zeer laag standpunt staan van ontwikkeling naar ligchaam en ziel; domme aanklevers van godsdienstige beuzelarijen.
| |
[† Cahier]
† Cahier, o. (-s), schrijfboek, boekje papier.
| |
[† Caisson]
† Caisson, v. (-s), kistwagen, legerkist, proviand -, kruidwagen; kistje onder den bok van een rijtuig.
| |
[† Cajeput-olie]
† Cajeput-olie, v. gmv. zekere sterk aromatische olie.
| |
[† Cajoleren]
† Cajoleren, bw. gel. (ik cajoleerde, heb gecajoleerd), flikflooijen.
| |
[† Calain]
† Calain, o. het metaalmengsel waarmede de Chinezen de theekisten bekleeden.
| |
[† Calambour, Calembourg]
† Calambour, Calembourg, m. (-s), woordspeling.
| |
[† Calamieten]
† Calamieten, v. mv. zekere plantenorde. *...MITEIT, v. (-en), algemeene nood, - ramp, ellende, ongeluk, landplaag.
| |
[† Calander]
† Calander, m. zie KLANDER. *...DO, bijw (muz.) afnemend, wegsmeltend. *...DRONE, v. (muz.) schalmei met twee kleppen.
| |
[† Calange]
† Calange, v. boete, aanhaling van smokkelwaren. *...GEREN, bw. gel. (ik calangeerde, heb gecalangeerd), beboeten; aanhalen.
| |
[† Calatrava-orde]
† Calatrava-orde, v. militaire ridderorde in Spanje.
| |
[† Calcineren]
† Calcineren, ow. gel. (het calcineerde, is gecalcineerd), verkalken, gloeijen, door gloeijing met de zuurstof verbinden of oxyderen.
| |
[† Calcium]
† Calcium, o. kalkmetaal.
| |
[† Calcul]
† Calcul, m. *-ATIE, v. (...ën), berekening, overslag, raming. *-ATOR, m. (-en), rekenaar, berekenaar. *-EREN, bw. gel. (ik calculeerde, heb gecalculeerd), berekenen.
| |
[† Calderari]
† Calderari, mv. ketellappers (naam van een voormalig geheim politiek genootschap in Zuid-Italië).
| |
[† Calèche]
† Calèche, v. kales, soort rijtuig.
| |
[† Calefacteren]
† Calefacteren, ow. gel. (ik calefacteerde, heb gecalefacteerd), allerlei aan de hand hebben. *...FACTOR, m. (-s), kamerstoker, verwarmingstoestel; oorblazer; makelaar, beunhaas.
| |
[† Calembourg]
† Calembourg, m. zie CALAMBOUR.
| |
[† Calibreren]
† Calibreren, bw. gel. (ik calibreerde, heb gecalibreerd), (nat.) de juiste doorsnede eener buis onderzoeken.
| |
[† Calicots]
† Calicots, mv. geweven katoenen stof.
| |
[† Caliducten]
† Caliducten, m. mv. warmtegeleiders.
| |
| |
| |
[† Calineren]
† Calineren, bw. gel. (ik calineerde, heb gecalineerd), liefkozen, zoenen, vertroetelen.
| |
[† Calligraaph, Kalligraaf]
† Calligraaph, Kalligraaf, m. (...aphen, ...afen), schoonschrijver. *...GRAPHIE, v. gmv. schoonschrijfkunst. *...LOGIE, v. gmv. welbespraaktheid, welsprekendheid.
| |
[† Calmeren]
† Calmeren, bw. gel. (ik calmeerde, heb gecalmeerd), stillen, doen bedaren, tot rust brengen.
| |
[† Calmuc, Kalmuk]
† Calmuc, Kalmuk, o. gmv. zekere wollen stof.
| |
[† Calomel]
† Calomel, o. gmv. dikwijls gelouterd kwikzilver.
| |
[† Calo di peso]
† Calo di peso, (kooph.) tekort op het vereischte gewigt.
| |
[† Calorifère]
† Calorifère, m. (-n), warmtegeleider, kagchel. *...METER, m. (-s), warmtemeter (werktuig). *...MOTOR, m. (-en), warmtevoortbrenger (werktuig).
| |
[† Calorisch]
† Calorisch, bn. de -e machine, toestel van Ericson om door middel van verwarmde lucht vaartuigen in beweging te brengen.
| |
[† Calot]
† Calot, v. (-ten), *-TE, v. (-n), priestermutsje; deksel boven de onrust in een uurwerk; (fig.) priesterlijke -, kardinaalswaardigheid. *...TINOCRATIE, v. gmv. priester-, papenheerschappij.
| |
[† Calqueren]
† Calqueren, bw. gel. (ik calqueerde, heb gecalqueerd), doorteekenen, natrekken (door middel van geolied papier).
| |
[† Calumet]
† Calumet, v. (-ten), vredepijp bij de amerik. wilden.
| |
[† Calumnie, Calomnie]
† Calumnie, Calomnie, v. gmv. laster, lastering. *...NIËREN, bw. gel. (ik calumniëerde, heb gecalumniëerd), lasteren, kwaadspreken, belasteren. *...NIEUS, bn. lasterlijk.
| |
[† Calvinismus]
† Calvinismus, o. gmv. leer van Calvijn. *...NIST, m. (-en), belijder dezer leer. *...NISTISCH, bn. tot de leer van Calvijn betrekkelijk.
| |
[† Calyx]
† Calyx, v. bloemkelk.
| |
[† Camache-dienst]
† Camache-dienst, v. gmv. militaire dienst in vredestijd.
| |
[† Camachen, Gamachen]
† Camachen, Gamachen, v. mv. knoop-, over-, slobkousen.
| |
[† Camarilla]
† Camarilla, v. gmv. hofpartij (inz. in Spanje); invloed der hovelingen.
| |
[† Cambiëren]
† Cambiëren, bw. gel. (ik cambiëerde, heb gecambiëerd), wisselen, wisselhandel drijven; cambiaal-regt, wisselregt. *...BIO, o. wissel, wisselregt; ducado di -, spaansche wisselmunt (= ongeveer ƒ2.50). *...BIUM, o. teeltlaag (tussehen den bast en het hout).
| |
[† Cambrai]
† Cambrai, *...BRICK, o. gmv. kamerdoek, batist (zekere stof).
| |
[† Cambraja-steenen]
† Cambraja-steenen, m. mv. oost-indische granaten.
| |
[† Camée]
† Camée, v. (-ën), gesneden edelgesteente; portret in eenen steen of eene schelp gesneden. *...MELIA, v. (-as), zekere bloem.
| |
[† Camelot]
† Camelot, o. gmv. stof van kameelgeitenhaar.
| |
[† Camera]
† Camera, v. kamer; - clara of lucida, heldere -, lichte kamer; - obscura, donkere kamer, toestel tot den daguerréotype; - illusida, misleidende kamer; (optische toestellen). *-LIA, v. mv. leer der staathuishoudkunde; wetenschappen betreffende het beheer der vorstelijke inkomsten. *-LIST, m. (-en), staathuishoudkundige. *-LISTIEK, v. gmv. staathuishoudkunde, leer van het geldwezen.
| |
[† Camisade]
† Camisade, v. (-n), onverhoedsche aanval (in den nacht of
| |
| |
vroegen morgenstond). *...SARDE, m. (-n), straatroover. *...SARDS, m. mv. (fr. gesch.) de hervormden in de Cevennes.
| |
[† Campagne]
† Campagne, v. (-s), buitenplaats; veldtogt; speelsaizoen, tooneeljaar (van eenen schouwburg); zie ook KAMPANJE.
| |
[† Campèche-hout]
† Campèche-hout, o. brazilië-hout (zeker verfhout).
| |
[† Campement]
† Campement, o. (-en), (mil.) veldlegering. *...PEREN, ow. gel. (ik campeerde, heb gecampeerd), in het veld gelegerd zijn.
| |
[† Camphine]
† Camphine, v. gmv. gezuiverde terpentijnolie-gas.
| |
[† Camp volant]
† Camp volant, o. vliegend leger.
| |
[† Canaille]
† Canaille, v. gmv. gemeen volk, gepeupel, janhagel, kanalje. *...EUS, bn. schelmachtig, nietswaardig.
| |
[† Canapé]
† Canapé, m. (-s), ruststoel, kussenbank, kanapee.
| |
[† Canard]
† Canard, m. (-s), eend; (fig.) fopperij, opzettelijk uitgedachte logen.
| |
[† Cancelleren]
† Cancelleren, bw. gel. (ik cancelleerde, heb gecancelleerd), omheinen; doorschrappen.
| |
[† Candelaber]
† Candelaber, m. (-s), arm-, kroonluchter, kroonkandelaar.
| |
[† Canderen]
† Canderen, bw. gel. (ik candeerde, heb gecandeerd), met suiker bestrooijen, suikeren.
| |
[† Caneçou]
† Caneçou, v. (-s), vrouwen-overhemd, (boven een jurk). *...FAS, *...VAS, o. geruit doek, netvormig geweven lijnwaad; eerste ontwerp, schets.
| |
[† Canneleren]
† Canneleren, bw. gel. (ik canneleerde, heb gecanneleerd), groeven, groefsgewijze-, ribsgewijze maken. *...LUREN, v. mv. groeven (op zuilen).
| |
[† Cano, Kano]
† Cano, Kano, v.(-os), indiaansch bootje, schuitje van boomschors.
| |
[† Canon]
† Canon, o. zie KANON.
| |
[† Cantabel]
† Cantabel, *...BILE, (muz.) zingbaar. *...TE, v. (-s), soort zang-dichtstuk.
| |
[† Canthariden]
† Canthariden, v. mv. spaansche vliegen.
| |
[† Cantillen]
† Cantillen, v. Cantille-werk, mv. goud- en zilverdraad als een kurkentrekker gekronkeld.
| |
[† Cantine]
† Cantine, v. (-s), bier- of wijnhuis in vestingen; tapperij in werk- en verbeterhuizen, - in een kamp.
| |
[† Caoutchouc]
† Caoutchouc, o. gmv. veerkrachtige gom, gom-elastiek, vederhars.
| |
[† Capabel]
† Capabel, bn. (-er, -st), bekwaam, geschikt, in staat (tot). *...CITEIT, v. gmv. inhoudsruimte. -, (-en), bekwaamheid, geschiktheid, vatbaarheid.
| |
[† Capillair]
† Capillair, bn. haar...; -e buizen, haarbuizen; - stelsel, haar-vaatstelsel. *...LARITEIT, v. gmv. haarbuiskracht.
| |
[† Canto]
† Canto, o. (muz.) diskant; - fermo, eenstemmig (koraal) gezang.
| |
[† Capitatie]
† Capitatie, v. hoofdgeld, hoofdelijke omslag. *...TOLIUM, KAPITOOL, o. sterke burg in het oude Rome; (fig.) brein, hersenkas.
| |
[† Capittel]
† Capittel, o. (-s), hoofdstuk; vergadering van domheeren.
| |
[† Capitulariën]
† Capitulariën, mv. wetten van Karel den Groote. *...LATIE, v. (...ën), vergelijk, verdrag; overgave (eener stad); kiesverdrag (bij de verkiezing der duitsche keizers). *...TULEREN, ow. gel. (ik capi- | |
| |
tuleerde,
heb gecapituleerd), een verdrag aangaan; zich (op zekere voorwaarden) overgeven.
| |
[† Capot]
† Capot, v. (-ten), regenmantel met kap, soldaten-overjas; mijnwerkerskap. *-, bijw. aan stukken, gebroken; (fig.) verslagen, ontsteld; § dood; - maken, alle slagen hebben (in het kaartspel). *-E, v. (-s), vrouwen-regenmantel; soort dameshoed; capote anglaise, foedraal, scheede (tegen de venerische besmetting). *-TEREN, bw. gel. (ik capotteerde, heb gecapotteerd), dooden, neêrhouwen.
| |
[† Caprice]
† Caprice, v. (-n), gril, luim, eigenzinnigheid; (fig.) vrijer, vrijster. *...CIEUS, bn. eigenzinnig, vol luimen, grillig. *...OLE, v. (-n), luchtsprong, bokkesprong, gekke streek; -n maken.
| |
[† Caprine-, Capron-, Capran- of Coprylzuur]
† Caprine-, Capron-, Capran- of Coprylzuur, o. (scheik.) vlugtige vetzuren.
| |
[† Captatie]
† Captatie, v. (...ën), het sluw bejagen van een oogmerk; captatio benevolentiae, bede om toegevend gehoor, - om eene gunstige beoordeeling; gunstbejag. *...TEREN, bw. gel. (ik capteerde, heb gecapteerd), bejagen, vatten, verstrikken. *...TIE, v. (...ën), verstrikking, tegenstribbeling, chicane. *...TIEF, bn. gevangen; krijgsgevangen en tot slaaf gemaakt. *...TIEUS, bn. sluw, slim, arglistig, verstrikkend. *...TIVEREN, bw. gel. (ik captiveerde, heb gecaptiveerd), gevangen nemen; boeijen, de gunst (van iem.) winnen. *...TIVITEIT, v. gmv. gevangenschap. *...TUUR, v. (...uren), vangst; buit; prijs (op zee).
| |
[† Capuce]
† Capuce, *...CHON, v. (-s), kap, mantelkap. *...CINE, v. (-n), tabakspijp zonder hieltje, koetsiertje. *...CIJNEN, *...CIJNERS, m. mv. kapmonniken, soort van franciskanerorde; zekere soort erwten.
| |
[† Capudan-pacha]
† Capudan-pacha, m. groot-admiraal der turksche vloot.
| |
[† Caput]
† Caput, o. hoofd; caput mortuum, doodskop.
| |
[† Caqueteren]
† Caqueteren, ow. gel. (ik caqueteerde, heb gecaqueteerd), snappen, kakelen; zwetsen, snoeven.
| |
[† Carabas (Markies van)]
† Carabas (Markies van), m. (fig.) trotsche opkomeling.
| |
[† Carafe]
† Carafe, v. (-n), waterflesch, tafelflesch (van kristal).
| |
[† Carambolage]
† Carambolage, v. (bilj.) het raken van meer dan één bal. *...BOLE, v. (bilj.) de roode bal; (ook) het spel met één rooden en twee witte ballen. *...BOLEREN, ow. gel. (ik caramboleerde, heb gecaramboleerd), (bilj.) meer dan één bal met den speelbal raken. *...BOLINE, v. (-s), (bilj.) gele bal; (ook) spel met vijf ballen.
| |
[† Caramel]
† Caramel, v. gmv. gebrande suiker, bruine kandij, gerstesuiker, ulevel. *...MOUSSAL, v. (-en), turksch koopvaardijschip. *...QUE, v. (-s), groot portugeesch schip. *...VANSERA, v. (-as), groot gebouw tot huisvesting van reizende karavanen. *...VELLE, v. zie KARVEEL.
| |
[† Carbon, o. Carboleïne]
† Carbon, o. Carboleïne, v. zekere brandstof voor stoomwagens.
| |
[† Carbonade]
† Carbonade, v. (-n), op den rooster gebraden vleesch. *...NARI, m. mv. kolenbranders; het genootschap der -, geheim politiek genootschap in Italië; (fig.) de -, vurige vrijheidsgezinden. *...NATEN, o. mv. koolzure zouten. *...NISATIE, v. gmv. verkoling. *...NISEREN, ow. gel. (het carboniseerde, is gecarboniseerd), verkolen; gecarboniseerde turf. *...NIUM, o. gmv. koolstof.
| |
| |
| |
[† Carcel-lamp]
† Carcel-lamp, v. (-en), lamp waarin de olie door twee perspompen tot bij de vlam wordt gebragt.
| |
[† Cardamom]
† Cardamom, o. zekere geurige plant; likeur daaruit gestookt.
| |
[† Cardinaal]
† Cardinaal, bn. voornaamste; eerste (in zijne soort); cardinale punten, hoofdpunten. *-, m. zie KARDINAAL. *...OÏDE, v. (wisk.) zekere kromme lijn.
| |
[† Caresseren]
† Caresseren, bw. gel. (ik caresseerde, heb gecaresseerd), liefkozen, vleijen, troetelen.
| |
[† Caret]
† Caret, o. (-en), teeken dat iets uitgelaten is (∧).
| |
[† Carga]
† Carga, v. (-as), (kooph.) scheepslading, vracht, factuur der lading; carga-lijst, opgave der lading van een binnengekomen schip. *-DOOR, m. (-s), of CARGO, scheepsmakelaar, scheepsbevrachter; supercargo, opzigter der lading.
| |
[† Caricatuur]
† Caricatuur, v. (...uren), spotprent; bespottelijke overdrijving in de afbeelding van iets of iem. *...TURIST, m. (-en), vervaardiger van spotprenten.
| |
[† Carillon]
† Carillon, o. gmv. klokkenspel.
| |
[† Carina]
† Carina, mv. vlinderbloemen.
| |
[† Carlisten]
† Carlisten, m. mv. aanhangers van don Carlos (in Spanje).
| |
[† Carmagnole]
† Carmagnole, v. (eert.) fransch patriotisch lied. *-, m. (-n), (fig.) volbloed jakobijn.
| |
[† Carmelieten]
† Carmelieten, m. mv. monniken van den berg Carmel.
| |
[† Carneool]
† Carneool, o. rood-agaat (steen).
| |
[† Carnivora]
† Carnivora, mv. vleeschvretende -, roofdieren.
| |
[† Carogne]
† Carogne, v. (-s), kreng, ondeugende -, lastige vrouw, oude heks, feeks.
| |
[† Carolien]
† Carolien, m. gouden munt = ƒ11 à ƒ12. *...LINE, v. zie CARAMBOLINE.
| |
[† Carré]
† Carré, o. (-s), vierkant, vierhoekige slagorde.
| |
[† Carreau]
† Carreau, o. (-x), ruit; ruiten (op speelkaarten).
| |
[† Carrelet]
† Carrelet, o. (-ten), vierkant liniaaltje.
| |
[† Carrière]
† Carrière, v. loopbaan, levensloop; ambtsbediening; volle ren (van een paard).
| |
[† Carosse]
† Carosse, v. (-n), pracht-, staatsiekoets.
