Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Inleiding Cornelis de Bruyn en zijn reis Het reisverhaal en de lezer Deze uitgave De reis van Cornelis de Bruyn door Italië en de Levant in vertaling De zes lofdichten, voorafgaand aan het reisverhaal van Cornelis de Bruyn Literatuur Bredere aantekeningen bij Cornelis de Bruyn, Reizen door de Levant. Glossarium bij Cornelis de Bruyns Reizen Bijzonderheden over de spelling en het woordgebruik van C. de Bruyn Boek I Italië en Turkije Den doorluchtigsten en grootmagtigsten vorst en heer Willem den Derden, Door Gods genade koning van Engeland, Vrankryk, Schotland en Yrland, beschermer des geloofs, &c. &c. &c. Gunstige leezer, Zes lofdichten Bekendmakinge Eerste Hoofdstuk. Neiging des auteurs tot het bezichtigen van vreemde gewesten en landen. Vertrek uit ’s Graavenhaage. Komst tot Weenen. Schrikkelijk geval van een leeuwin met haaren spysbezorger. Komst te Florence. Kostelykheden in des groothertogs schatkamer. Prachtige kapel. Uitsteekende muskadelwijn te Monte Fiascone, en grafschrift van een reiziger die zich daaraan dood dronk. Aankomst te Romen. IIe Hoofdstuk. Beschryving van de plechtigheden, te Romen in het jubeljaar gebruikelyk. Aanneeming van den auteur in de bend der Nederlandsche konstenaars en op hoedanige wyze zulks geschied. Bloedig gevecht tusschen twee processien. Vuurwerk, door den Spaanschen ambassadeur vertoond. Jaarlyks vuurwerk van ’t Kasteel S. Angelo. Byzonderheden wegens het jubeljaar. Dood van den paus Clemens den X. Byzonderheden noopende het conclave en het verkiezen van een nieuwen paus. Verkiezing van Innocentius den XI. Vreemde predikster. Gebuurige oorden van Romen. IIIe Hoofdstuk. Tocht van Romen na Napels, en van daar na Pozzuolo. Grotte van Virgilius. Grotta del cani en andere oudheden hier omtrent te vinden. Wederkomst te Romen enz. IVe Hoofdstuk. Vertrek van Romen na Livorno. Spel van de balon aldaar. Brug-gevegt te Pisa. Komst van de Hollantsche Smirnasche vloot te Livorno, daar den auteur zich op inscheept. Ve Hoofdstuk. Vertrek van Livorno. Gelegenheid van verscheidene eilanden in de Middellandsche Zee en d’Archipel. Aankomst te Smirna. VIe Hoofdstuk. Pest te Smirna. Voorzorg der Franken tegens dezelve. Beschrijving van Smirna, benevens eenige aanmerkelijke byzonderheden nopende de manier van leven aldaar. Gelegentheid voor den autheur om na Ephesen te gaan. VIIe Hoofdstuk. Tocht van Smirna na Ephezen. Deerlyke staat van die vermaarde stad. Ruïnen en overblyfzelen van antiquiteiten. Beschryving van Scala Nova. Wederkomst te Smirna. VIIIe Hoofdstuk. Vertrek van Smirna en komst over land tot Constantinopolen. IXe Hoofdstuk. Beschryvinge van Constantinopolen. Xe Hoofdstuk. Beschryving van Galata, Pera, Tophana, en andere gebuurige plaatsen van Constantinopolen. XIe Hoofdstuk. Beschryving van de Propontis of de Witte Zee, en van de steden in dezelve gelegen, mitsgaders der buitenste gedaante van de stad Constantinopolen. XIIe Hoofdstuk. Verhandeling van eenige zaaken noopende den godsdienst der Turken. XIIIe Hoofdstuk. Verscheidene byzonderheden, noopende de kerkelyke bedieningen der Grieken, kerkgebaarden enz. XIVe Hoofdstuk. Geboden der Turksche wet. Beschryving van de Mahometaansche bairam of paaschfeest; verdere hoogtyden der Turken; Mahometaansche tydrekening enz. XVe Hoofdstuk. Byzonderheden, noopende eenige dingen welke den Turken verbooden zyn. Dwaas gevoelen ten opzichte der beelden. Onreine spyzen. Reden van het verbod des wyns. Woekerachtige handelingen der Turken, niettegenstaande het verbod van woeker enz. XVIe Hoofdstuk. Eerbiedigheid der Turken voor hunne kerkelyke perzoonen, en waar derzelver bedieningen in bestaan. Geestelyke orders enz. XVIIe Hoofdstuk. Eerbiedigheid der Turken voor Jesus Christus en de Maagd Maria, mitsgaders voor de propheeten. Stelling wegens de vier groote propheeten of wetgeevers, door God in de wereld gezonden, gelyk ook wegens het paradys en de hel. Misslag der reizigers wegens d’aanbidding der heiligen enz. XVIIIe Hoofdstuk. Verscheidene soorten van huwelyken, onder de Turken in gebruik. Lichtvaardige echtscheidingen der mannen, en moeyelyke der vrouwen, enz. XIXe Hoofdstuk. Omstandigheden van der Turken begraavingen en weeklagten over de dooden. Ondervraaging der overleedenen na de begraaving en staat der sondaaren en vroomen. Gevoelen wegens het laatste oordeel en d’opstanding enz. XXe Hoofdstuk. Kleeding der Turksche mannen en vrouwen, gelyk ook der Jooden. Scheering van hair en baard. Manier van groeten. Zyde van eer. Fraaye gestalte der Turken, enz. XXIe Hoofdstuk. Spys, drank, en manier van eeten der Turken. Vruchten van derzelver soberheid. Strydigheid tusschen eenige der Turksche en onze zeden, enz. XXIIe Hoofdstuk. Tydverdryven, speelen, oeffeningen, vermaakelykheden en speeltuigen der Turken, en andere byzonderheden daartoe behoorende. XXIIIe Hoofdstuk. Schoone order omtrent de eetwaaren. Voorzorgen om vechteryen en doodslagen te beletten. Verscheidene soorten van straffen, onder de Turken gebruikelyk. Straffen der janitzers, enz. XXIVe Hoofdstuk. Deugden en gebreken der Turken. Misslag van eenige reizigers omtrent de koleuren die de Christenen niet mogen draagen. Gebreken en schoonheid der Turkinnen. Kleinachting en jalouzy der Turken omtrent de vrouwen, enz. XXVe Hoofdstuk. Misslag der reizigers omtrent de gestudeerde Turken en Turksche doctoren, astrologisten en poëeten. Vreemde manieren van visschen. Menigvuldige branden te Constantinopolen, enz. XXVIe Hoofdstuk. Byzonderheden wegens de jagten van den Grooten Heer. Koetzen by denzelven op de reis gebruikelyk. Vermomming om goede order te doen onderhouden. Dienst ter tafel. Gehoor van gezanten. Persoon, en zoonen van den Grooten Heer. Wyse van zyne hulding. Eerbiedigheid en getrouwigheid der Turken omtrent de Ottomannische stam, enz. XXVIIe Hoofdstuk. Byzonderheden wegens des Grooten Heers krygsmagt, en ‘tgeen daartoe behoord. XXVIIIe Hoofdstuk. Zegenpraalende intrede van den Grooten Vizir, wegens de verovering van Segryn in Muskovien. Gevaar van den resident Coljers en zyn gevolg door de onvoorzichtigheid eeniger zyner dienaars. Vuurwerk voor den Grooten Heer ontsteeken, enz. XXIXe Hoofdstuk. Bedrieglykheid der Grieken. Hoofdgeld der manlyke kinderen. Gebreken der Griekinnen. Gevaar der Franken van met dezelve te verkeeren. Straf der Griekinnen die zich in hoerery verloopen. Vreemde liefde-teekenen der Grieksche jongelingen. Het trouwen der Grieken. Jong Joodsch huwelyk. XXXe Hoofdstuk. Vertrek van Constantinopolen te water na