| |
[† Caroussel]
† Caroussel, o. (-s), ridderspel; ringsteken op houten paarden of in scheepjes enz., mallemolen.
| |
[† Carte]
† Carte, v. (-s), kaart, spijskaart (in logementen en restauratiën); carte blanche, onbepaalde volmagt.
| |
[† Cartel]
† Cartel, o. (-s), verdrag tot uitlevering, uitwisselingstraktaat; uitdaging tot een tweegevecht. *...TEREN, bw. gel. (ik carteerde, heb gecarteerd), in eenen omtrek -, in eene teekening brengen.
| |
[† Cartesiaansch]
† Cartesiaansch, bn. van Cartesius of Descartes; (nat.) cartesiaansche wijsbegeerte; - draaikring; - duiveltjes.
| |
[† Carthamine]
† Carthamine, v. gmv. zekere fraai roodgele kleurstof.
| |
[† Carton]
† Carton, o. (-s), sterk blad papier; bordpapier; modelblad (voor schilders, tapijtwerkers ens.); zekere teekening; ligte band om een boek; papieren doos. *-NEREN, bw. gel. (ik cartonneerde, heb gecartonneerd), in bordpapier binden.
| |
| |
| |
[† Caryatiende]
† Caryatieden, mv. (bouwk.) lastdragers, vrouwenbeelden als schoorzuilen of pilasters.
| |
[† Casagne]
† Casagne, v. (-s), korte rijrok, reisrok.
| |
[† Cascade]
† Cascade, v. (-n), waterval; (ook) soort vuurwerk.
| |
[† Casco]
† Casco, o. (-os), scheepsromp, hol van een schip.
| |
[† Caseïne]
† Caseïne, v. gmv. kaasstof.
| |
[† Casimir]
† Casimir, o. gmv. ligte gekeperde wollen stof.
| |
[† Casino]
† Casino, o. (-os), besloten gezelschap, kollegie, vereeniging.
| |
[† Casquet]
† Casquet, m. (-ten), ijzeren helm, stormhoed; pet, muts; op zijn - krijgen, slaag -, klappen krijgen.
| |
[† Cassa]
† Cassa, v. gmv. geldvoorraad (van eenen koopman), kas; per -, tegen-, in gereed geld. *-BOEK, o. (-en).
| |
[† Cassatie]
† Cassatie, v. gmv. vernietiging (van een vonnis enz.); ontzetting (van een ambt); in - gaan, zich in - voorzien; hof van -, geregtshof dat in hooger beroep uitspraak doet.
| |
[† Cassave]
† Cassave, v. gmv. brood van den maniokwortel.
| |
[† Cassegrain]
† Cassegrain, m. (-s), spiegel-teleskoop.
| |
[† Casseren]
† Casseren, bw. gel. (ik casseerde, heb gecasseerd), vernietigen; nietig verklaren; ontzetten (van een ambt); afdanken en wegjagen (eenen soldaat).
| |
[† Casserolle]
† Casserolle, v. (-n), kook-, braad-, stoofpan, kastrol.
| |
[† Cassette]
† Cassette, v. (-en), kistje, koffertje, geldkistje.
| |
[† Cassonade]
† Cassonade, v. gmv. keukensuiker.
| |
[† Castagnetten]
† Castagnetten, v. mv. klaphoutjes, duimkleppers (bij zekeren dans).
| |
[† Caste]
† Caste, v. (-n), familiestam (in Indië); volksafdeeling.
| |
[† Castel]
† Castel, o. (-len), burg, vesting, klein kasteel; (zeew.) voor- en achterdek. *-LAAN, m. (...anen), slotvoogd, kastelein.
| |
[† Castigatie]
† Castigatie, v. (...ën), tuchtiging. *...GEREN, bw. gel. (ik castigeerde, heb gecastigeerd), tuchtigen, kastijden.
| |
[† Castor]
† Castor, m. (-en), bever; castor-olie, wonderolie. *-EUM, o. bevergeil.
| |
[† Castraat]
† Castraat, m. (...aten), ontmande, gesnedene. *...TRATIE, v. (...ën), ontmanning, lubbing. *...TREREN, bw. gel. (ik castreerde, heb gecastreerd), lubben, ontmannen.
| |
[† Casualist]
† Casualist, m. (-en), aanhanger van het stelsel dat alles van bloot toeval afhangt. *...EEL, bn. en bijw. toevallig, bij gelegenheid; onzeker. *...IST, m. (-en), gewetensleeraar, beslisser van gewetenszaken. *...ISTIEK, *...ISTERIJ, v. gmv. gewetensleer, wijsheidsleer.
| |
[† Casus]
† Casus, m. (taalk.) geval, naamval; een - criticus, een zwaarwigtig geval.
| |
[† Catacomben]
† Catacomben, mv. onderaardsche gangen (te Rome, Parijs enz.).
| |
[† Catadioptrisch]
† Catadioptrisch, bn. schijnbaar naderbijbrengend, vergrootend.
| |
[† Catalecten]
† Catalecten, mv. verzamelde fragmenten uit oude werken. *...LECTISCH, bn. fragmentsgewijze, onvolledig. *...LOGUS, m. (...gi, -sen), lijst-, register van voorwerpen (boeken enz.). *...PULT, v. (oudt.) zeker oorlogswerktuig. *...RACT, v. (-en), groote waterval; graauwe staar (blindheid).
| |
| |
| |
[† Catarrhaal]
† Catarrhaal, bn. zinkingachtig; catharrale koorts, zinkingkoorts.
| |
[† Catastrophe]
† Catastrophe, v. (-s), ongelukkige afloop eener zaak; groote -, algemeene ramp; ontknooping (van een treurspel).
| |
[† Catechetisch]
† Catechetisch, bn. vraagswijze, in den vorm van een gesprek. *...CHISATIE, v. (...ën), vraagonderrigt, onderwijs in de godsdienst. *...CHISEERMEESTER, m. (-s), hervormd godsdienst-onderwijzer. *...CHISEREN, bw. gel. (ik catechiseerde, heb gecatechiseerd), godsdienstonderwijs geven, - ontvangen. *...CHISMUS, m. (-sen), vraagboek (bij het godsdienst-onderwijs).
| |
[† Catechu, Cachou]
† Catechu, Cachou, v. zekere sterk zamentrekkende stof.
| |
[† Categorie]
† Categorie, v. (...ën), klasse, rang, afdeeling. *...GORISCH, bn. onvoorwaardelijk, bepaald, zonder omwegen; een -e imperativus, een onvoorwaardelijk bevel, gebod der zedelijkheid.
| |
[† Cateren]
† Cateren, bw. gel. (ik cateerde, heb gecateerd), doek of laken persen, - glanzen.
| |
[† Catheder]
† Catheder, m. (-s), leer-, preekstoel, spreekgestoelte. *...DRAAL, v. (...alen), hoofd-, domkerk. *...TER, m. (-s), buis tot aftapping der urine uit de blaas. *...THUS, m. (meetk.) zekere loodlijn.
| |
[† Catoptriek]
† Catoptriek, v. gmv. leer van de terugkaatsing der lichtstralen.
| |
[† Causa]
† Causa, v. grond; oorzaak; regtszaak. *-AL, bn. oorzakelijk, redegevend.
| |
[† Cause célèbre]
† Cause célèbre, v. beroemd regtsgeding; veel gerucht makende zaak.
| |
[† Cautie]
† Cautie, v.(...ën), borgtogt, onderpand. *...TIONNEREN, bw. gel. (ik cautionneerde, heb gecautionneerd), borg stellen, - staan voor iem.
| |
[† Cavalcade]
† Cavalcade, v. (-s), optogt te paard; pleizierrid in gezelschap.
| |
[† Cavalier]
† Cavalier, m. (-en), ruiter; ridder, edelman, begeleider eener dame; (vestingb.) kat, walkat. *...LIÈREMENT, bijw. ridderlijk; ongedwongen, vrij. *...LERIE, v. gmv. ruiterij. *...LERIST, m. (-en), soldaat te paard.
| |
[† Cavata]
† Cavata, *...TINE, v. (muz.) kort gezang.
| |
[† Cavent]
† Cavent, m. (-en), borg, goedspreker. *...VEREN, ow. gel. (ik caveerde, heb gecaveerd), borg blijven, goed spreken. ZICH -, ww. (fig.) op zijne hoede zijn.
| |
[† Caviteit]
† Caviteit, v. holte.
| |
[† Cedel, Cedul]
† Cedel, Cedul, v. (-len), lijst; huur-, huurceêl, huurkontrakt. *-TJE, (B. -N), o. (-s).
| |
[† Cedent]
† Cedent, m. (-en), (regt., kooph.) die afstand doet. *...DEREN, bw. gel. (ik cedeerde, heb gecedeerd), afstaan, afstand doen van, overlaten; (fig.) toegeven; zwichten.
| |
[Ceder]
Ceder, m. (-s), gewas, boom. *-BOOM, m. (-en). *-HOUT, o. gmv. *-HOUTEN, bn. *-WIJN, m.
| |
[† Cedille]
† Cedille, v. (-s), teeken in den vorm eener omgekeerde c, onder de c, om deze letter voor de a, o en u als eene scherpe s te doen uitspreken (ç).
| |
[† Ceêl]
† Ceêl, v. zie CEDEL.
| |
[† Ceintuur]
† Ceintuur, v. (...uren), gordel, band.
| |
| |
| |
[Cel]
Cel, v.(-len), vertrekje (in een klooster, in eene gevangenis); zeszijdig vakje in een honiggraat; (nat. hist., ontl.) vakje. *-ACHTIG, bn. *-LETJE, (B. -N), o. (-s). *-VORMIG, bn.
| |
[† Celadon]
† Celadon, o. zeegroen (verf). *...TUUR, v. beeld-, stempel-snijkunst.
| |
[† Celebratie]
† Celebratie, v. (...ën), viering. *...BREREN, bw. gel. (ik celebreerde, heb gecelebreerd), vieren, plegtig gedenken. *...BRITEIT, v. (-en), vermaardheid; (fig.) beroemde naam; vermaard persoon.
| |
[† Celeres]
† Celeres, m. gmv. snelloopers (wacht van Romulus).
| |
[† Celeriteit]
† Celeriteit, v. gmv. vlugheid, gezwindheid.
| |
[† Celibaat]
† Celibaat, o. gmv. ongehuwde staat; het - der r.k. priesters.
| |
[Cellebroeder]
Cellebroeder, m. (-s), zekere monnik. *-SKLOOSTER, o. (-s).
| |
[Cellist]
Cellist, m. (-en), violoncellist, kleine-basspeler.
| |
[Cellulair]
Cellulair, bn. in kamertjes -, in vertrekjes afgedeeld; de -e gevangenis; een - rijtuig (tot het vervoer van gevangenen); het - stelsel, stelsel van eenzame opsluiting.
| |
[Cellose]
Cellose, v. celstof, geraamte der planten.
| |
[Celplanten]
Celplanten, v. mv. zwammen, wieren, mossen. *...VOCHT, o. gmv. *...WAND, m. (-en). *...WEEFSEL, o. gmv.
| |
[Cement]
Cement, (B. ook CIMENT), o. gmv. tras, metselkalk, mortel; voegsel; dordtsch -, Portland -, kunst-. *-, (fig.) band, vastheid. *-EN, bn. van cement. *-EREN, bw. gel. (ik cementeerde, heb gecementeerd), (metalen) gloeijen door ze te vereenigen. *-POEDER, o. gmv. *-WATER, o. gmv. *-STAAL, o. gmv. brandstaal.
| |
[† Cenobiet]
† Cenobiet, m. (-en), kloosterbroeder; kluizenaar. *...TAPHIUM, o. (...ia), grafteeken, praalgraf.
| |
[† Censeren]
† Censeren, bw. ow. gel. (ik censeerde, heb of ben gecenseerd), beoordeelen, onderzoeken, achten; (fig.) geacht worden als, gehouden worden voor. *...SOR, m. (-en), beoordeelaar, criticus, recensent, kunstregter; (rom. gesch.) zedemeester. *...SEREREN, bw. gel. (ik censureerde, heb gecensureerd), beoordeelen, onderzoeken, gispen, berispen; in den kerkban doen. *...SUUR, v. onderzoek en beoordeeling van staatswege van boekwerken (meestal vóór de uitgaaf), ook van tooneelstukken (vóór de opvoering).
| |
[† Census]
† Census, m. gmv. cijns, belasting; maatstaf naar den belastingaanslag enz. om de staatsburgerregten uit te oefenen.
| |
[† Cent, Centum]
† Cent, Centum, o. honderd; een cent (honderdste gedeelte van den nederlandschen gulden of den noord-amerikaanschen dollar); pro cent of percent, ten honderd.
| |
[† Centaur]
† Centaur, (-en), *-us, m. (...ri), (fab.) paardmensch, monster, gedrogt (half mensch en half paard).
| |
[Centenaar]
Centenaar, m. (-s), honderd pond (gewigt).
| |
[† Centi]
† Centi, honderdste deel van maten en gewigten. *-ARE, v. (-n), vierkante palm, honderdste deel der wisse. *-FOLIE, v. (...ën), honderdbladige roos. *-GRAMME, v. (-n), honderdste wigtje. *-LITRE, m. (-s), vingerhoed, honderdste gedeelte der kan. *-METER, m. (-s), duim, honderdste gedeelte eener el. *-STÈRE, v. (-s), honderdste deel eener wisse, kubieke nederl. el.
| |
| |
| |
[† Centime]
† Centime, m. (-s), honderdste deel van een franc (muntstuk).
| |
[† Centraal]
† Centraal, bn. middelpuntig; midden...; -Amerika, Midden-Amerika; - lestuur, hoofdbestuur. *-BEWEGING, v. (-en). *-KRACHT v. (-en). *-PUNT, o. (-en). *-SCHOOL, v. (...olen). *-STRALEN, m. mv. *-VUUR, o. gmv. *-VULKANEN, m. mv. *-ZON, v. *...TRALISATIE, v. zamentrekking in één punt; vereeniging van de regeringsmagt in één ligchaam. *...TRALISEREN, bw. gel. (ik centraliseerde, heb gecentraliseerd), in één middelpunt vereenigen, - zamentrekken. *...TREREN, bw. gel. (ik centreerde, heb gecentreerd), (glasbl.) in het middelpunt de grootste dikte brengen. *...TRIFUGAAL, bn. middelpuntschuwend. *...TRIPETAAL, bn. middelpuntzoekend.
| |
[† Centroscopie]
† Centroscopie, v. gmv. bepaling van het midden- of zwaartepunt; beschouwing der zwaartekracht.
| |
[† Centrum]
† Centrum, o. (-s, ...tra), middelpunt, vereenigingspunt; plaats waar in eene landsvergadering de aanhangers van het bewind zitten; de gematigde partij in zulk eene vergadering.
| |
[† Centumvir]
† Centumvir, m. (-s), (rom. gesch.) honderdman. *-AAT, o. waardigheid van honderdman.
| |
[† Centupleren]
† Centupleren, bw. gel. (ik centupleerde, heb gecentupleerd), verhonderdvoudigen, met honderd vermenigvuldigen.
| |
[† Centurie]
† Centurie, v. (...ën), verdeeling in honderdtallen; bende van honderd man. *...RION, m. (-en), hoofdman over honderd.
| |
[† Cephalopoden]
† Cephalopoden, m. mv. koppootigen (eene orde van weekdieren).
| |
[† Ceracine]
† Ceracine, v. gmv. kersengom. *...TIETEN, m. mv. zeker geslacht van weekdieren.
| |
[† Cerberus]
† Cerberus, m. gmv. (fab.) helhond. *-, (-sen), (fig.) norsche portier of deurwachter.
| |
[† Cercle]
† Cercle, m. (-s), kring, gezelschap, bezoek.
| |
[† Cerealiën]
† Cerealiën, mv. graangewassen, granen.
| |
[† Cerebrum, Cerebellum]
† Cerebrum, Cerebellum, o. hersenen.
| |
[† Ceremonie]
† Ceremonie, v. (...ën), plegtigheid, pligtpleging; hof-, kerkgebruik. *...NIËEL, bn. plegtstatig. -, o. vastgesteld gebruik bij plegtigheden of feesten enz. *-MEESTER, m. (-s), die de plegtigheden regelt (bij feesten enz.). *...NIEUS, bn. vol pligtplegingen, overdreven beleefd.
| |
[† Ceres]
† Ceres, v. godin van den landbouw en de veldvruchten; naam eener planeet, aangewezen door het teeken ; Ceres en Bacchus, het koren en de wijn.
| |
[† Cerine]
† Cerine, v. zeker bestanddeel van het bijenwas.
| |
[† Cerirum]
† Cerirum, o. een zeer zeldzaam metaal.
| |
[† Cerneren]
† Cerneren, bw. gel. (ik cerneerde, heb gecerneerd), insluiten, omringen.
| |
[† Certepartij]
† Certepartij, ook CHERTE- of CHARTE-PARTIE, v. overeenkomst tusschen den bevrachter en den reeder of scheepseigenaar.
| |
[† Certificaat]
† Certificaat, o. (...aten), getuigschrift, verklaring, bewijs, attest. *...FICEREN, *...FIËREN, bw. gel. (ik certificeerde of certifiëerde, heb gecertificeerd of gecertifiëerd), bij getuigschrift bevestigen.
| |
| |
| |
[† Ceruis]
† Ceruis, o. gmv. loodwit.
| |
[† Cervelaat-worst]
† Cervelaat-worst, v. (-en), sterk gekruide en gerookte vleesch-worst; (ook) zult, hoofdkaas, hoofdvleesch.
| |
[† Ces]
† Ces, v. (muz.) verlagende halve toon.
| |
[† Cesseren]
† Cesseren, ow. gel. (het cesseerde, heeft gecesseerd), ophouden, een einde nemen. *...SIE, v. (...ën), afstand, overlating van een regt; boedelafstand. *...SIONARIS, m. (...sen), die afstand doet.
| |
[† Cetaceën]
† Cetaceën, mv. walvischaardige dieren.
| |
[† Cetrarine]
† Cetrarine, v. een bestanddeel van het ijslandsche mos.
| |
[† Chaconne]
† Chaconne, v. (-s), soort zangstuk.
| |
[† Chagrin, Chagrijn]
† Chagrin, Chagrijn, o. gmv. verdriet. *-, CHAGRIJN -, CHAGRAIN - of SAGRIJNLEDER, leder bereid uit de achterste ruggedeelen van paarden- en ezelsvellen. *-EREN, bw. gel. (ik chagrineerde, heb gechagrineerd), bedroeven, kwellen, verdriet veroorzaken, krenken.
| |
[† Chaîne]
† Chaîne, v. (-s), keten (in de danskunst), kettingdans; rij (van uitgezette posten).
| |
[† Chaise]
† Chaise, v. sjees, ligt tweewielig rijtuig.
| |
[† Chako]
† Chako, m. (-os), soldatenhoed.
| |
[† Chalaza]
† Chalaza, v. (plant.) vaatmerk; navelvlek.
| |
[† Chalcedon]
† Chalcedon, m. halfdoorzigtige en witte agaat. *...DRON, o. engelsch gewigt voor steenkolen (te Londen = ruim 1000 ned. pond, te Newcastle = 1027 ned. pond). *...COGRAPHIE, v. gmv. plaatsnijkunst, graveerkunst.
| |
[† Chaleureus]
† Chaleureus, bn. heet, vurig (van aard); vol vuur, vol gloed, vol leven.
| |
[† Chamade]
† Chamade, v. (oorl.) teeken van overgave.
| |
[† Chamarreren]
† Chamarreren, bw. gel. (ik chamarreerde, heb gechamarreerd), borduren, met borduursel of bloemwerk bezetten.
| |
[† Chambre]
† Chambre, v. kamer; chambre ardente, (oudt.) geregtshof in Frankrijk dat het doodvonnis, door middel van levend verbranden, over ketters en gifmengers uitsprak; chambre garnie, gestoffeerde-, gemeubeleerde kamer. Zie verder CAMERA.
| |
[† Chameleon]
† Chameleon, m. zie KAMELEON.
| |
[† Champêtre]
† Champêtre, bn. landelijk; fête -, landelijk feest; bal -, danspartij in eenen tuin, - in de open lucht. *...PIGNON, m. (-s), kampernoelje, paddestoel; (fig.) opkomeling.
| |
[† Chamsin]
† Chamsin, m. zekere schadelijke zuidwestenwind (in Egypte).
| |
[† Change]
† Change, v. *-MENT, o. ruil, wisseling, verwisseling, verandering; - à vue, verandering van tooneeldecoratie zonder dat de gordijn valt. *...GEREN, bw. ow. gel. (ik changeerde, heb gechangeerd), veranderen, verwisselen; verschieten (van kleuren).
| |
[† Chanson]
† Chanson, v. (-s), liedje, zangstukje.
| |
[† Chaos]
† Chaos, m. gmv. bajert, vormelooze klomp, mengelklomp; (fig.) warboel.
| |
[† Chapeau bas]
† Chapeau bas, bijw. den hoed onder den arm, blootshoofds.
| |
[† Chaperonneren]
† Chaperonneren, bw. gel. (ik chaperonneerde, heb gechaperonneerd), eene jonge dame tot geleider en beschermer verstrekken.
| |
[† Chapitre]
† Chapitre, m. (-s), hoofdstuk; (fig.) onderwerp van gesprek.
| |
| |
| |
[† Chaptaliseren]
† Chaptaliseren, bw. gel. suiker bij het druivensap voegen om beteren wijn te verkrijgen.
| |
[† Char-à-bancs]
† Char-à-bancs, m. naam van zeker rijtuig.
| |
[† Charade]
† Charade, v. (-s), lettergreepraadsel.
| |
[† Charge]
† Charge, v. (-n), eerepost, bediening, ambt; last, vracht; aanval, aanval der ruiterij.
| |
[† Chargé d'affaires]
† Chargé d'affaires, m. zaakgelastigde.
| |
[† Chargeren]
† Chargeren, bw. gel. (ik chargeerde, heb gechargeerd), belasten; beladen; gelasten; berekenen; opdragen, een aanval doen (der ruiterij).
| |
[† Charivari]
† Charivari, o. ketel-, kattenmuziek, getier, geschreeuw, standje; verschillende kleinoodiën aan eenen horlogieketting.
| |
[† Charlatan]
† Charlatan, m. (-s), kwakzalver; windbuil, praalhans. *-ERIE, v. kwakzalverij, pogcherij, snoeverij.
| |
[† Charmant]
† Charmant, bn. en bijw. (-er, -st), schoon, bekoorlijk, innemend, bij uitstek fraai. *...MEREN, bw. gel. (ik charmeerde, heb of ben gecharmeerd), verrukken, betooveren, innemen.
| |
[† Charmotte]
† Charmotte, v. zekere vuurvaste steenen.
| |
[† Charons boot]
† Charons boot, (fig.) de dood, overgang tot een beter leven.
| |
[† Charta magna]
† Charta magna, v. (gesch.) oude grondwet van Engeland.
| |
[† Charte-partie]
† Charte-partie, v. zie CERTEPARTIJ.
| |
[† Charter]
† Charter, o. oirkonde; grondwet; kaliber; schepen van zwaar- (of kaliber). *...TISTEN, m. mv. naam van zekere staatspartij in Engeland (in het belang van het volk), partij der demokraten van 1848.
| |
[† Charybdis]
† Charybdis, m. gevaarlijke draaikolk, tusschen Kalabrië en Sicilië; zie SCYLLA.
| |
[† Chatouille]
† Chatouille, v. (-n), geldkistje; bijzondere kas (van eenen vorst enz.).
| |
[† Chaussée]
† Chaussée, v. (...ën), straat-, steenweg, kunststraat. *...SEREN (ZICH), ww. gel. (ik chausseerde mij, heb mij gechausseerd), zijne kousen en schoenen -, zijne schoenen of laarzen aantrekken, ze dragen.
| |
[† Check]
† Check, v. kassiersboekje, aanwijzing op de kas ter betaling.
| |
[† Chef]
† Chef, m. (-s), hoofd, opperhoofd, opperste aanvoerder, leider. *-D'OEUVRE, o. meesterstuk.
| |
[† Chekao]
† Chekao, o. zeker deeg waarvan de Chinezen figuren op porselein maken.
| |
[† Chelidonine]
† Chelidonine, o. zeker alcaloïde.
| |
[† Chemie, Chymie]
† Chemie, Chymie, v. gmv. scheikunde. *...MICALIÊN, mv. scheikundig bewerkte waren (artsenijen, droogerijen enz.). *...MISCH, bn. scheikundig. *...MISMUS, o. scheikundige kracht of werking. *...MIST, m. (-en), scheikundige. *...MITYPIE, v. gmv. zie GLYPHOGRAPHIE.
| |
[† Chemisette]
† Chemisette, v. (-n), halfhemd, kraaghemdje; chemiset-speld, doek-, borstspeld.
| |
[† Chenille]
† Chenille, v. (-s), zekere vrouwenmantel; soort knoopwerk; en - werken. *-S, mv. fluweelkoorden, boordsels.
| |
[† Chersonesus]
† Chersonesus, m. schiereiland.
| |
[† Cherub]
† Cherub, *-IJN, m. (-en), hemelling, hemelgeest, vuur-, vlambode.
| |
[† Cheswan]
† Cheswan, m. zie MARCHESWAN.
| |
[† Cheval de bataille]
† Cheval de bataille, m. (fig.) stokpaardje.
| |
| |
| |
[† Chevalier d'industrie]
† Chevalier d'industrie, m. (fig.) oneerlijke fortuinzoeker.
| |
[† Chicane]
† Chicane, v. (-s), regtsverdraaijing, haarkloverij; spitsvondigheid. *...NEREN, ow. gel. (ik chicaneerde, heb gechicaneerd), zich van regtsverdraaijing bedienen; vitten, het iem. lastig maken. *...NEUR, m. (-s), pleitziek mensch, haarklover, regtsverdraaijer.
| |
[† Chiffonnière]
† Chiffonnière, v. (-s), ladekast, hooge ladetafel.
| |
[Chijl]
Chijl, o. (ontl.) maagsap. *-ACHTIG, bn. (-er, -st). *-ACHTIGHEID, v. gmv. *-MAKEND, bn. *-MAKING, v. *-VATEN, o. mv.
| |
[† Chiliade]
† Chiliade, v. (-n), duizendtal.
| |
[† Chimaera, Chimère]
† Chimaera, Chimère, v. droombeeld, hersenschim.
| |
[† Chimpansé]
† Chimpansé, m. (-s), naam van een soort zeer groote apen.
| |
[† China]
† China, *-BAST, m. zie KINABAST. *-ZILVER, o. (het zoogenaamde) nieuw zilver.
| |
[† Chinchilla]
† Chinchilla, o. zuid-amerikaansch knaagdier; bont, zeer fijne pelterij van dit dier.
| |
[† Chiné]
† Chiné, o. vlammige stof. *...NEREN, bw. gel. (ik chineerde, heb gechineerd), vlammig weven, - bewerken; gechineerde stoffen, gevlamde -, met vlammige patronen geweven stoffen.
| |
[† Chinine, Chinoïdine]
† Chinine, Chinoïdine, v. zie KINABAST.
| |
[† Chique]
† Chique, ook wel PIQUE of BICHO genoemd, m. zekere vloo (in de keerkringlanden). *-, bn. (fig.) dat staat zeer -, dat is zeer smaakvol, naar de laatste mode.
| |
[† Chirimoya]
† Chirimoya, v. zekere vrucht (in de keerkringlanden).
| |
[† Chirologie]
† Chirologie, v. gmv. handen-, vingerspraak. *...MANTIE, v. gmv. handwaarzeggerij.
| |
[† Chirurgie]
† Chirurgie, v. gmv. wondheelkunst. *...GIJN, (-s), *...GUS, (-sen), m. heelmeester, wondheeler. *...GICAAL, bn. heelkunstig.
| |
[† Chits]
† Chits, o. zie SITS.
| |
[† Chladni]
† Chladni (FIGUREN VAN), o. mv. klankfiguren.
| |
[† Chloor]
† Chloor, o. zoutzuurgas. *-ALCALI, o. *-AMMONIUM, o. salmoniak. *-BEPALING, v. *-CALCIUM, o. *-GOUD, o. *-KALIUM, o. *-KALK, m. chloor met kalk verbonden, bleekzout. *-METALEN, o. mv. *-NATRIUM, o. keukenzout. *-POTASSIUM, o. *-SODIUM, *-STIKSTOF, o. *-WATER, o. *-WATERSTOF, o. zoutzuur. *-ZILVER, o.
| |
[† Chloriet]
† Chloriet, o. zekere glimmersoort (delfstof).
| |
[† Chloroform]
† Chloroform, v. chloorverbinding die het gevoel verdooft. *...METRIE, v. gmv. chloorbepaling. *...PHAAN, o. zekere vloeispaath. *...PHYLLUM, o. bladgroen.
| |
[Chocolade]
Chocolade, v. vermenging van cacao, suiker en kaneel; daaruit bereide drank. *-FABRIEK, v. (-en). *-KAN, v. (-nen). *-KOEKJE, o. (-s). *-MAKERIJ, v. (-en). *-WINKEL, m. (-s).
| |
[† Cholera]
† Cholera, *-MORBUS, v. aziatische braakloop. *...RINE, v. cholera in ligten graad. *...RISCH, *...RIEK, bn. galzuchtig, driftig, oplooijend; het - temperament.
| |
[† Cholestearine]
† Cholestearine, v. galvet.
| |
[† Chondrine]
† Chondrine, v. kraakbeenlijm.
| |
[† Choquant]
† Choquant, bn. (-er, -st), aanstootelijk, stuitend, walgelijk.
| |
| |
*...QUEREN, bw. gel. (ik choqueerde, heb of ben gechoqueerd), aanstoot geven, hinderen, tegen de borst stuiten.
| |
[† Chordometer]
† Chordometer, m. (-s), (meetk.) werktuig tot het meten van hoeken door de bepaling van hunne koorden bij een gegeten straal.
| |
[† Chorograaph]
† Chorograaph, m. (...aphen), landschapteekenaar. *...GRAPHIE, v. gmv. beschrijving van landen.
| |
[† Chose]
† Chose, v. (-s), zaak, ding; grap, klucht.
| |
[† Chouans]
† Chouans, m. mv. (fr. gesch.) aanhangers der Bourbons in de Vendée.
| |
[† Chrestomathie]
† Chrestomathie, v. (...ën), verzameling van uittreksels der werken van dichters en prozaschrijvers, bloemlezing.
| |
[† Chrie]
† Chrie, v. (...ën), korte spreuk; opstel dat de leerlingen moeten uitbreiden.
| |
[Christelijk]
Christelijk, bn. en bijw. (-er, -st), tot het christendom behoorende of er uit voortvloeijende. *-HEID, v. christelijke deugd.
| |
[Christen]
Christen, m. (-en), *...TIN, v. (-nen), belijder -, belijdster der christelijke leer. *-DOM, o. gmv. *-HEID, v. gmv. al de christenen. *-RIJK, o. gmv.
| |
[Christus]
Christus, m. Gezalfde. *-BEELD, o. (-en), het beeld van Jezus Christus, kruisbeeld. *-ORDE, v. portugesche en braziliaansche ridderorde.
| |
[† Chroma]
† Chroma, v. kleur. *-TIEK, v. gmv. leer van het ontstaan en de verhouding der kleuren. *-TISCH, bn. de -e schaal, (muz.) zekere toonreeks. *-TOPHOREN, m. mv. (ontl.) kleurdragers. *-TROOP, m. gmv. nevelbeelden (door twee tooverlantaarns voortgebragt), dissolving-views.
| |
[† Chromium]
† Chromium, o. zeker metaal.
| |
[† Chronique scandaleuse]
† Chronique scandaleuse, v. schandelijk stadspraatje.
| |
[† Chronisch]
† Chronisch, bn. langdurig, slepend (van ziekten).
| |
[† Chronogram]
† Chronogram, v. (-men), jaartalvers. *...GRAPHIE, v. gmv. tijdbeschrijving. *...LOGIE, v. gmv. tijdrekenkunde, tijdleer. *...LOGISCH, bn. tijdrekenkundig. *...METER, m. (-s), tijdmeter, zee-uurwerk. *...SCOOP, m. (...open), toestel om zeer kleine tijddeelen (bv. duizendsten of tienduizendsten van sekonden) te meten.
| |
[† Chrysoberyll]
† Chrysoberyll, o. zeker edelgesteente. *...GRAPHIE, v. gmv. goudschrijfkunst. *...LIETH, m. zekere delfstof. *...PRAS, v. goudsbloem. *...RHAMNINE, v. avignonbessen, perzische bessen, geelbessen (bevattende eene goudgele kleurstof). *...TYPIE, v. gmv. photographie op papier dat met eene onzijdige goudoplossing behandeld is.
| |
[† Chrysoot]
† Chrysoot, o. een naar goud gelijkend metaalmengsel.
| |
[† Chthonisothermen]
† Chthonisothermen, (ook ISOGEOTHERMEN), mv. zekere lijnen op de oppervlakte des aardbols.
| |
[† Chymus]
† Chymus, m. (ontl.) spijspap, maagbrij.
| |
[† Chut!]
† Chut! m. stil! zwijg!
| |
[† Ciborie]
† Ciborie, v. (...ën), (bij de r.k.) hostiekas, ouwelvaas.
| |
[† Cicade]
† Cicade, v. schuimbeestje.
| |
[Cicero]
Cicero, m. (boekdr.) zekere lettersoort. *-NE, m. (-in), gids, geleider, wegwijzer.
| |
| |
| |
[† Cichorei]
† Cichorei, v. (B., v. voor de plant, m. voor den wortel), suikerij, zeker wortelgewas.
| |
[† Cicisbeo]
† Cicisbeo, m. damesgeleider, vertrouwde vriend eener gehuwde vrouw (in Italië).
| |
[† Cid]
† Cid, m. aanvoerder, eeretitel van een beroemden spaanschen held.
| |
[† Cyder]
† Cyder, (B. CYDER), m. gmv. ooftwijn, appeldrank. *-AZIJN, m. gmv.
| |
[† Ci-devants]
† Ci-devants, m. mv. (in Frankrijk) spotnaam voor de personen uit adellijke en vorstelijke familiën.
| |
[† Cigaar]
† Cigaar, v. zie SIGAAR.
| |
[Cijfer]
Cijfer, o. (-s), getalletter, getalmerk; hij is eene nul in het -, hij beteekent hoegenaamd niets. *-AAR, m. (-s), rekenaar. *-BOEK, o. (-en). *-BORD, o. (-en). *-EN, bw. gel. (ik cijferde, heb gecijferd). *-GETAL, o. (-len). *-ING, v. (-en). *-KUNST, v. gmv. *-LETTER, v. (-s). *-MEESTER, m. (-s). *-SCHRIFT, o. gmv. geheim schrift. *-SCHOOL, v. (...olen).
| |
[Cijns]
Cijns, m. (...zen), schatting, belasting, tol. *-BAAR, bn. schatpligtig. *-BAARHEID, v. gmv. *-REGT, o. (-en), regt om schatting te heffen.
| |
[Cilinder]
Cilinder, (B. CYLINDER), m. (-s), ronde zuil, rolsteen, rol, wals. *-DEUR, v. (-en). *-KABINET, o. (-ten). *-VORMIG, bn. (-er, -st).
| |
[Cimbaal, Cimbel]
Cimbaal, Cimbel, (B. CYMBAAL), v. zeker speeltuig. *-SPEL, o. gmv.
| |
[† Cimier]
† Cimier, o. en m. (B.) helmkam.
| |
[Cinders, Sinders]
Cinders, Sinders, mv. afgezwavelde steenkolen, soort coke.
| |
[† Cinellen]
† Cinellen, v. mv. koperen bekkens bij de turksche veldmuziek.
| |
[† Cinetorama]
† Cinetorama, o. verbeterde camera-obscura.
| |
[Cingel]
Cingel, m. (B.) zie SINGEL.
| |
[Cinnaber]
Cinnaber, o. vermiljoen (roode verfstof).
| |
[† Cinnamomum]
† Cinnamomum, o. kaneel.
| |
[Cipier]
Cipier, (B. CIPPIER), m. (-s), gevangenbewaarder, stokwachter. *-SE, v. vrouw van den cipier, gevangenbewaarster. *-SKNECHT, m. (-s).
| |
[Cipres]
Cipres, (B. CYPRES), m. (-sen), zekere boom. *-BOOM, m. (-en). *-SEN, bn. van cipreshout. *-HOF, o. (...oven). *-HOUT, o. gmv. *-LAAN, v. (...anen).
| |
[Circa]
Circa, bijw. ongeveer, omstreeks, ten naasten bij.
| |
[† Circassienne]
† Circassienne, v. (-s), fijn gekeperde wollen stof.
| |
[† Circe]
† Circe, v. (-s), verleidelijke boeleerster.
| |
[† Circulair]
† Circulair, bn. kringvormig, rondachtig. *-E, v. (-s), rondgaande brief, rondschrijven. *...LATIE, v. (bloeds)omloop, (gelds)omloop. *...LEREN, ow. gel. ik circuleerde, heb gecirculeerd), in omloop zijn; (laten) rondgaan (ter onderteekening, ter lezing); het -d medium, geld in omloop.
| |
[† Circumferentie]
† Circumferentie, v. omvang, omkring. *...FLEX, -us, m. omgebogen toonteeken, kapje (∧). *...MEDIAANSHOOGTEN, v. mv. hoogten der hemelligchamen gemeten terwijl deze zich in de nabijheid van den meridiaan bevinden. *...POLAIRSTERREN, v. mv. hemellichten die voor ons nooit opkomen of ondergaan. *...SCRIBEREN, ow. gel. (ik circumscribeerde, heb gecircumscribeerd), omschrijven; (iem.) be- | |
| |
perken.