Smirna. Korte beschryving van verscheidene onderweeg leggende plaatsen. Mitsgaders van de oude en nieuwe Dardanellen. Byzonderheden wegens de Hellespont. Overblyfzelen van Troyen. Gelegenheid van Bababarnoe en Mitilene. Bericht wegens Tripolinsche roovers. Wederkomst te Smirna, enz. XXXIe Hoofdstuk. Beleefdheid van den heer Van Dam, consul der Hollandsche natie te Smirna, die den auteur van huisvesting en tafel verzorgd. Aanmerkelyke byzonderheden wegens de kameleons. Andere soorten van gedierten. Vreemde ontmoeting van een Turkschen slaaf die zyne moedertaal vergeeten had, enz. Boek II Griekse eilanden en Egypte XXXIIe Hoofdstuk. Besluit van na Jerusalem te reisen. Vertrek van Smirna. Korte beschryving van Fotia Nova. Plechtigheid over het aannemen van een afvallige tot het Turksche geloof. Gelegenheid van Porto Palermo. Coloquiti. Beschryving van het eiland en de stad Scio, Stanchio of Isola Longa, en Rhodus. Gelegenheid van Tyrus. Komst te Damiaten. Vreemde ontmoeting met eenige Arabiers, enz. XXXIIIe Hoofdstuk. Overeenkomst van het land van Egypten, omtrent Damiaten, met dat van Holland. Springen van een schip in den Nyl. Beschryving van de Doode Zee en een uitsteekend bosch, tusschen dezelve en Damiaten gelegen. Byzonderheden wegens deze stad. Vreemde geboorte van een Turk, de Doode Zoon geheeten. Stoutheid der valken hier te lande, enz. XXXIVe Hoofdstuk. Vertrek van Damiaten. Menigte van dorpen langs d’oever van den Nyl. Wys van eeten van eenige Arabische boeren. Steden tusschen Damiaten en Kairo. Menigvuldige duifhuizen langs den Nyl. Komst te Kairo. Logement by den consul aldaar genomen. XXXVe Hoofdstuk. Tocht na Matarea. Huys van Joseph en Maria aldaar. Huys van den Grooten Heer. Huys van sultan Gori. Mondgesprek met twee agaas. Gelegenheid en andere byzonderheden van Oud-Kairo en koornschueren van Joseph. Schoone waterleyding om het water naar het kasteel van Kairo te voeren. XXXVIe Hoofdstuk. Togt na de pyramiden. Oorspronk der fabel van Charon. Beschryving der groote pyramide. Aanmerkingen over dezelve. Beschryvinge van de sphynx en byzonderheden nopende de sphyngen, etc. XXXVIIe Hoofdstuk. Beschryving der Egyptische onderaardsche grafkelders omtrent het dorp Sacara, mitsgaders van het veld der mummien en de pyramide van Rhodope. Overblyfzelen van de stad Memphis, etc. XXXVIIIe Hoofdstuk. Omstandige beschryving van de berugte stad Kairo, hoofdstad van Egypten. XXXIXe Hoofdstuk. Beschryving van het kasteel van Kairo. XLe Hoofdstuk. Menigte van blinden te Kairo. Egyptische heiligen. Vrouwen met ringen door de neus. Dragt der Arabiers en Jooden. Groot getal van aapen. Geestig geval tusschen een aap en een valk. Jaarlyks vertrek van een der caravaanen van Kairo na Mecha. Mildheid van een Turkschen koopman omtrent de armen. Gierigheid van een ryken Turk. Manier van kuikens door middel van ovens uit te broeyen. Menigte van struysvogels in Egypten. Inkomsten van den Grooten Heer uit dat landschap, enz. XLIe Hoofdstuk. Van den Nyl, en deszelfs oorsprong en wasdom. XLIIe Hoofdstuk. Vertrek van Kairo om een tocht na Alexandrien te doen. Arabische manier van danssen. Komst te Rozette. Byzonderheden van die stad. Gevaar wegens d’Arabische roovers aldaar. Vertrek van Rosette. Ontmoeting van eenige Arabiers. Vis daar