*...SPECTIE, v. gmv. omzigtigheid, behoedzaamheid. *...STANTIE, v. gmv. gesteldheid, omstandigheid, geschapenheid, toestand. *...VALLATIE, v. (...ën), (vest.) omschansing, insluiting. *...VENTIE, v. (...ën), bedrog, bedriegerij.
| |
[† Circus]
† Circus, m. ronde schouwplaats, strijd-, renbaan, worstelperk.
| |
[Cirkel]
Cirkel, m. (-s), kring; vlak door eene regelmatig kromme lijn ingesloten; (in de meetk. aangeduid door het teeken O). *-BOOG, m. (...ogen). *-ROND, bn. en bijw. *-STUK, o. (-ken), segment. *-VORMIG, bn. en bijw.
| |
[† Cis]
† Cis, v. (muz.) verhoogende halve toon. *-, bijw. aan deze zijde; cisalpijnsch, aan deze zijde der Alpen.
| |
[† Ciseleren]
† Ciseleren, bw. gel. (ik ciseleerde, heb geciseleerd), metalen kunstmatig bewerken met scherpe werktuigen, steken (met de stift); ingraven, drijven (zilver).
| |
[† Citaat]
† Citaat, o. (...aten), *...TATIE, v. (...ën), aanhaling, aangehaalde plaats (uit een geschrift). *...TATIE, v. (...ën, (regt.) dagvaarding, daging. *...TADEL, v. (-len), burgt, sterkte, kasteel. *...TEREN, bw. gel. (ik citeerde, heb geciteerd), aanhalen (eenen schrijver of zijn werk), gewag maken van; (regt.) dagvaarden; dagen.
| |
[† Cité]
† Cité, v. stad (meer bepaald de oude stad van Parijs).
| |
[† Citer, Cither]
† Citer, Cither, (B. CYTHER), v. (-s), snarenspeeltuig. *-DRAAD, m. (...aden). *-SNAAR, v. (...aren). *-SPEL, o. gmv. *-SPELER, m. (-s). *-SPEELSTER, v. (-s). *-TOON, m. (-en).
| |
[† Cito]
† Cito, met spoed (op adressen van brieven); citissime, in allerijl.
| |
[Citroen]
Citroen, m. (-en), zekere vrucht (zuursap bevattende); jenever op citroenschillen; iem. knollen voor -en verkoopen, iem. bedriegen, om den tuin leiden. *-APPEL, m. (-en). *-BLOESEM, m. (-s). *-BOOM, m. (-en). *-GEEL, bn. en o. gmv. *-HOUT, o. gmv. (ook stokvischhout). *-KLEUR, v. gmv. -IG, bn. (-er, -st). *-KRUID, o. gmv. *-SAP, o. gmv. *-SAUS, v. (...zen). *-SCHIL, v. (-len). *-SNIPPERS, m. mv. *-VERW, v. (-en). *-VERWIG, bn. *-SLA, v. (-den). *-ZUUR, bn. en o. gmv. *-WATER, o. gmv. limonade.
| |
[† City]
† City, v. stad (meer bepaald de oude stad van Londen).
| |
[Civet]
Civet, v. zekere muskusachtige zelfstandigheid. *-KAT, v. (-ten), muskuskat.
| |
[† Civiel]
† Civiel, bn. (-er, -st), burgerlijk; den burgerstand betreffende, (in tegenstelling van militair); billijk, goedkoop, niet hoog in prijs; beleefd, hoffelijk; de -e lijst, som aan eenen vorst op de staats-begrooting toegekend; de -e staat, burgerlijke stand. *...VILISATIE, v. gmv. beschaving, verfijning der zeden. *...VILISEREN, bw. gel. (ik civiliseerde, heb geciviliseerd), beschaven, verlichten. *...VILITEIT, v. gmv. welgemanierdheid, hoffelijkheid.
| |
[† Clairet]
† Clairet, m. bleekroode wijn, bleekert.
| |
[† Clairvoyant]
† Clairvoyant, bn. helderziende. *-E, v. (-s), helderziende vrouw (helpster der magnetiseurs).
| |
[† Clandestien]
† Clandestien, bn. heimelijk, verboden; geheim.
| |
[† Claque]
† Claque, v. (eert.) gehuurde bende handenklappers in de parijsche schouwburgen. *...QUEURS, m. mv. gehuurde toejuichers.
| |
| |
| |
[† Clarificeren]
† Clarificeren, *...FIËREN, bw. gel. (ik clarificeerde, heb geclarificeerd), klaren. *...NE, *...NO, v. trompet. *...NET, v. zie KLARINET.
| |
[† Classiek]
† Classiek, bn. zie KLASSIEK.
| |
[† Classificatie]
† Classificatie, v. rangschikking in klassen, klassenverdeeling. *...FICEREN, *...FIËREN, bw. gel. (ik classificeerde, heb geclassificeerd), in klassen rangschikken, - verdeelen.
| |
[† Clausa]
† Clausa, v. cel, kluis. *...SULE, v. (-n), voorwaarde, bepaling.
| |
[† Claves]
† Claves, v. mv. (muz.) toetsen, klavieren van een snarenbord. *...VIATUUR, v. al de klaviertoetsen, toetsenbord. *...VIS, v. (muz.) sleutel.
| |
[† Clerezie, Clerezy, v. Clerus]
† Clerezie, Clerezy, v. Clerus, m. gmv. geestelijkheid; de bisschoppelijke clerezy, het oud-roomsche kerkgenootschap, de jansenisten. *...RICUS, m. (...ci), geestelijke.
| |
[† Clicheren]
† Clicheren, bw. gel. (ik clicheerde, heb geclicheerd), zekere wijze om de metalen vormen van plaatwerken af te nemen; een cliché, een op deze wijze verkregen afdruk.
| |
[† Cliënt]
† Cliënt, m. (-en), beschermeling; iem. die zich door eenen advokaat laat bedienen.
| |
[† Climax]
† Climax, m. (red. en dichtk.) opklimming.
| |
[† Clinische school]
† Clinische school, v. (...olen), instelling voor onderwijs in de heelkunde en artsenijmengkunde.
| |
[† Clique]
† Clique, v. (-s), vereeniging van lieden met slechte bedoelingen, kliek, bende, rot.
| |
[† Cloak]
† Cloak, v. (-en), manteljas, mantel.
| |
[† Clown]
† Clown, m. (-s), hansworst, grappenmaker.
| |
[† Club, Klub]
† Club, Klub, v. (-s), besloten gezelschap, societeit; politieke vereeniging. *-BIST, m. (-en), lid eener club.
| |
[† Coactie]
† Coactie, v. (...ën), dwang, gewelddadige aanranding. *...TIEF, bn. dringend, met geweld.
| |
[† Coadjutor]
† Coadjutor, m. (-s), helper, bijstander (van eenen prelaat enz.).
| |
[† Coaguleren]
† Coaguleren, ow. gel. (ik coaguleerde, ben gecoaguleerd), stollen.
| |
[† Coaks mv. Coke]
† Coaks, mv. Coke, v. gaskolen, verkoolde of ontzwavelde steenkolen.
| |
[† Coaliseren]
† Coaliseren, bw. gel. (ik coaliseerde, heb gecoaliseerd), verbinden, vereenigen. *...LITIE, v. (...ën), verbond, vereeniging (b.v. van twee of meer mogendheden tegen eene andere).
| |
[† Cocagne]
† Cocagne, *-MAST, m. (-en), klimmast, klauterboom (tot gymnastische oefening of als volksspel gebezigd); (fig.) land van -, luilekkerland.
| |
[† Cocarde]
† Cocarde, v. (-n), hoed-, mutsstrik, veldteeken, nationaal teeken.
| |
[† Cochenille]
† Cochenille, v. (-s), konzenilje, halfvleugelig insekt; fraaije roode verfstof (karmijn).
| |
[† Cocon]
† Cocon, m. (-s), tonnetje, weefsel -, pop van eenen zijdeworm.
| |
[† Code, Codex]
† Code, Codex, m. wetboek; oud handschrift; code Napoléon, burgerlijk wetboek van Napoleon I.
| |
[† Codicil]
† Codicil, o. (-len), bijvoegsel -, aanhangsel tot een testament.
| |
[† Codille]
† Codille, v. dubbel verlies (in zekere kaartspelen). *-, bijw. verloren, bedorven, geruïneerd.
| |
| |
| |
[† Coëfficiënt]
† Coëfficiënt, v. (-en), (stelk.) bekend of als bekend aangenomen getal; vermenigvuldiger.
| |
[† Coelestin]
† Coelestin, o. gmv. zekere gekristalliseerde delfstof.
| |
[† Coërcerend]
† Coërcerend, bn. -e middelen, dwangmiddelen. *...CIBEL, bn. -e gassoorten, die tot den drupvormigen vloeibaren toestand kunnen gebragt worden. *...CITIEF, bn. bedwingend. -KRACHT, v. gmv. eigenschap van het staal tot verhindering van de scheiding der vereenigde, en de hereeniging der eenmaal gescheiden metalen.
| |
[† Coeur]
† Coeur, m. gmv. harten (in het kaartspel).
| |
[† Cognac]
† Cognac, m. gmv. fransche brandewijn van Cognac.
| |
[† Cognaten]
† Cognaten, mv. bloedverwanten van moederszijde. *...NITIE, v. gmv. kennisneming, onderzoek. *...NOSSEMENT, CONNOSSEMENT, o. (-en), (kooph.) zeevrachtbrief.
| |
[† Cohaerentie, Cohaesiekracht]
† Cohaerentie, Cohaesiekracht, v. (nat.) zamenhang, bijeenhoudende kracht.
| |
[† Cohobatie]
† Cohobatie, v. (...ën), herhaalde destillatie van vloeistoffen.
| |
[† Cohorte]
† Cohorte, v. (-n), legerafdeeling, krijgsbende.
| |
[† Cohue]
† Cohue, v. verwarde volkshoop; woest geraas, getier.
| |
[† Coifferen]
† Coifferen, bw. ow. gel. (ik coiffeerde, heb of ben gecoiffeerd), kappen; (fig.) mel iets gecoiffeerd zijn, over iets in zijnen schik-, met iets vereerd zijn. *...FEUR, m. (-s), kapper. *...FURE, v. (-s), kapsel.
| |
[† Coïncideren]
† Coïncideren, ow. gel. (het coïncideerde, heeft gecoïncideerd), zamenvallen, op hetzelfde uitkomen.
| |
[† Coïonneren, Koejonneren]
† Coïonneren, Koejonneren, bw. gel. (ik coïonneerde, heb gecoïonneerd), smadelijk bejegenen, plagen, zeer lastig vallen.
| |
[† Coke]
† Coke, zie COAKS.
| |
[† Col]
† Col, m. (-s), bergpas; halsdoek, stropdas, gespdas.
| |
[† Colchicaceën]
† Colchicaceën, mv. zekere planten-familie.
| |
[† Coleriek]
† Coleriek, bn. oploopend, haastig.
| |
[† Coliseum]
† Coliseum, o. (...ea), schouwburg van het oude Rome; groot en prachtig gebouw voor openbare vermakelijkheden.
| |
[† Collaborator]
† Collaborator, m. (-s), medearbeider. *...TERAAL, bn. en bijw. zijdelingsch; zijdelings; collaterale erfgenamen, erfgenamen in de zijlinie; collaterale successie, erfenis die op eenen zijtak overgaat. -, o. regt van successie, belasting op het aanvaarden van eene nalatenschap of een legaat. *...TERALEN, mv. zijdelingsche bloedverwanten. *...TIE, v. vergelijking van geschriften, nalezing; regt van -, regt om eene predikantsplaats enz. te begeven. *...TION, o. (-s), maaltijd van koud vleeseh, fruit, gebak enz. *...TIONNEREN, bw. gel. (ik collationneerde, heb gecollationneerd), nalezen, vergelijken (boeken, geschriften met elk.). *...TOR, m. (-en), die eene predikantsplaats begeeft.
| |
[† Collé]
† Collé, *-BAL, m. (bilj.) bal onder den band.
| |
[† Collectaneum]
† Collectaneum, o. (...ea), verzameling van geschriften. *...TANT, m. (-en), inzamelaar van giften. *...TE, v. (-n), inzameling van giften (voor de armen enz.); verkoop van loterij-loten. *...TEREN, bw. gel. (ik collecteerde, heb gecollecteerd), inzamelen (giften). *...TEUR, m gekwalificeerde -, van regeringswege aangestelde verkooper van loten in de staatsloterij. *...TIE, v. (...ën), verzameling, aantal. *...TIEF,
| |
| |
bn. verzamelend, gemeenschappelijk, te zamen. -GLAS, o. (...zen), (gez.) verzamelglas, lens waardoor de lichtstralen in één brandpunt worden verzameld. *...TOR, m. (-en), (nat.) werktuig om electriciteit te binden en op te hoopen.
| |
[† Collega]
† Collega, m. (-as), ambtgenoot. *...GIE, v. (...ën), vereeniging, kring, gezelschap; ligchaam; vergaderplaats; lessen der hoogleeraren aan de akademiën en athenea; - houden, - aanhooren, voorlezingen houden of hooren (over zeker vak van wetenschap). -MEESTER, m. (-s), catechizeermeester. *...GIANT, m. (-en), lid van zekere (inz. doopsgezinde) kerkgezindte.
| |
[† Collet]
† Collet, m. (-s), rijbuis, ruiterbuis, kolder.
| |
[† Colli]
† Colli, o. (-s), kist, vat, fust (ter verzending van waren). *-DEREN, ow. gel. (ik collideerde, heb gecollideerd), zamentreffen, tegen elkander aandruischen, botsen. *-MATIE, v. (...ën), verschil tusschen den uitslag der meting en de werkelijke waarde van het gemetene. -LIJN, v. (gez.) gezigtslijn. *-MATOR, m. (-s), zeker werktuig. *-SIE, v. (...ën), botsing, strijd; (fig.) beklemdheid, nood.
| |
[† Collier]
† Collier, m. (-s), halsband, halssnoer (sieraad).
| |
[† Collodion]
† Collodion, *...DIUM, o. gmv. oplossing van schietkatoen in aether. *...QUIUM, o. (...ia), zamenspraak, mondeling voorloopig onderzoek der protestantsche geestelijken.
| |
[† Colombien]
† Colombien, bn. duivenhalskleurig (donkerrood en blaauw). *...BIER, o. zekere papiersoort.
| |
[† Colonnade]
† Colonnade, v. (-s), zuilenrij. *...LONNE, v. (-s), zuil, pilaar, kolom; krijgsbende, legerafdeeling; zekere dansfiguur; vliegende -, verspreide krijgsmagt.
| |
[† Colophonium]
† Colophonium, o. gmv. spiegel-, vioolhars.
| |
[† Coloraturen]
† Coloraturen, v. mv. (muz.) kunstige toonwendingen. *...REREN, bw. gel. (ik coloreerde, heb gecoloreerd), verwen, kleuren; (fig.) vergoêlijken, eenen schijn geven. *...RIET, o. gmv. kleurgeving, kleurmenging. *...RIST, m. (-en), kleurgever, kleurmenger. *...RINE, v. gmv. zekere roode verfstof.
| |
[† Colos]
† Colos, *-SUS, m. zie KOLOSSUS.
| |
[† Colporteren]
† Colporteren, bw. gel. (ik colporteerde, heb gecolporteerd), waren aan de huizen venten; boeken -, geschriften verspreiden. *...TEUR, m. (-s), marskramer, straatkoopman; verspreider van boeken of geschriften, reiziger voor den boekhandel.
| |
[† Columbine]
† Columbine, v. gmv. zekere meststof.
| |
[† Combinatie]
† Combinatie, v. (...ën), verbinding, zamenstelling (in gedachten); berekening; ontwerp; leer der combinatiën, (wisk.) leer der vereeniging van elementen; (ook) waarschijnlijkheidsleer. *...NEREN, bw. gel. (ik combineerde, heb gecombineerd), vereenigen, zamenvoegen; vergelijken, berekenen; ontwerpen.
| |
[† Combustie]
† Combustie, v. (..ën), verbranding; brandschade; opschudding.
| |
[† Comestibelen]
† Comestibelen, mv. eetwaren, mondbehoeften.
| |
[† Comfort]
† Comfort, o. gmv. gemak, welbehagen, tevredenheid. *-ABLE, bn. gemakkelijk, genoegelijk, behagelijk, aangenaam.
| |
| |
| |
[† Comitaat]
† Comitaat, o. (...aten), geleide; (in Hongarije) arrondissement, distrikt; arrondissementsvergadering.
| |
[† Comité]
† Comité, o. (-s), vereeniging van personen met eenig onderzoek of met de behartiging van zekere belangen belast; kommissie (uit den boezem van eene vergadering of een bestuur); vergaderen in -, of -generaal, eene zitting met gesloten deuren houden.
| |
[† Commandant]
† Commandant, m. (-en), bevelhebber. *-EMENT, o. (-en), bevel, bevoegdheid te gebieden of te bevelen; militaire -en, afdeelingen waarin een land (wat zijn krijgswezen betreft) verdeeld is. *...DEREN, bw. gel. (ik commandeerde, heb gecommandeerd), bevel voeren, bevelen, gebieden. *...DERIE, v. (oudt.) gebied eener ridderorde. *...DEUR, m. (-s), bevelhebber; naam van een der hoogste rangen bij ridderorden. *...DITAIR, m. en bn. -e deelgenoot, deelgenoot in eene handelsvereeniging, waar de een het geld schiet en de ander de zaak bestuurt, stille deelgenoot. *...DITE, v. zoodanige vereeniging, commanditaire vennootschap. *...DO, o. bevel; zie COMMANDEMENT; staf van -, veldheersstaf.
| |
[† Comme il faut]
† Comme il faut, bijw. zoo als het behoort, in orde.
| |
[† Commemoratie]
† Commemoratie, v. (...ën), gedachte, herinnering, gedachtenis.
| |
[† Commensaal]
† Commensaal, v. (...alen), inwoner (ten huize van iem.), kostganger. *...SALES, v. (-sen), inwoonster (ten huize van iem.), kostgangster. *...SURABEL, bn. -e grootheden, wier onderlinge verhouding door de eenheid van een getal kan worden uitgedrukt.
| |
[† Commentair]
† Commentair, v. (...en), verklaring, uitlegging, opheldering. *...TATOR, m. (-s), verklaarder, uitlegger. *...TEREN, bw. gel. (ik commenteerde, heb gecommenteerd), verklaren, van uitleggingen voorzien.
| |
[† Commerce]
† Commerce, m. gmv. zeker kaartspel. *-, *...CIE, gmv. v. handel, koophandel. *...CIËEL, bn. tot den handel behoorende, handels...
| |
[† Commettant]
† Commettant, m. (-en), lastgever, principaal.
| |
[† Commis]
† Commis, m. zie KOMMIES; -voyageur, reiziger voor den handel, reizend handelsbediende.
| |
[† Commissariaat]
† Commissariaat, o. (...aten), ambt -, bediening -, kantoor van den commissaris. *...SARIS, m. (-sen), gelastigde, volmagthebber, uitvoerder, bezorger; bestuurder (eener societeit); toezigt hebbende deelhebber (eener maatschappij); aanteekenaar (van een beurtof marktveer); - van politie; - van orde; - van oorlog. *...SIE, v. (...ën), volmagt, last; bestelling, boodschap; vereeniging van eenige personen tot net verrigten van zekeren hun opgedragen last; (kooph.) loon voor de bezorging eener zaak. -HANDEL, m. gmv. -HUIS, o. (...zen), -LOON, o. (-en). *...SIONNAIR, m. (-s), lasthebbend zaakwaarnemer, gevolmagtigde. *...SORIAAL, bijw. iets - maken, het onderzoek van iets aan eene commissie opdragen.
| |
[† Committent]
† Committent, m. (-en), lastgever. *...TEREN, bw. gel. (ik committeerde, heb gecommitteerd), last geven, opdragen, volmagt geven; een gecommitteerde, lasthebber.
| |
[† Commode]
† Commode, v. (-s), ladetafel. *-, COMMOOD, bn. gemakkelijk. *...DITEIT, v. (-en), gemak; geheim gemak, *...DORE, m. (-s), bevel- | |
| |
hebber
van een smaldeel (in Engeland en Noord-Amerika). *...NERS, m. mv. studenten van den tweeden rang (in Engeland).
| |
[† Commons]
† Commons, mv. het Lagerhuis, de leden van het Lagerhuis (in Engeland).
| |
[† Commun]
† Commun, bn. en bijw. gemeen; gemeenschappelijk.
| |
[† Communicatie]
† Communicatie, v. (...ën), mededeeling, kennisgeving. *...NICATIEF, bn. mededeelzaam, praatachtig. *...NICEREN, bw. gel. (ik communiceerde, heb gecommuniceerd), mededeelen. *...NIE, v. gemeenschappelijk bezit; - leven; heilig avondmaal; (r.k.) opneming in de kerk. *...NIÊREN, ow. gel. (ik communiëerde, heb gecommuniëerd), (r.k.) ten avondmaal gaan. *...NISMUS, *...NISME, o. gmv. stelsel der gemeenschap van goederen en der afschaffing van het eigendomsregt. *...NIST, m. (-en), aanhanger -, voorstander van het communismus.
| |
[† Compact]
† Compact, bn. en bijw. (-er, -st), vast -, digt ineengedrongen.
| |
[† Compagnie]
† Compagnie, v. (...ën), handelsvereeniging, maatschappij, vennootschap; afdeeling soldaten onder eenen kapitein. *-SCHAP, o. (-pen). *...GNON, m. (-s), gezel; deelnemer, medearbeider; handelsgenoot, vennoot, lid eener handelsfirma.
| |
[† Comparant]
† Comparant, bn. verschijnende. *-, m. (-en), *-E, v. (-n), die (voor eenen notaris enz.) verschijnt om eene akte op te maken enz. *...RATEUR, m. (-s), (wisk.) werktuig tot vergelijking der lengte. *...RATIEF, bn. en bijw. vergelijkend; vergelijkenderwijze. *...REREN, ow. gel. (ik compareerde, ben gecompareerd), verschijnen; zich voor (het geregt enz.) stellen; vergelijken. *...RITIE, v. (...ën), verschijning (voor het geregt); vergadering, bijeenkomst (b.v. van schuldeischers).
| |
[† Compartimenten]
† Compartimenten, o. mv. regelmatig afgedeelde vakken.
| |
[† Compatibel]
† Compatibel, bn. vereenigbaar, bestaanbaar met, zamenpassend. *...BILITEIT, v. vatbaarheid (van twee dingen) tot zamenvoeging; bestaanbaarheid (met).
| |
[† Compendieus]
† Compendieus, bn. kort, ineengedrongen, gemakkelijk. *...DIUM, o. (...dia), kort begrip eener wetenschap; beknopt uittreksel; handboek. *...SATIE, v. (...ën), vergoeding, vereffening. *...SEREN, bw. gel. (ik compenseerde, heb gecompenseerd), vereffenen; tegen elk. opwegen.
| |
[† Compère]
† Compère, m. (fig.) vrolijke snaak; medestander, helper (eens goochelaars, magnetiseurs enz.).
| |
[† Competent]
† Competent, bn. (-er, -st), bevoegd, geregtigd; behoorlijk, regtmatig; de -e portie, (bij verdeelingen). *-, m. (-en), mededinger (naar een ambt). *-IE, v. bevoegdheid; regtmatig aandeel; bevoegd oordeel; mededinging. *...TEREN, ow. gel. (het competeerde, heeft gecompeteerd), wettig toekomen; dingen (naar).
| |
[† Compilatie]
† Compilatie, v. (...ën), zamenflansing, werk uit brokstukken van andere werken bestaande. *...LATOR, m. (-s), verzamelaar van uittreksels van verschillende werken tot een geheel, zamenflanser. *...LEREN, bw. gel. (ik compileerde, heb gecompileerd), bijeenbrengen uit verschillende werken.
| |
| |
| |
[† Compleet]
† Compleet, bn. en bijw. voltallig, ongeschonden. *...PLEMENT, o. (-en), aanvulsel, (ook wisk. en taalk.). -AIR, bn. -e kleuren, aanvullingskleuren. *...PLETEREN, bw. gel. ik completeerde, heb gecompleteerd), aanvullen, voltallig maken, het ontbrekende bijvoegen. *...PLEXIE, v. ligchaamsgesteldheid; gemoedstoestand.
| |
[† Complicatie]
† Complicatie, v. (...ën), verwikkelde toestand, verwardheid. *...CEN, mv. medepligtigen, medeschuldigen. *...CEREN, bw. gel. (ik compliceerde, heb gecompliceerd), verwikkelen, verwarren. *...CITEIT, v. medepligtigheid.
| |
[† Compliment]
† Compliment, o. (-en), beleefdheidsbetuiging, groet. *-EREN, bw. gel. (ik complimenteerde, heb gecomplimenteerd), begroeten. *-EUS, bn. en bijw. vol complimenten.
| |
[† Complot]
† Complot, o. (-ten), zamenrotting, geheim verbond (met eene kwade bedoeling), zamenzwering; de zaâmgezworenen. *-TEREN, ow. gel. (ik complotteerde, heb gecomplotteerd), zamenrotten, smeden, brouwen (iets misdadigs).
| |
[† Componeren]
† Componeren, bw. gel. (ik componeerde, heb gecomponeerd), zamenstellen, schrijven, scheppen (inz. een muziekstuk). *...NIST, m. (-en), toonzetter, toondichter. *...SITIE, v. (...ën), zamenstelling; metaalmengsel; ordening eener schilderij of van een bouwwerk; toonzetting, muziekstuk; minnelijk verdrag.
| |
[† Compost]
† Compost, o. (landb.) mengselmest.
| |
[† Compot]
† Compot, *-E, v. ingelegde vruchten; glas of glazen kom waarin deze worden op tafel gebragt.
| |
[† Comprehensie]
† Comprehensie, v. gmv. bevattingskracht. *...PRES, bn. vast, zamengedrukt; - gedrukt, digt ineengedrukt (van boekdrukwerk). -, v. bevochtigd lapje, wiekje (op eene wond). *...PRESSIE, v. zamendrukking, persing, verdigting (b.v. der lucht). *...PRIMEREN, bw. gel. (ik comprimeerde, heb gecomprimeerd), zamendrukken, bedwingen, in toom houden.
| |
[† Compromis]
† Compromis, o. (...ites), minnelijke schikking; (ned. gesch.), verbond der edelen; (regt.) akte van benoeming van scheidsregters. *...MITTEREN, bw. gel. (ik compromitteerde, heb gecompromitteerd), (iem.) in opspraak brengen, verdacht maken, in zijne eer aantasten; in het spel trekken, verantwoordelijk maken. ZICH -, ww. zich blootstellen, zijne eer -, zijnen goeden naam in gevaar brengen, - op het spel zetten.
| |
[† Comptabiliteit]
† Comptabiliteit, v. gmv. verantwoordelijkheid, rekenpligtigheid. *...BEL, bn. rekenpligtig.
| |
[† Comptant]
† Comptant, zie CONTANT.
| |
[† Computatie]
† Computatie, v. (...ën), overslag, berekening. *...TEREN, bw. gel. (ik computeerde, heb gecomputeerd), eenen overslag maken, berekenen.
| |
[† Con]
† Con, vz. con affetto, (muz.) aandoenlijk, roerend; con afflizione, (muz.) droevig, zwaarmoedig; con amore, met liefde of lust, zeer gaarne, gemoedelijk; con brio, (muz.) met gedruisch, druischend; con esprezzione, (muz.) met uitdrukking, nadrukkelijk; con fuoco, (muz.) met vuur, levendig; con gravita, (muz.) met waardigheid;
| |
| |
con grazia, (muz.) met bevalligheid; con moto, (muz.) met beweging, levendig, treffend.
| |
[† Concaaf]
† Concaaf, bn. hol, holrond.
| |
[† Concatenatie]
† Concatenatie, v. (...ën), aaneenschakeling, zamenstrengeling.
| |
[† Concederen]
† Concederen, bw. gel. (ik concedeerde, heb geconcedeerd), inwilligen, bewilligen in, toestaan; concedo, ik stem toe, het zij zoo.
| |
[† Concentratie]
† Concentratie, v. (...ën) vereeniging -, zamentrekking in één punt; vereeniging van al het gezag in één persoon of slechts weinige personen. *...TREREN, bw. ow. gel. (ik concentreerde, heb geconcentreerd), zamendringen, vereenigen -, zamentrekken tot één punt; (nat.) digter maken, versterken. *...TRISCH, bn. een gemeenschappelijk middelpunt hebbende.
| |
[† Concept]
† Concept, o. (-en), ontwerp, schets, plan, opstel, minuut; begrip; -wet, -reglement; uit zijn - gebragt worden, in den loop zijner gedachten gestoord worden. *-PAPIER, o. slecht schrijfpapier, kladpapier. *-IE, v. bevatting, begrip, gedachte; korte zamenvatting (van een geschrift); ontvangenis.
| |
[† Concerneren]
† Concerneren, ow. gel. (het concerneerde, heeft geconcerneerd), betreffen, raken, aangaan.
| |
[† Concert]
† Concert, o. (-en), uitvoering door verschillende toonkunstenaars en zangers, muziekpartij; de -, eenstemmig, eensgezind. *-EREN, ow. gel. (ik concerteerde, heb geconcerteerd), wedijveren, op een concert medespelen. *-MEESTER, m. (-s), bestuurder van een gezelschap toonkunstenaars.
| |
[† Concessie]
† Concessie, v. (...ën), vergunning (tot den aanleg van werken of diensten van openbaar nut enz.); gunning; inwilliging, bewilliging (het toegeven aan de eischen eens volks, eener partij enz.). *...SIONNEREN, bw. gel. (ik concessionneerde, heb geconcessionneerd); een geconcessionneerde spoorweg, een spoorweg tot welks aanleg aan partikulieren vergunning is verleend (in tegenstelling van eenen staatsspoorweg).
| |
[† Concetti]
† Concetti, mv. schijnbaar geestige invallen of zetten; (red.) valsche -, overdrevene figuren.
| |
[† Concha]
† Concha, v. tweeschalige schelp. *...CHIFERA, mv. schelpdieren. *...CHOÏDE, v. (meetk.) kromme schelpvormige lijn. *...CHYLIÊN, mv. schelp-, schaaldieren. *...CHYOLOGIE, v. gmv. horens- en schelpenkennis.
| |
[† Concierge]
† Concierge, m. en v. (-s), bewaarder, bewaarster, cipier; opzigter, opzigtster; huisbewaarder. *-RIE, v. (...ën), cipierswoning; naam eener gevangenis te Parijs.
| |
[† Concilie]
† Concilie, v. (B.o. en v.), (...ën), *...UM, o. (...ia), kerkvergadering.
| |
[† Conciliëren]
† Conciliëren, bw. gel. (ik concillëerde, heb geconciliëerd), verzoenen, bemiddelen. *...PIÊREN, bw. gel. (ik concipiëerde, heb geconcipiëerd), ontwerpen, opstellen.
| |
[† Conclave]
† Conclave, o. vergadering van kardinalen, (na 's pausen dood, ter verkiezing van eenen nieuwen paus). *...CLUDEREN, bw. gel. (ik concludeerde, heb geconcludeerd), besluiten, gevolgtrekkingen ma- | |
| |
ken;
(regt.) eischen stellen. *...CLUSIE, v. (...ën), besluit, gevolgtrekking, slot; (regt.) eisch.
| |
[† Concordaat]
† Concordaat, o. (...aten), verdrag, overeenkomst, traktaat; (inz. met den paus over de aangelegenheden der r.k. kerk). *...DANT, bn. overeenstemmend. *...DANTIE, v. overeenstemming; alfabetische lijst der spreuken in de H.S. *...DEREN, ow. gel. (ik concordeerde, heb geconcordeerd), overeenstemmen. *...CORDIA, v. eendragt, overeenstemming; concordia res parvae crescunt, eendragt maakt magt (oud-holl. spreuk, randschrift op de oud-holl. munten).
| |
[† Concours]
† Concours, o. bijeenkomst der schuldeischers van eenen gefailleerde ter indiening hunner vorderingen; wedstrijd, het dingen naar een uitgeschreven prijs, konkoers.
| |
[† Concreet]
† Concreet, bn. vereenigd, gestold; - begrip, begrip dat de eigenschap met het onderwerp vereenigt (in tegenstelling van abstract begrip, waarbij men de voorwerpen op zich zelven beschouwt); het concrete (benoemde) getal. *...CREMENT, o. (-en), (ontl.) zeker zamengroeisel. *...CRETE, v. soort wortel.
| |
[† Concurrent]
† Concurrent, m. (-en), mededinger; mede-schuldeischer; mede-erfgenaam. *-IE, v. gmv. wedijver, mededinging. *...REREN, ow. gel. (ik concurreerde, heb geconcurreerd), wedijveren, mededingen; in eene failliete massa met de anderen deelen.
| |
[† Comdemnatie]
† Comdemnatie, v. (...ën), veroordeeling. *...DEMNEREN, bw. gel. (ik condemneerde, heb gecondemneerd), veroordeelen, laken, afkeuren.
| |
[† Condensatie]
† Condensatie, v. (nat.) verdigting, het zamendringen der stof in een kleineren omvang. *...SATOR, m. (-s), verdigter, destilleertoestel. *...SEREN, bw. gel. (ik condenseerde, heb gecondenseerd), verdigten, zamendringen (eene kleinere ruimte).
| |
[† Conditie]
† Conditie, v. (...ën), voorwaarde, beding; toestand; voorslag; bediening, post, stand; heildronk, toast. *...TIONNEEL, bn. en bijw. voorwaardelijk. *...TIONNEREN, bw. gel. (ik conditionneerde, heb geconditionneerd), voorwaarden bedingen; in een goeden toestand brengen of houden; een wel geconditionneerde bibliotheek. *...TIO, v. conditio sine qua non, onvermijdelijke voorwaarde.
| |
[† Condoleantiebrief]
† Condoleantiebrief, m. (...ven), brief van rouwbeklag. *...LEREN, bw. gel. (ik condoleerde, heb gecondoleerd), (iem.) rouwbeklag betuigen.