de botarga af gemaakt word. Komst te Alexandrien. XLIIIe Hoofdstuk. Beschryving van de stad Alexandrien en ‘tgeen daar omtrent gelegen is. XLIVe Hoofdstuk. Vertrek van Alexandrien. Sober geryf in een herberg. Ontmoeting met eenige Arabiers. Wederkomst te Rozette, van waar den auteur na Damiaten meende te gaan. Wederkomst te Kairo etc. Boek III Palestina en Libanon XLVe Hoofdstuk. Tweede vertrek van Kairo. Komst te Damiaten. En vertrek van daar na Jaffa. Onkunde van het Egyptische zeevolk. Komst te Jaffa, en byzonderheden van deze plaats. Gewoonte omtrent de pelgrims, die te Jaffa koomen, om na Jeruzalem op te trekken. Andere byzonderheden van Jaffa, enz. XLVIe Hoofdstuk. Vertrek van Jaffa na Rama. Tegenwoordige staat van Rama. Meenigte van sprinkhaanen die uit de woestyn over de Jordaan komen overwaayen. Ongemeene sterkte en wreedheid van Omar bassa, landvoogd van Gaza. Tocht van een Engelsche vrouw na het Heilige Land. Geschiedenis van een Christene vrouw die, buyten haar weeten, met een Turk getrouwd was. Rouwklachten der vrouwen by de graven haarer nabestaanden. Tegenwoordige gestalte van Lydda. XLVIIe Hoofdstuk. Optogt van Rama na Jerusalem. XLVIIIe Hoofdstuk. Aanwyzing en korte beschryving der heilige plaatzen, in en omtrent de stad Jerusalem gelegen. XLIXe Hoofdstuk. Togt na Bethanien en heilige plaatzen, tusschen Jerusalem en daar mitsgaders omtrent Bethanien gelegen. Le Hoofdstuk. Togt na Bethlehem, en beschryving der heilige plaatzen in en omtrent Bethlehem gelegen. LIe Hoofdstuk. Togt na de Gezegelde Springbron, en beschryving van eenige andere heilige plaatzen, in en omtrent Bethlehem gelegen. Manier om zich de teekenen der Jerusalemsche reys op den arm te zetten etc. LIIe Hoofdstuk. Wedertogt van Bethlehem na Jeruzalem, en beschryving der plaatzen en zaaken welke tusschen beyde gelegen zyn. LIIIe Hoofdstuk. Den autheur vervoegd zich op den Olyfberg om de stad Jerusalem af te teekenen; uiterlyke gedaante van dezelve etc. LIVe Hoofdstuk. Beschryving van de kerk des Heiligen Grafs, benevens andere byzonderheden daartoe behoorende. LVe Hoofdstuk. Beschryving van de Stad Jerusalem. Byzonderheden wegens het klooster van den Heiligen Zaligmaaker en de geestelyken die zich daarin onthouden. Knevelingen der Turken omtrent hetzelve klooster. Kosten die tot de Heilige-Landsche reyze vereyscht worden, roosen en houte olyven van Jericho. LVIe Hoofdstuk. Getuygenisbrieven, welke den pelgrims medegegeven worden. Wedertogt van Jerusalem na Rama. Cederen van Gaza. Vertrek van Rama om Nazareth en de Galileesche Zee te gaan bezichtigen, en komst, door verandering van wind, tot Tripolis. Beschryving van de stad etc. LVIIe Hoofdstuk. Tocht na het gebergte Libanon. LVIIIe Hoofdstuk. Steenen, daar zich de gedaantens van visschen in vertoonen. Verongelukking van eenige schepen in de haven van S. Jan de Akre. Byzonderheden wegens de stad Tripolis. Vreemde levenswys van een Turkschen heilig etc. LIXe Hoofdstuk. Vertrek van Tripolis. Kaifa. Berg Karmel. Steene-vrugten. Komst te S. Jan d’Akre en tegenwoordige staat van deze stad etc. LXe Hoofdstuk. Tocht van S. Jan d’Akre na Nazareth en beschryving van ‘tgeen aldaar te zien is. Kerk van Maria der Vreeze. Fonteyn van Maria, enz. LXIe Hoofdstuk. Tocht van Nazareth na de Galileesche