| |
[† Condor]
† Condor, m. (-s), een der grootste roofvogels.
| |
[† Conduct]
† Conduct, o. begeleiding, geleide. *-EUR, m. (-s), geleider; persoon die (op omnibussen, diligences, stoombooten en spoorwagens) voor het gemak en de veiligheid van personen en goederen zorgt. *-OR, m. (-en), (nat.) electriciteits-geleider.
| |
[† Conduite]
† Conduite, v. gedrag; opzigt, leiding; -lijsten, gedraglijsten (bij het leger enz.).
| |
[† Confederatie]
† Confederatie, v. (...ën), verbond, statenbond, bondstaat. *...REREN, bw. gel. (ik confedereerde, heb geconfedereerd), verbinden; de geconfedereerden, de verbondenen.
| |
[† Conferentie]
† Conferentie, v. (...ën), bijeenkomst, vergadering, zamenkomst en beraadslaging. *...FEREREN, bw. gel. (ik confereerde, heb geconfereerd), vergelijken, beraadslagen.
| |
| |
| |
[† Conferven]
† Conferven, mv. draadwieren.
| |
[† Confessie]
† Confessie, v. (...ën), belijdenis, bekentenis; geloofsbelijdenis; geloofspartij; de augsburgsche -, de helvetische -. *...SIONNARIS, m. (-sen), biechtvader. *...SO, in -, (regt.) erkend, toegegeven.
| |
[† Confidentiëel]
† Confidentiëel, bn. en bijw. vertrouwelijk. *...GURATIE, v. - der sterren, de verschillende standen van de wachters ten opzigte van de planeten waartoe zij behooren.
| |
[† Confinement]
† Confinement, o. gmv. huis-, stad-arrest, opsluiting, gevangenzetting. *...NEREN, bw. gel. (ik confineerde, heb geconfineerd), belenden, palen aan, grenzen aan; gevangen zetten, opsluiten, arrest geven.
| |
[† Confirmandus]
† Confirmandus, m. (...di), nieuw aangenomen lid der kerk; vormkind. *...MATIE, v. (...ën), bevestiging; inwijding, opneming (als lidmaat der kerk). *...MATIEF, bn. bekrachtigend. *...MEREN, bw. gel. (ik confirmeerde, heb geconfirmeerd), bevestigen, bekrachtigen; opnemen (als lidmaat der kerk); vormen, inzegenen.
| |
[† Confiscatie]
† Confiscatie, v. (...ën), geregtelijke inbeslagneming, verbeurdverklaring. *...QUEREN, bw. gel. (ik confisqueerde, heb geconfisqueerd), geregtelijk in beslag nemen, verbeurd verklaren, aanhalen (sluik-goederen).
| |
[† Confiteor]
† Confiteor, ik beken, ik belijd.
| |
[† Confituren]
† Confituren, mv. ingemaakte vruchten enz.
| |
[† Conflict]
† Conflict, v. (-en), zamenstooting, botsing, strijd.
| |
[† Confluentie]
† Confluentie, v. (...ën), zamenvloeijing. *...EREN, ow. (gel.) (ik conflueerde, heb geconflueerd), zamenvloeijen.
| |
[† Conform]
† Conform, bijw. overeenstemmend, overeenkomstig met, in orde. *-ISTEN, m. mv. aanhangers der heerschende bisschoppelijke kerk in Engeland; non-, die van deze kerk afwijken. *-ITEIT, v. gelijkvormigheid, overeenstemming.
| |
[† Confortable]
† Confortable, bn. zie COMFORTABLE.
| |
[† Confrater]
† Confrater, m. (-s), ambtgenoot, medelid, medebroeder, medearbeider.
| |
[† Confrontatie]
† Confrontatie, v. (...ën), tegen-elkander-stelling, tegenoverstelling (van twee personen enz.). *...TEREN, bw. gel. (ik confronteerde, heb geconfronteerd), vergelijken; tegen elkander overstellen (personen door den regter), getuigen hooren en hunne getuigenissen vergelijken.
| |
[† Confunderen]
† Confunderen, bw. gel. (ik confundeerde, heb geconfundeerd), verwarren, verwisselen.
| |
[† Confusie]
† Confusie, v. verwarring, beschaamdheid, verlegenheid. *...FUUS, bn. en bijw. (...uzer, -st), verward, verlegen, beschaamd, verbluft.
| |
[† Confutatie]
† Confutatie, v. (...ën), wederlegging. *...TEREN, bw. gel. (ik confuteerde, heb geconfuteerd), wederleggen.
| |
[† Congé]
† Congé, o. gmv. afscheid; ontslag; iem. zijn - geven, ontslaan (uit de dienst enz.). *-DIËREN, bw. gel. (ik congediëerde, heb gecongediëerd), ontslaan, afscheid geven, wegzenden.
| |
[† Congelatie of Conglaciatie]
† Congelatie of Conglaciatie, v. bevriezing, het verstijven door de koude.
| |
| |
| |
[† Congestie]
† Congestie, v. (...ën), aandrang, ophooping (b.v. van bloed naar het hoofd).
| |
[† Conglomeraat]
† Conglomeraat, o. zamenhooping van verschillende bestanddeelen; de conglomeraten, zekere rotsmassaas (ook puddingen of zamengeklonterde gesteenten genoemd).
| |
[† Conglutinaat]
† Conglutinaat, o. het aaneengelijmde, verdikte. *...TINEREN, bw. gel. (ik conglutineerde, heb geconglutineerd), zamenlijmen, zamenkleven.
| |
[† Congratulatie]
† Congratulatie, v. (...ën), gelukwensching. *...TULEREN, bw. gel. (ik congratuleerde, heb gecongratuleerd), geluk wenschen, feliciteren.
| |
[† Congregatie]
† Congregatie, v. (...ën), verzameling, vergadering, vereeniging (inz. van geestelijke personen). *...GEREN, bw. gel. (ik congregeerde, heb gecongregeerd), verzamelen, verbroederen.
| |
[† Congres]
† Congres, o. (-sen), zamenkomst (van vorstelijke personen, of hunne gezanten, ministers, diplomaten); vergadering (ter behandeling van wetenschappelijke en andere onderwerpen); wetgevende vergadering (b.v. in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika). *-ZUIL, v. gedenkteeken te Brussel opgerigt aan het nationaal congres aldaar in 1830 en 1831 gehouden.
| |
[† Congrevisch]
† Congrevisch, bn. -e vuurpijlen, (zoo genoemd naar William Congreve, die in de vervaardiging daarvan verbetering bragt); -e druk, (zoo genoemd naar denzelfden Engelschman, die de kunst heeft uitgevonden met onderscheidene kleuren tegelijk te drukken).
| |
[† Congruent]
† Congruent, bn. overeenstemmend, gelijkvormig. *-IE, v. overeenstemming, gelijkheid, gelijkvormigheid. *...EREN, ow. gel. (ik congrueerde, heb gecongrueerd), overeenstemmen, zamenpassen; elk. volkomen bedekken.
| |
[† Coniferen]
† Coniferen, mv. kegeldragers.
| |
[† Coniïne, Cicutine]
† Coniïne, Cicutine, v. zekere vergiftige vloeistof.
| |
[† Conisch]
† Conisch, bn. kegelvormig.
| |
[† Conjectureren]
† Conjectureren, bw. gel. (ik conjectureerde, heb geconjectureerd), vermoeden, gissen, onderstellen.
| |
[† Conjugaal]
† Conjugaal, bn. echtelijk. *...GATIE, v. (...ën), (taalk.) vervoeging (der werkwoorden). *...GEREN, bw. gel. (ik conjugeerde, heb geconjugeerd), vervoegen.
| |
[† Conjunctie]
† Conjunctie, v. (...ën), vereeniging, verbinding; zamenstand (van twee hemelligchamen); (taalk.) voegwoord. *...TIVUS, m. gmv. (taalk.) bij-, aanvoegende wijs. *...TUREN, v. mv. zamentreffende invloedrijke omstandigheden; (ook) tijdsomstandigheden.
| |
[† Conjuratie]
† Conjuratie, v. (...ën), zamenzwering, komplot. *...REREN, bw. gel. (ik conjureerde, heb geconjureerd), zamenzweren; bezweren.
| |
[† Connaissement, Connossement]
† Connaissement, Connossement, o. zie COGNOSSEMENT.
| |
[† Connetable]
† Connetable, m. (-n), (oudt.) opper-rijksmaarschalk en veldheer der Kroon (in Frankrijk).
| |
[† Connexie]
† Connexie, v. (...ën), zamenhang, verbinding; invloedrijke kennissen, omgeving; handelsbetrekking.
| |
[† Conniventie]
† Conniventie, v. oogluiking, toegevendheid; medepligtigheid
| |
| |
aan een strafbaar bedrijf door het niet te beletten. *...VEREN, bw. gel. (ik conniveerde, heb geconniveerd), door de vingers zien, oogluikend toelaten; (fig.) medepligtig zijn.
| |
[† Conrector]
† Conrector, m. (-s), tweede leeraar aan eene latijnsche school of een gymnasium. *-AAT, o. ambt van conrector.
| |
[† Conscientie]
† Conscientie, v. geweten, bewustzijn; ik heb er - van, ik gevoel er berouw over. *...TIEUS, bn. (...zer, -st), gemoedelijk, naauwgezet, stipt eerlijk.
| |
[† Conscriberen]
† Conscriberen, bw. gel. (ik conscribeerde, heb geconscribeerd), opschrijven; (mil.) dienstpligtig verklaren. *...SCRIPTIE, v. krijgsopschrijving, inschrijving en loting voor de militaire dienst. *...SCRIT, m. (-s), loteling, militiepligtige, jong soldaat.
| |
[† Consecratie]
† Consecratie, v. inzegening (bij de r.k. eeredienst). *...CREREN, bw. gel. (ik consecreerde, heb geconsecreerd), wijden, inzegenen. *...CUTIEF, bn. en bw. achtereenvolgend, achtereenvolgens.
| |
[† Consent]
† Consent, *-EMENT, o. toestemming, vergunning. *-, o. *-BILJET, o. (-ten), verlofbriefje, bewijs van vergunning; gelei-biljet (voor belaste goederen). *-EREN, ow. gel. (ik consenteerde, heb geconsenteerd), toestemmen, bewilligen in, vergunnen; wie zwijgt consenteert, wie geen antwoord geeft, stemt toe.
| |
[† Consequent]
† Consequent, bn. en bijw. (-er, -st), in overeenstemming met (beginselen, daden enz.). *-IE, v. (...ën), gevolgtrekking; het getrouw blijven aan beginselen.
| |
[† Conserf]
† Conserf, o. (...ven), stroop van gesuikerde vruchten, kruidensuiker.
| |
[† Conservatie]
† Conservatie, v. gmv. bewaring, behoud. *-BRIL, m. (-len). *...VATOR, m. (-en), bewaarder (persoon belast met het toezigt van kabinetten, verzamelingen enz.). *...VATIEVEN, m. mv. behoudsmannen, voorstanders van het stelsel van behoud (in aangelegenheden van kerk of staat enz.). *...VEREN, bw. gel. (ik conserveerde, heb geconserveerd), bewaren, behouden; in acht nemen, zorg dragen voor.
| |
[† Considerable]
† Considerable, bn. en bijw. (-er, -st), aanmerkelijk, aanzienlijk, gewigtig; belangrijk. *...DERANS, v. (-en), beweegreden, overweging (van eene wet, een besluit enz.). *...DERATIE, v. (...ën), overweging; toegeeflijkheid, inschikkelijkheid; (fig.) aanzien, eer, achting; dit stuk is in zijne handen gesteld om - en advies, om het te onderzoeken en er zijn oordeel over uit te brengen. *...DEREREN, bw. gel. (ik considereerde, heb geconsidereerd), in overweging -, in aanmerking nemen, behartigen, hoogachten.
| |
[† Consignatie]
† Consignatie, v. (...ën), (kooph.) toezending (van goederen) tot verkoop voor rekening des afzenders. *...SIGNE, v. (-n), loswoord, parool, lastgeving; aanteekenboek der vrachtgoederen en geleibrieven. *...SIGNEREN, bw. gel. (ik consigneerde, heb geconsigneerd), goederen afzenden ten verkoop; overleveren; een schildwacht -, hem de lastgeving van zijnen post mededeelen; soldaten in de kazerne -, hun verbieden de kazerne te verlaten.
| |
[† Consilium]
† Consilium, o. (...ia), raad, raadsvergadering.
| |
[† Consistent]
† Consistent, bn. en bijw. (-er, -st), digt, vast, duurzaam.
| |
| |
*-IE, v. gmv. zamenhang, dikte; lijvigheid (van vloeistoffen). *...TORIE, o. (...ën), kerkeraad, kerkekamer. -KAMER, v. (-s), vergaderplaats van het konsistorie.
| |
[† Console]
† Console, v. (-s), penant-, spiegeltafeltje.
| |
[† Consolideren]
† Consolideren, bw. gel. (ik consolideerde, heb geconsolideerd), hecht -, vast en duurzaam maken; eene staatsschuld -. *...SOLS, geconsolideerde (belegde, gedekte) fondsen; gevestigde schuld, (inz. engelsche staatsschuld).
| |
[† Consommatie]
† Consommatie, v. *...MEREN, bw. zie CONSUMATIE, CONSUMEREN.
| |
[† Consonant]
† Consonant, bn. eenstemmig, eensluidend. *-, m. (-en), (taalk.) medeklinker.
| |
[† Consorten]
† Consorten, m. mv. medestanders; medepligtigen.
| |
[† Conspiratie]
† Conspiratie, v. (...ën), zamenzwering, komplot. *...REREN, ow. gel. (ik conspireerde, heb geconspireerd), zamenzweren.
| |
[† Constabel]
† Constabel, m. (-s), politie-agent in Engeland.
| |
[† Constant]
† Constant, bn. en bijw. (-er, -st), onveranderlijk, bestendig volhardend, vasthoudend; erkend, vast, heerschend, zeker, gewis. *-IE, v. standvastigheid, bestendigheid.
| |
[† Constateren]
† Constateren, bw. gel. (ik constateerde, heb geconstateerd), vaststellen, bewijzen; de aandacht vestigen; wijzen op (een feit); staven, bekrachtigen.
| |
[† Constellatie]
† Constellatie, v. (...ën), onderlinge stand, schijnbare nabijheid (van twee hemelligchamen); sterrebeeld.
| |
[† Consternatie]
† Consternatie, v. gmv. ontsteltenis, verslagenheid. *...NEREN, bw. gel. (ik consterneerde, heb geconsterneerd), doen ontstellen, verbaasd staan.
| |
[† Constituante]
† Constituante, v. (fr. gesch.) nationale vergadering (van 1789). *...TUEREN, bw. gel. (ik constitueerde, heb geconstitueerd), vaststellen, verordenen; zich -, zich voor wettig en voltallig verklaren (van eene vergadering, kommissie, bestuur); de constituerende deelen, bestanddeelen. *...TUTIE, v. (...ën), vaststelling, verordening; staatsregeling, grondwet; gestel, gezondheidstoestand. -WATER, o. (scheik.) hoeveelheid water noodig om het zuur den vloeibaren toestand te doen aannemen. *...TUTIONNEEL, bn. en bijw. grondwettig, -lijk, grondwettelijk.
| |
[† Constringent]
† Constringent, *...STRINGEREND, bn. (-er, -st), zamentrekkend (inz. van geneesmiddelen). *...STRUCTEUR, m. (-s), scheepsbouwmeester. *...STRUCTIE, v. (...ën), bouw -, zamenstelling -, inrigting -, schikking der deelen; bouworde; woordschikking. *...STRUEREN, bw. gel. (ik construeerde, heb geconstrueerd), oprigten, zamenstellen; opbouwen; volzinnen -, meetkunstige figuren zamenstellen.
| |
[† Consul]
† Consul, m. (-s), (rom. gesch.) eerste overheidspersoon in den Staat; gevolmagtigde of vertegenwoordiger eener vreemde regering in eene stad, ter waarneming van de belangen der onderdanen van dien Staat. *-AAT, o. (...aten), ambt -, waardigheid -, woning of bureau eens consuls. *-AIR, bn. den consul betreffende. *-EREN, bw. gel. (ik consuleerde, heb geconsuleerd), raadplegen, iemands gevoelen inwinnen. *-ENT, m. (-en), raadgever.
| |
| |
| |
[† Consult]
† Consult, o. (-en), *-ATIE, v. (-ën), beraadslaging; consult houden (van geneesheeren over eenen lijder). *-ANT, m. (-en), raadpleger, raadgever. *-EREN, bw. gel. (ik consulteerde, heb geconsulteerd), overleggen, beraadslagen. *-UM, o. senatus consultum, raadsbesluit.
| |
[† Consumatie]
† Consumatie, v. verbruik. *...MENT, m. (-en), verteerder, gebruiker. *...MEREN, bw. gel. (ik consumeerde, heb geconsumeerd), verteren, gebruiken.
| |
[† Consummeren]
† Consummeren, bw. gel. (ik consummeerde, heb geconsummeerd), voleinden, volbrengen, voltooijen. *...SUMTIE, *...SUMATIE, *...SUMPTIE, v. (...ën), verbruik (van levensmiddelen enz.); consumptieve belastingen, belastingen op voorwerpen van verbruik.
| |
[† Contact]
† Contact, o. gmv. aanraking; (fig.) botsing.
| |
[† Contagie]
† Contagie, v. besmetting. *...GIUM, o. smetstof. *...GIEUS, bn. (...zer, -st), besmettelijk.
| |
[† Contant]
† Contant, bn. en bijw. gereed, in specie, in kontante penningen, in klinkende munt. *-EN, m. mv. geld (in tegenoverstelling van muntof bankpapier enz.).
| |
[† Contemplatie]
† Contemplatie, v. (...ën), beschouwing, bespiegeling. *-F, bn. (...ver, -st), beschouwend, bespiegelend. *...PORAIR, bn. gelijktijdig.
| |
[† Contenance]
† Contenance, v. gmv. houding; gemoedskalmte, bedaardheid van geest.
| |
[† Content]
† Content, bn. tevreden. *-EMENT, o. gmv. tevredenheid. *-EN, mv. (kooph.) cargalijsten. *-EREN, bw. gel. (ik contenteerde, heb gecontenteerd), tevreden stellen, genoegen doen; betalen.
| |
[† Conterfeiten]
† Conterfeiten, bw. gel. (ik conterfeitte, heb geconterfeit), afbeelden, uitschilderen. *...FEITSEL, o. (-s), afbeeldsel, portret.
| |
[† Contestatie]
† Contestatie, v. (...ën), twist, gekijf; betwisting. *...TEREN, bw. gel. (ik contesteerde, heb gecontesteerd), bestrijden, betwisten.
| |
[† Context]
† Context, o. redeverbinding, zamenhang.
| |
[† Continent]
† Continent, o. gmv. vasteland. *-AAL, bn. - stelsel, afsluiting van het vasteland (door Napoleon I); -stroomen, vastelands-rivieren. *-IE, v. matiging, onthouding.
| |
[† Contingens]
† Contingens, o. iets toevalligs; het toevallige. *...GENT, o. (-en), verschuldigd aandeel (in krijgsvolk, belastingen enz.).
| |
[† Continuatie]
† Continuatie, v. gmv. voortduring, voortzetting. *...NUEEL, bn. voortdurend, aanhoudend, onophoudelijk. *...NUEREN, bw. ow. gel. (ik continueerde, heb gecontinueerd), voortgaan (met), vervolgen, voortzetten; voortduren. *...NUÏTEIT, v. gmv. zamenhang der deelen, onafgebroken duur.
| |
[† Conto]
† Conto, v. rekening; ruimte van iemands rekening in het grootboek; a -, op rekening; - corrente, loopende rekening; - finto, gefingeerde rekening; - meto, - a meta, voor halve rekening; - mio, - suo, - nostro, mijne -, zijne -, onze rekening.
| |
[† Contorsie]
† Contorsie, v. (...ën), verdraaijing; geweldige onwillekeurige beweging der leden.
| |
[† Contra]
† Contra, bijw. tegen. *-BANDE, v. zie CONTREBANDE. *-BOEK, o. (-en), boek voor de contrôle der rekeningen; nommerboek bij de trekking der staatsloterij. *-MINE, v. zie CONTREMINE.
| |
| |
| |
[† Contract]
† Contract, o. (-en), verdrag, verbindtenis, overeenkomst; speelmerk. *-ANT, m. (-en), die een contract sluit. *-EREN, ow. bw. gel. (ik contracteerde, heb gecontracteerd), een verdrag sluiten, eene overeenkomst aangaan; zamentrekken. *-IEF, bn. zamentrekkend.
| |
[† Contradiceren]
† Contradiceren, bw. gel. (ik contradiceerde, heb gecontradiceerd), tegenspreken, wederleggen. *...DICENT, m. (-en), tegenspreker, weêrpartij. *...DICTIE, v. (...ën), tegenspraak, tegenstrijdigheid. *...FACT, o. (-en), namaaksel, nadruk. *...HENT, m. (-en), contractant. *...HEREN, bw. gel. (ik contraheerde, heb gecontraheerd), zamentrekken. *...ORDER, v. (-s), tegenbevel. *...PONEREN, bw. gel. (ik contraponeerde, heb gecontraponeerd), door-, af-, bijschrijven; eenen misslag verbeteren. *...POSITIE, v. (...ën), tegenstelling. *...PUNT, o. (muz.) kunst van de toonplaatsing, (inz. van de stemwisseling). *...RIÊREN, bw. gel. (ik contrariëerde, heb gecontrariëerd), dwarsboomen, tegenwerken. *...SIGNEREN, bw. gel. (ik contrasigneerde, heb gecontrasigneerd), mede-onderteekenen (b.v. een koninklijk besluit door een verantwoordelijken minister).
| |
[† Contrast]
† Contrast, o. (-en), tegenstelling. *-EREN, ow. gel. (ik contrasteerde, heb gecontrasteerd), tegen elk. afsteken.
| |
[† Contra-toonen]
† Contra-toonen, m. mv. (muz.) de zwaarste bastoonen. *...VENIÊREN, bw. gel. (ik contraveniëerde, heb gecontraveniëerd), overtreden (eene wet, verordening enz.). *...VENTIE, v. (...ën), overtreding; in - zijn, eene overtreding begaan hebben. *...VISITE, v. (-n), tegenbezoek.
| |
[† Contre]
† Contre, bijw. tegen. *-BALANCEREN, bw. gel. (ik contrebalanceerde, heb gecontrebalanceerd), opwegen, in evenwigt houden. *-BANDE, v. smokkelwaar, sluikgoederen; oorlogs-, voorwerpen wier vervoer gedurende eenen oorlog verboden is. *-BANDIER, m. (-s), sluikhandelaar, smokkelaar. *-BAS, v. (-sen), groote basviool. *-BASSIST, m. (-en), bespeler van de groote basviool. *-BILLET, o. (-ten), tegenbriefje, tegenbewijs. *-COEUR, à -, met tegenzin, ongaarne. *-COUP, m. tegenslag, terugstoot; (fig.) ongeluk, ramp, tegenspoed. *-DANS, m. (-en). *-FORT, m. (-en), steunpilaar, pijler. *-MANDEREN, bw. gel. (ik contremandeerde, heb gecontremandeerd), tegenbevel geven, afzeggen. *-MARQUE, v. (-s), straatmerkje (in schouwburgen). *-MARSCH, m. (-en), terugtogt, rugwaartsche togt. *-MINE, v. tegenmijn, tegenlist; in de - zijn, op daling spekuleren (bij het beursspel). *-MINEREN, bw. gel. (ik contremineerde, heb gecontremineerd), tegenwerken, trachten te verijdelen; tegenlist gebruiken. *-MINEUR, m. (-s), speculant op daling. *-REVOLUTIE, v. (...ën), tegenomwenteling. *-SCARP, v. (-en), (vest.) uiterste rand of helling der gracht; tegenwal, bolwerk; bedekte weg met het glacis.
| |
[† Contrei]
† Contrei, v. *-JEN, mv. omstreken.
| |
[† Contribuabel]
† Contribuabel, bn. belastingpligtig, belastingschuldig; de -en, de belastingschuldigen; aangeslagenen. *...BUEREN, bw. gel. (ik contribueerde, heb gecontribueerd), bijdragen, opbrengen, medewerken, bevorderen. *...BUTIE, v. (...ën), bijdrage (tot het onderhouden van iets); belasting. *...TIE, v. knaging, berouw; zelfkastijding.
| |
| |
| |
[† Contrôle]
† Contrôle, v. opzigt, toezigt; tegenrekening, dubbel register. *...LEREN, bw. gel. (ik contrôleerde, heb gecontrôleerd), toezigt houden, tegenrekening houden. *...LEUR, m. (-s), ambtenaar met zeker toezigt belast (bij belastingen enz.); (nat.) hevelbarometer.
| |
[† Controverse]
† Controverse, v. strijd van geleerden; twistpunt (inz. op het gebied der godsdienst). *...VERSIST, m. (-en), geloofstwister.
| |
[† Contubernalen]
† Contubernalen, m. mv. zamenwoners, mede-inwonenden, kamergenooten.
| |
[† Contumax]
† Contumax, bijw. weêrspannig aan de wet; voortvlugtig. *...MACIE, v. weêrspannigheid aan de wet; gezondheidsproef (bij het heerschen van besmettelijke ziekten); in contumaciam (bij verstek) veroordeelen.
| |
[† Convalescent]
† Convalescent, m. (-en), zieke die aan de beterhand is.
| |
[† Convenable]
† Convenable, bn. (-r, -st), geschikt, passend, voegzaam, betamend. *...NIENTIE, *...NANCE, v. overeenkomst, gepastheid. *...NIËREN, ow. gel. (ik conveniëerde, heb geconveniëerd), overeenkomen; aanstaan, passen, gelegen komen; betamen; welvoegelijk zijn.
| |
[† Convent]
† Convent, o. (-en), klooster. *-, o. *-IE, v. (...ën), zamenkomst, vergadering; de nationale -, *-IE, v. (...ën), overeenkomst, verdrag. *-IONNEEL, bn. en bijw. op gewoonte of overeenkomst berustende.
| |
[† Convergeren]
† Convergeren, ow. gel. (ik convergeerde, heb geconvergeerd), (nat.) zamenloopen, toenaderen; tot elkander neigen (van lijnen, lichtstralen enz.); -de reeksen, (rek.) reeksen wier opeenvolgende termen steeds kleiner worden.
| |
[† Conversatie]
† Conversatie, v. (...ën), gesprek; omgang. *...SEREN, ow. gel. (ik converseerde, heb geconverseerd), verkeeren (met iem.); een onderhoud (met iem.) hebben. *...SIE, v. (...ën), omstempeling der munten; verandering der rente (eener staatsschuld); verwisseling der oude schuldbrieven tegen nieuwe; overgang tot eene andere godsdienst. *...TEREN, bw. gel. (ik converteerde, heb geconverteerd), veranderen; verwisselen; overgaan, bekeeren (in de beteekenissen hierboven bij CONVERSIE opgegeven).
| |
[† Convex]
† Convex, bijw. bolrond, gewelfd, lensvormig; - concaaf, bol aan de eene en hol aan de andere zijde; convex -, aan beide zijden bol.
| |
[† Convictie]
† Convictie, v. overtuiging; intieme -, innige overtuiging.
| |
[† Convocatie]
† Convocatie, v. (...ën), zamenroeping, bijeenroeping (eener vergadering). *...CEREN, bw. gel. (ik convoceerde, heb geconvoceerd), zamen-, bijeenroepen, beleggen (eene vergadering).
| |
[† Convooi]
† Convooi, o. (-jen), begeleiding, bedekking (door gewapende magt, door oorlogsschepen). *-BRIEFJE, (B. -N), o. (-s), geleibriefje. *-LOOPER, m. (-s), die zich met het in orde brengen en bezorgen der benoodigde stukken tot uit- of inklaren van goederen belast. *...VOYEREN, bw. gel. (ik convoyeerde, heb geconvoyeerd), begeleiden. *...VULSIE, v. (...ën), stuiptrekking, stuip.
| |
[† Coördinaten]
† Coördinaten, v. mv. zekere technische benaming in de wisk. en sterr.
| |
| |
| |
[† Copaiva-balsem]
† Copaiva-balsem, m. gmv.(gen.) zekere zuid-amerikaansche balsem
| |
[† Copal]
† Copal, o. gmv. zekere harssoort.
| |
[Copie, Kopij]
Copie, Kopij, v. (...ën), afschrift; handschrift voor de drukpers bestemd. *-BOEK, o. (-en), boek waarin brieven, wissels enz. worden overgeschreven. *...ËREN, bw. gel. (ik copiëerde, heb gecopiëerd), af-, over-, naschrijven; nateekenen; (fig.) namaken. *...EUS, bw. rijkelijk, ruim voorhanden.
| |
[† Copulatie]
† Copulatie, v. (...ën), verbinding, koppeling, paring; vleeschelijke gemeenschap. *...LEREN, bw. gel. (ik copuleerde, heb gecopuleerd), verbinden, zamenvoegen, koppelen, paren.
| |
[† Copy-holders]
† Copy-holders, m. mv. cijns-, erfpachters (in Engeland).
| |
[† Coquet]
† Coquet, bn. en bijw. (-ter, -st), behaagziek, ligtvaardig, pronk-lievend. *-TE, v. (-s), behaagzieke vrouw, hartevangster. *-TERIE, v. laakbare behaagzucht, minnaarsjagt.
| |
[† Cordaat]
† Cordaat, bn. en bijw. (...ater, -st), hartelijk, ongekunsteld, rond, opregt.
| |
[† Cordiaal]
† Cordiaal, bn. en bijw. (...aler, -st), hartelijk; hartsterkend.
| |
[† Cordon]
† Cordon, o. (-s), band, snoer; grensbezetting (door militairen); lijn van grensafsluiting (ter voorkoming van smokkelarij, ter wering van besmettelijke ziekten, enz.); een - trekken.
| |
[† Corduaan]
† Corduaan, o. gmv. fijn spaansch leder (uit geitenvellen vervaardigd).
| |
[† Cornalijn]
† Cornalijn, o. zeker edelgesteente.
| |
[† Cornet]
† Cornet, m. (-ten), vaandrig bij de ruiterij; standaarddrager, vlaggejonker; horentje (blaasinstrument); - à piston, (blaasinstrument). *-, *-TE, v. (-n), ruitervaan; vrouwenmuts, kornet. *-TO, m. kromhoorn (blaasinstrument).
| |
[† Corollarium]
† Corollarium, o. (...ia), toevoegsel, bijvoegsel, opheldering.
| |
[† Coroner]
† Coroner, m. (-s), van staatswege aangestelde lijkschouwer (in Engeland).
| |
[† Corporatie]
† Corporatie, v. (...ën), al de leden van een gezelschap, genootschap enz.; gild, broederschap; gevestigd ligchaam. *...REEL, bn. ligchamelijk, lijfelijk.
| |
[† Corps]
† Corps, o. (-en), ligchaam; vereeniging van vele personen onder één hoofd; legerafdeeling; en -, allen te zamen; - de garde, wachthuis, hoofdwacht, kortegaard; - de réserve, spaarbende, tweede ban; - diplomatique, het personeel der vertegenwoordigers van vreemde staten bij een hof.
| |
[† Corpulent]
† Corpulent, bn. (-er, -st), zwaarlijvig, gezet. *-IE, v. gmv. zwaarlijvigheid.
| |
[† Corpus]
† Corpus, o. ligchaam; - delicti, voorwerp waarmede eene misdaad, een wanbedrijf of eene overtreding is begaan; het gestolene; - juris, het romeinsche regt (wetboek van keizer Justinianus).
| |
[† Correale obligatie]
† Correale obligatie, v. verpligting of vordering verscheidene personen in gelijke mate betreffende en denzelfden oorsprong hebbende.
| |
[† Correct]
† Correct, bn. en bijw. (-er, -st), zuiver, zonder fouten. *-HEID, v. gmv. juistheid, zuiverheid (van taal, druk, teekening enz.). *-IE, v. (...ën), verbetering, teregtwijzing; tuchtiging; het nazien en de
| |
| |
verbetering (van drukproeven); huis van -, verbeterhuis. *-IONNEEL, bn. en bijw. verbeterend; een - vonnis, vonnis waarbij geene onteerende straf is uitgesproken. *-OR, m. (-en), verbeteraar (inz. van drukproeven).
| |
[† Corregidor]
† Corregidor, m. (-s), zekere ambtenaar van politie (in Spanje en Portugal).
| |
[† Correlatie]
† Correlatie, v. (...ën), wederzijdsche -, onderlinge betrekking.
| |
[† Correspondent]
† Correspondent, m. (-en), handelsvriend; berigtgever (aan dagbladen enz.). *-IE, v. (...ën), briefwisseling; bijzondere berigten (in een dagblad). *...DEREN, ow. gel. (ik correspondeerde, heb gecorrespondeerd), briefwisseling houden; overeenstemmen met; gemeenschap hebben (van kamers, gangen enz.).
| |
[† Corridor]
† Corridor, m. (-s), smalle gedekte gang tusschen twee rijen kamers; doorloop.
| |
[† Corrigeren]
† Corrigeren, bw. gel. (ik corrigeerde, heb gecorrigeerd), verbeteren, van fouten zuiveren; herstellen; berispen, straffen; (boekdr.) corrigeersteen, steen waarop de vormen gelegd worden om de fouten te verbeteren.
| |
[† Corrosie]
† Corrosie, v. gmv. het wegknagen, bijten, oplossen van vaste deelen door corrosieve of bijtende middelen.
| |
[† Corrupt]
† Corrupt, bn. bedorven; slecht. *-IE, v. (...ën), bederf, verdorvenheid; omkooping, verleiding, vervalsching.
| |
[† Corset]
† Corset, o. (-ten), rijglijf, keurslijf, keurs.
| |
[† Corso]
† Corso, v. koers (van het geld, van de wissels); renbaan.
| |
[† Cortes]
† Cortes, m. mv. landsvertegenwoordiging in Spanje en Portugal.
| |
[† Corvée]
† Corvée, v. leendienst; (mil.) werkzaamheden die beurtelings door de manschap eener compagnie verrigt worden; (fig.) verdrietig -, ondankbaar werk.
| |
[† Coryphee]
† Coryphee, v. (...ën), (oudh.) aanvoerder eener rij of van een koor; (fig.) volksmenner, raddraaijer; eerste danser, - danseres (in een ballet).
| |
[† Cos (Regel der)]
† Cos (Regel der), (oudt.) algebra.
| |
[† Cosmetiek]
† Cosmetiek, v. gmv. verfraaijingskunst; middel tot verfraaijing van de huid of het haar.
| |
[† Cosmisch]
† Cosmisch, bn. de wereld -, het heelal betreffende.
| |
[† Cosmogonie]
† Cosmogonie, v. gmv. leer der wereldschepping. *...GRAPHIE, v. gmv. wereldbeschrijving. *...LOGIE, v. gmv. wereldleer. *...POLIET, *...POLITAAN, m. (-en), wereldburger. *...POLITISMUS, o. gmv. wereldburgerschap. *...RAMA, o. (-as), wereldschilderij, soort panorama.
| |
[† Costi]
† Costi, daar; a -, in uwe stad, aan uwe markt, ten uwent.
| |
[† Costumeren]
† Costumeren, bw. gel. (ik costumeerde, heb gecostumeerd), kleeden, inrigten (overeenkomstig het gebruik van een aangegeven tijdvak). *...TUUM, o. (...umes), ambtskleeding, plegtgewaad, volksdragt; tooneelkleeding.
| |
[† Cotelette]
† Cotelette, v. (-n), gerooste rib.
| |
[† Coteren]
† Coteren, bw. gel. (ik coteerde, heb gecoteerd), teekenen, merken (met nommers of letters). *...TERIE, v. (...ën), kransje, besloten gezelschap; (fig.) kliek, bent.
| |
| |
| |
[† Cothurnen]
† Cothurnen, v. mv. (oudh.) tooneellaarzen.