Zee. Graf van den propheet Jonas. Tegenwoordige staat van Cana in Galilea. Vlakte der Koorn-airen. Berg der Zaligheid. Beschryving van de Galileesche Zee en de stad Tiberias. Plaats daar Joseph verkoft wierd. Beschryving van den Berg Thabor. LXIIe Hoofdstuk. Vertrek van Nazareth. Sefora. Valeye Zabulon en gebergte van Damascus. Bedenie. Tieri. Vlakte van S. Jan d’Akre. Kosten die men gehouden is te doen tot de tocht na Nazareth en de Galileesche Zee. Boek IV Syrië en Cyprus LXIIIe Hoofdstuk. Vertrek van Akre. Ongemaklyke ontmoeting van den auteur met den Aga van Tyrus. Putten van Salomon. Tegenwoordige staat van de steden Tyrus en Sidon. Wederkomst tot Tripolis etc. LXIVe Hoofdstuk. Vertrek van Tripolis na Aleppo. Verscheydene byzonderheden nopende eenige onderweg leggende plaatzen. Droevig geval van een oude vrouw. Komst tot Aleppo etc. LXVe Hoofdstuk. Beschryving van de stad Aleppo. Vermaakelyke jacht omtrent dezelve, en vreemdigheden ten dien opzicht, in des autheurs tegenwoordigheid voorgevallen. Engelsche jacht, en verkiezing van een jachtmeester onder die natie, etc. LXVIe Hoofdstuk. Vertrek van een karavane na Mecha. Nederstorting van een huys t’Aleppo, met sneuveling van eenige Armeniers. Subtylheid der lucht, en zeer van Aleppo. Kinderryke Jood, enz. LXVIIe Hoofdstuk. Historie van den Arabischen prins Milheym. LXVIIIe Hoofdstuk. Beschryving van de stad Tadmor of Palmira. LXIXe Hoofdstuk. Beschryving van eenige medalien en steenen, tot Aleppo bekomen. Dracht der vrouwen enz. LXXe Hoofdstuk. Vertrek van Aleppo. Komst tot Alexandrette of Scandrone. Ongezonde lucht aldaar. Inscheeping van den auteur, en aankomst aan het eyland Cyprus, enz. LXXIe Hoofdstuk. Bezichtiging van het eyland Cyprus en korte beschryving van eenige plaatzen en gebouwen, op hetzelve gelegen. Gelyk ook zommige vreemdigheden, aldaar te vinden. LXXIIe Hoofdstuk. Tocht na Chiti. Mosqueë met het graf van Mahomets moeder. Byzonderheden van Larnica. Steden van het eyland Cyprus. Manier van de laudanum te vergaderen. Byzonderheden van een Grieksch klooster, daar een stuk houts van des Zaligmaakers kruys in bewaard werd. Vreemde geschiedenis van sprinkhaanen. Verblyfplaats der oyevaars. Steen, daar lynwaad en papier af gemaakt wierd. Vruchten, en andere gemakken van het eyland Cyprus, enz. LXXIIIe Hoofdstuk. Vertrek van het eyland Cyprus. Ydele vrees wegens een Grieksch vaartuyg. Komst te Sattalia enz. LXXIVe Hoofdstuk. Beschryving van de stad Sattalia. LXXVe Hoofdstuk. Vertrek van Sattalia en wederkomst tot Smirna. LXXVIe Hoofdstuk. Vreemd geval omtrent de persoon van den auteur, die, ter oorzaak der gelykheid van naam, aangezien word voor een der aanranders van den raadpensionaris Johan de Wit. LXXVIIe Hoofdstuk. Vertrek van Smirna na Venetien. Gebruyk van de quarantaine te houden omtrent degeenen die uit de Levant komen. Gelegentheid van het lazaretto, enz. LXXVIIIe Hoofdstuk. Komst binnen Venetien. Vermaakelyke vaart na Padua. Schoone stukken van den schilder Bassan te Bassano. Zwaare hagelsteenen te Venetien gevallen. Vreemde gedaante van het beesje gerbo, enz. LXXIXe Hoofdstuk. Vertrek van Venetien, en wederkomst in ’s Gravenhage. REGISTER der voornaamste zaaken, in dese reysbeschrijving verhandeld Opgemerkte en verbeterde drukfouten