| |
[† Cotillon]
† Cotillon, m. (-s), zekere dans; onderrok.
| |
[† Cotisatie]
† Cotisatie, v. (...ën), omslag, bepaling van ieders aandeel (in de kosten van iets). *...SEREN, bw. gel. (ik cotiseerde, heb gecotiseerd), aanslaan, schatten; bepalen (ieders aandeel).
| |
[† Couche]
† Couche, v. (-s), laag (in mijnen). *-, tw. zwijg! lig stil! *...CHEREN, bw. gel. (ik coucheerde, heb gecoucheerd), te boek stellen, inschrijven; doen liggen.
| |
[† Coujon]
† Coujon, m. (-s), nietswaardige vent, deugniet, schurk, schelm. *-ADEN, v. mv. schimpwoorden. *-EREN, bw. gel. (ik coujoneerde, heb gecoujoneerd), verachtelijk -, met minachting behandelen, kwellen, plagen. *-ERIE, v. (...ën), schelmstuk, schurkenstreek, verachtelijke behandeling.
| |
[† Coulage]
† Coulage, v. verlies van vloeistoffen (door wegvloeijing). *...LANT, bn. (-er, -st), vloeijend van stijl of schrift); (fig.) toegevend, gedienstig. -, o. kleinood van een vrouwenhalssnoer.
| |
[† Coulisse]
† Coulisse, v. (-n), (toon.) beweegbaar zijstuk eener decoratie.
| |
[† Coup]
† Coup, m. - de main, overrompeling, verrassing, handgreep; - d'état, staatsstreek, staatsgreep; - d'oeil, oogopslag, vlugtige blik; - de grâce, genadeslag.
| |
[† Coupé]
† Coupé, m. (-s), voorste afdeeling eener diligence; zekere danspas. *...PEREN, bw. gel. (ik coupeerde, heb gecoupeerd), afsnijden; kortstaarten; kaarten afnemen (in het spel); troef inleggen; coupez, (kaartsp.) neem af. *...PLEREN, bw. gel. (ik coupleerde, heb gecoupleerd), paren, koppelen.
| |
[† Couplet]
† Couplet, o. (-ten), koeplet, afdeeling van een lied. *...PON, m. (-s), rentebewijs, interestbillet (bij de obligatiën); lap, snipper.
| |
[† Cour]
† Cour, v. het hof, de hofplaats; opwachting ten hove; hofstoet; de - maken, naar iemands gunst streven; aardigheden zeggen (inz. aan een meisje).
| |
[† Courage]
† Courage, m. moed. *-, tw. moed! moed gehouden! *...GEREN, bw. gel. (ik courageerde, heb gecourageerd), moed geven, bemoedigen, opwekken. *...GEUS, bn. (...zer, -st), moedig dapper.
| |
[† Courant]
† Courant, bn. en bw. (-er, -st), gangbaar, in omloop (van muntspeciën); -e schulden, kleine loopende schulden; -e waren, ligt verkoopbare waren. *-, o. gmv. gangbare -, grove zilvermunt. *-, v. (-en), nieuwspapier, dagblad, krant. *-IER, m. (-s), dagbladschrijver, drukker -, uitgever van een dagblad.
| |
[† Courbette]
† Courbette, v. (-n), (rijk.) korte boogsprong; buiging.
| |
[† Courier]
† Courier, m. zie KOERIER.
| |
[† Cours]
† Cours, m. zie KOERS. *-ABEL, bn. gangbaar, voor koers vatbaar. *-EN, bw. ow. gel. (ik coursde, heb gecoursd), den koers rigten, koers zetten naar; schatten, begrooten, ramen; ten uitvoer brengen. *-EREN, ow. gel. (ik courseerde, heb gecourseerd), in omloop -, gangbaar zijn.
| |
[† Courtage]
† Courtage, v. makelaarsloon. *...TIER, m. (-s), makelaar.
| |
[† Courtine]
† Courtine, v. (-s), (vest.) gordijn, middenwal. *...TISAN, m. (-s), hoveling. -E, v. (-s), hofdame; onzedelijke vrouw. *...TISEREN, bw.
| |
| |
gel. (ik courtiseerde, heb gecourtiseerd), vleijen (uit praalzucht); iem. het hof maken. *...TOISIE, v. gmv. hoffelijkheid, beleefdheid.
| |
[† Cousin]
† Cousin, m. (-s), neef (titel door keizers en koningen aan vorsten van minderen rang gegeven).
| |
[† Coûte que coûte]
† Coûte que coûte, het koste wat het wil, tot elken prijs.
| |
[† Coüteus]
† Coüteus, bn. kostbaar, duur, hoog in prijs.
| |
[† Couvert]
† Couvert, o. (-s), brievenomslag; hulsel; bedekking; tafelgereedschap voor één persoon; een diner van veertig -s. *-URE, v. (-s), deksel, omslag.
| |
[† Covenant, Convenant]
† Covenant, Convenant, o. (-en), verdrag, overeenkomst; (eng. gesch.) vergadering der puriteinen tegen Karel I. *-ER, m. (-s), lid van deze vergadering.
| |
[† Cracheren]
† Cracheren, ow. bw. gel. (ik cracheerde, heb gecracheerd), spuwen, uitwerpen.
| |
[† Cranerie]
† Cranerie, v. dolle streek, kuur, uitzinnig gedrag, pralerij.
| |
[† Craniologie]
† Craniologie, v. schedelleer. *...SCOPIE, v. schedelbeschouwing.
| |
[† Crassulaceën]
† Crassulaceën, mv. vetplanten.
| |
[† Crastinatie]
† Crastinatie, v. het verschuiven tot morgen.
| |
[† Crater]
† Crater, m. (-s), groote drinkschaal; vulkaan-opening. *...TES, m. misvormd mensch.
| |
[† Cravate]
† Cravate, v. (-n), halsdoek, das.
| |
[† Crayon]
† Crayon, o. (-s), teekenstift, potlood, griffel. *-NEREN, bw. gel. (ik crayonneerde, heb gecrayonneerd), met potlood of houtskool teekenen; schetsen, ontwerpen.
| |
[† Creatuur]
† Creatuur, o. (...uren), schepsel; gunsteling, afhangeling; (fig.) werktuig (van een aanzienlijk persoon); gering -, gemeen persoon.
| |
[† Credentialen]
† Credentialen, mv. geloofsbrieven, brieven van credentie.
| |
[† Crediet]
† Crediet, o. gmv. geloof, vertrouwen, aanzien, goede naam, gunstige bekendheid (in geld- en handelszaken); goederen op -, goederen die niet dadelijk betaald worden; iem. een - openen. *-BRIEF, m. (...ven), brief van borgtogt; aanbevelingsbrief. *-WET, v. (-ten), wet waarbij, in afwachting van de vaststelling der begrooting, magtiging tot het doen van uitgaven wordt verleend.
| |
[† Credit]
† Credit, (mv. CREDUNT, (kooph.) te goed, regterzijde in het grootboek. *-EREN, bw. gel. (ik crediteerde, heb gecrediteerd), op vertrouwen geven, borgen, leenen; te goed schrijven, posten op de creditzijde boeken. *-EUR, m. (-en), schuldeischer.
| |
[† Credo]
† Credo, ik geloof. *-, o. gmv. geloofsbelijdenis, geloof. *...DULITEIT, v. gmv. ligtgeloovigheid.
| |
[† Creëren]
† Creëren, bw. gel. (ik creëerde, heb gecreëerd), scheppen, instellen; benoemen, aanstellen; (toon.) voor het eerst eene rol vervullen; eene schuld -, eene leening sluiten.
| |
[† Crème]
† Crème, v. room; (fig.) het beste, het puik.
| |
[† Cremometer]
† Cremometer, m. (-s), roommeter, toestel om het roomgehalte in de melk te bepalen.
| |
[† Cremor tartari, Cremortart]
† Cremor tartari, Cremortart, o. room van wijnsteen, overwijnsteenzure potasch.
| |
[† Creneleren]
† Creneleren, bw. gel. (ik creneleerde, heb gecreneleerd), ker- | |
| |
ven,
uittanden; van schietgaten voorzien; eenen kerfrand geven (aan
muntstukken).
| |
[† Creool]
† Creool, m. (...olen), iem. die in een ander werelddeel geboren is uit ouders, waarvan slechts één tot de Europeanen behoort.
| |
[† Creosoot]
† Creosoot, o. middel tegen tandpijn; houtbederfwerend middel. *...SOTEREN, bw. gel. (ik creosoteerde, heb gecreosoteerd), (hout) tegen bederf bewaren.
| |
[† Creperen]
† Creperen, ow. gel. (ik crepeerde, heb gecrepeerd), sterven (van dieren); ellendig omkomen, sterven van gebrek; ergeren.
| |
[† Crescendo]
† Crescendo, bijw. (muz.) toenemende, trapsgewijze sterker wordende (van toonen).
| |
[† Cretins, Cretinen]
† Cretins, Cretinen, m. mv. kropmenschen, (zekere idioten in Zwitserland, Savoye, Piemont).
| |
[† Crime]
† Crime, m. *-N, o. misdaad; crimen laesae majestatis misdaad van gekwetste majesteit, hoogverraad. *...MINEEL, bn. en bijw. misdadig, lijfstraffelijk; - regt, strafregt.
| |
[† Crinoline]
† Crinoline, v. (-s), hoepelrok.
| |
[† Crisis]
† Crisis, v. (crises), beslissend oogenblik (eener zaak), keerpunt; hoogste punt (eener ziekte).
| |
[† Criterium]
† Criterium, o. (...ia), merk, onderscheidingsteeken; maatstaf (ter beslissing van iets).
| |
[† Criticaster]
† Criticaster, m. (-s), verachtelijk recensent, muggezifter, vitter. *...CUS, m. (...ci), kunstregter, kunstbeoordeelaar. *...TIEK, v. gmv. beoordeeling, toetsing; kunstbeoordeeling; beneden de-, niet waard beoordeeld te worden. *...TIEK, *...TISCH, bn. hagchelijk, netelig, zorgelijk, zorgbarend. *...TISEREN, bw. gel. (ik critiseerde, heb gecritiseerd), beoordeelen, vitten.
| |
[† Croesus]
† Croesus, m. (fig.) zeer rijk man.
| |
[† Croiseren]
† Croiseren, bw. gel. (ik croiseerde, heb gecroiseerd), kruisen, overkruis plaatsen; elkander-, elkander kruisen of snijden van lijnen, wegen enz.); ook van twee brieven of personen die denzelfden weg in tegenovergestelde rigting afleggen.
| |
[† Croquis]
† Croquis, o. schets (eener schilderij enz.)
| |
[† Croup]
† Croup, v. zekere keelziekte.
| |
[† Croupier]
† Croupier, m. (-s), oppasser bij openlijke speelbanken (op badplaatsen enz.); stille compagnon in een handelshuis.
| |
[† Crucifix]
† Crucifix, o. krusifiks, kruisbeeld, Christusbeeld.
| |
[† Cruditeit]
† Cruditeit, v. gmv. raauwheid, onverteerbaarheid.
| |
[† Cruquius]
† Cruquius, m. een der drie stoomwerktuigen van den Haarlemmermeerpolder (genoemd naar den nederl. bouwkundige Nicolaas Cruquius).
| |
[† Crusado]
† Crusado, m. (-os), muntstuk (in Portugal de zilveren = ƒ1.20, de gouden = ƒ3.60 en meer; in Spanje de gouden = ƒ2.10 à ƒ2.70).
| |
[† Crustaceën]
† Crustaceën, mv. schaaldieren.
| |
[† Cryptogamen]
† Cryptogamen, mv. bedekt bloeijende planten. *...GRAPHIE, v, gmv. geheime schrijfkunst.
| |
[† Cubebe-peper]
† Cubebe-peper, v. staartpeper (geneeskrachtige vrucht van een javaansch gewas).
| |
| |
| |
[† Cuberen]
† Cuberen, bw. gel. (ik cubeerde, heb gecubeerd), den inhoud van een ligchaam berekenen. *...BIEK, bn. en bijw. teerling -, dobbelsteenvormig; de -e inhoud, lengte, breedte en hoogte of diepte. *...BUS, m. (cubi), teerling.
| |
[† Cucubitaceën]
† Cucubitaceën, mv. komkommers.
| |
[† Cudbear]
† Cudbear, o, persio (roodachtig paarsche kleurstof).
| |
[† Cul]
† Cul, - de Paris, opvulsel om de dameskleedjes van achteren te doen uitstaan; - de-sac, slop, keerweêr, zak, straat of steeg zonder uitgang.
| |
[† Culbuteren]
† Culbuteren, ow. bw. gel. (ik culbuteerde, heb geculbuteerd), buitelen, tuimelen; overhoop werpen; in het verderf storten.
| |
[† Culminatie]
† Culminatie, v. (sterr.), grootste hoogte, doorgang van het middelpunt der zon of sterren door den meridiaan. *-PUNT, o. hoogste standpunt, keerpunt (van magt, aanzien, roem enz.). *...NEREN, ow. gel. (ik culmineerde, heb geculmineerd), de grootste hoogte bereikt hebben.
| |
[† Culot]
† Culot, o. zwart aanzetsel in het onderste van een lang gebruikten pijpenkop. *-TE, v. (-s), broek, korte broek.
| |
[† Culpa]
† Culpa, v. schuld; mea-, mijne schuld. *-BILITEIT, v. gmv, strafbaarheid.
| |
[† Cultivateur]
† Cultivateur, m. (-s), landbouwer, boer, landbouwkundige. *...VEREN, bw. gel. (ik cultiveerde, heb gecultiveerd), be-, aanbouwen (het land, den grond), aankweeken; beschaven, oefenen; trachten te behouden (b.v. iemands vriendschap).
| |
[† Cultus]
† Cultus, m. eeredienst; openbare godsvereering.
| |
[† Cultuur]
† Cultuur, v. aanbouw, veldbouw; beschaving, verstandsoefening, veredeling des geestes, vorming des harten. *-STELSEL, o. (het door graaf van den Bosch in Nederl.-Indië ingevoerde) stelsel van grondarbeid.
| |
[† Cumarine]
† Cumarine, v. (kruidk.) zekere welriekende kleurlooze zelfstandigheid.
| |
[† Cumuleren]
† Cumuleren, bw. gel. (ik cumuleerde, heb gecumuleerd), opeenhoopen, opstapeleng; cumulatie van ambten, het gelijktijdig waarnemen van verscheidene betrekkingen door één persoon.
| |
[† Cupelleren]
† Cupelleren, bw. gel. (ik cupelleerde, heb gecupelleerd), louteren, zuiveren.
| |
[† Cupiditeit]
† Cupiditeit, v. gmv. begeerlijkheid, gelddorst.
| |
[† Curabel]
† Curabel, bn. geneeslijk, heelbaar.
| |
[† Curaçao]
† Curaçao, v. likeur uit oranje-schillen.
| |
[† Curare]
† Curare, v. zeer sterk vergif in Noord-Amerika.
| |
[† Curatele]
† Curatele, v. gmv. voogdij, voogdijschap; curatorschap; onder - stellen, iem. het vrij beheer zijner zaken ontnemen. *...TOR, m. (-s, -en), bewindvoerder, voogd, beheerder; bestuurder (eener school enz.).
| |
[† Curcuma]
† Curcuma, v. geelwortel (kleurstof).
| |
[† Cureren]
† Cureren, bw. gel. (ik cureerde, heb gecureerd), genezen, herstellen.
| |
[† Curie]
† Curie, de roomsche -, de pauselijke regering, het hof van Rome (inz. op kerkelijk gebied).
| |
| |
| |
[† Curieus]
† Curieus, bn. zeldzaam, aardig, vreemd, mooi. *...OSITEIT, v. (-en), zeldzaamheid, merkwaardigheid.
| |
[† Cursief]
† Cursief, o. kursijf, loopende letter, schuinliggende drukletter.
| |
[† Cursus]
† Cursus, m. (-sen), loop, leergang; reeks lessen over een bepaald vak.
| |
[† Curve]
† Curve, v. (meetk.) kromme lijn. *...VATUUR, v. kromming, bogt.
| |
[† Custos]
† Custos, m. (...odes), wachter, oppasser, bewaker; koster, kerkeknecht; (boekdr.) voorheen gebruikelijk vervolg- of merkteeken onder aan eene bladzijde.
| |
[† Cyan]
† Cyan, *-OGENIUM, o. (scheik.) blaauwstof, verbinding van koolstof en stikstof. *-ISEREN, bw. gel. (ik cyaniseerde, heb gecyaniseerd), hout voor verrotting bewaren. *-KALIUM, o. zeker wit zeer vergiftig zout. *-KWIKZILVER, o. zeer vergiftige zelfstandigheid. *-OMETER, m. (-s), blaauwtemeter, toestel om de intensiteit van de blaauwe kleur des hemels en tevens den graad van zuiverheid der lucht te bepalen. *-OTOPIE, v. gmv. photographie op met cyanijzer behandeld papier. *-UURZUUR, o. verbinding van cyan met zuurstof. *-WATERSTOFZUUR, o. blaauwzuur. *-ZILVER, o. soort wit poeder.
| |
[† Cycloïde]
† Cycloïde, v. (-n), (meetk.) radlijn, roltrek. *...METRIE, v. gmv. cirkelmeting.
| |
[† Cycloop]
† Cycloop, m. (fab.) reus met één rond oog in het midden des voorhoofds, helper van Vulcanus.
| |
[† Cyclorama]
† Cyclorama, o. (...as, -ta), rondgezigt.
| |
[† Cyclus]
† Cyclus, m. (-sen), kring, tijdkring (zeker aantal jaren na verloop waarvan dezelfde hemelverschijnselen zich weder in dezelfde orde voordoen).
| |
[† Cylinder]
† Cylinder, m. zie CILINDER.
| |
[† Cyssoïde]
† Cyssoïde, v. (meetk.) kromme lijn.
| |
[† Czar]
† Czar, m. (-en), *-IN, v. (-nen), titel van den keizer en de keizerin aller Russen.
|
-
voetnoot1)
- De woorden, die niet onder lr. C gevonden worden, zoeke men onder lr. K.
|