basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Peoene
spelwijze in bron(nen):
'gesellen vander Pyonen' (1472)
varianten:
'Gesellen van der Pyonen' (1472); 'De Pioen Bloeme' (1561); 'Peoene' (1562-1620); 'Peoen' (1620)
zinspreuk:
'In principio erat verbum' (1561-1620)
gebruikte code:
MEC1
patroonheilige:
H. Johannes de Evangelist
vroegste bronvermelding:
1472
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Mechelen
(stad/dorp/vrijheid):
Stad
district:
gewest:
Heerlijkheid Mechelen
korte geschiedenis
De 'gesellen van der Pyonen' worden voor het eerst vermeld in de stadsrekeningen van 1471-1472 voor hun bijdrage aan het Driekoningenfeest in 1472. Van Autenboer meende uit een aantal gegevens te kunnen afleiden dat de kamer in 1471 werd gesticht. Op 16 maart 1472 kochten enkele personen een huis ter behoeve 'van den gemeynen geselschap oft broederscape van der dyetscher rethorycken, geheeten 't geselschap van der Pyoenen, geordineert ende opverstaen in de voors. stadt van Mechelen'.
De kamer nam deel aan het landjuweel in Leuven in 1478 en was wellicht aanwezig op de vergadering in Mechelen in 1493 en zelfs betrokken bij de organisatie ervan (de stadsrekeningen vermelden enkel de gezelschappen die van buiten Mechelen kwamen). De Peoene nam deel aan het landjuweel te Antwerpen in 1496. De Mechelse kamers werden als Brabantse kamers beschouwd en namen in deze hoedanigheid deel aan de Brabantse landjuwelencyclus in de zestiende eeuw. De Peoene nam deel aan het landjuweel in Herentals in 1510 en organiseerde het landjuweel van 1515. Ze nam deel aan het landjuweel in Leuven in 1518, in Diest in 1521 en in Brussel in 1532. Ze organiseerde het landjuweel van 1535. Ze nam deel aan het landjuweel in Antwerpen in 1561 en aan de wedstrijd georganiseerd door De Corenbloem in Brussel in 1562.
De kamer verloor haar privileges in 1572, maar bleef wel actief. In oktober 1585 werd de activiteit van de rederijkerskamers stilgelegd. In 1593 dienden het bestuur van De Peoene en De Lisbloem een verzoek in bij de Geheime Raad om hun activiteiten te mogen hervatten. In dit verzoek wordt verwezen naar een ordonnantie uit oktober 1585 waarin de rederijksactiviteiten in Mechelen verboden werden. Na negatief advies van de Grote Raad werd het verzoek afgewezen. De kamer werd in 1617 heropgericht door de aartshertogen. In 1620 organiseerde de kamer een grote wedstrijd waaraan zowel kamers uit de Zuidelijke als de Noordelijke Nederlanden deelnamen.
documenten
reglementen:
- Wederoprichting door patentbrieven van de Geheime Raad (10 januari 1617): origineel verloren/ afschrift: 1. Stadsarchief Mechelen, A VII 5 (Roodtboeck, V), 317/1°-318/1° (Van Doren en Hermans, I, Charter 499); 2. Koninklijke Bibliotheek Brussel, hs. 17676-77, 1r-2v; 3. Koninklijke Bibliotheek Brussel, hs. 17676-77, 83r-v [1617 MEC1].
- Reglement verleend door de magistraat van Mechelen (22 september 1620): origineel verloren/ afschrift: Stadsarchief Mechelen, F Rederijkerskamer S I 1, 1-12 (Hermans, VIII, 85-86)/ editie: Van Melckebeke 1862, 73-82 [1620 MEC1].
ledenlijsten:
- Ledenlijst opgesteld in het begin van de 17de eeuw (gaat op basis van oudere documenten terug tot de 15de eeuw): Stadsarchief Mechelen, F Rederijkerskamer S II 3 (Hermans, VIII, 86-87).
- Ledenlijst (met enkele eedafleggingen, rekeningen en ordonnanties) beginnende in 1617: origineel: F Rederijkerskamer S II 2/ afschrift (19de eeuw): F Rederijkerskamer S II 4/ editie: Van Melckebeke 1862, 143-54.
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
- Twee rekwesten van De Peoene i.v.m. de deelname aan het landjuweel in Antwerpen en aan het haagspel in Vilvoorde (1561): Stadsarchief Mechelen, Dl. 6 V.D., nr. 122.
- Rekwest van de drie kamers over de vrijstelling van de wijnbelasting (1575): origineel verloren (zie Van Doren en Hermans, VI, 87)/ editie: Foncke 1923, 154-55.
- Rekwest van het bestuur van De Peoene en De Lisbloem om de activiteiten te mogen hervatten, negatief advies van de Grote Raad, klad van het (negatief) antwoord van de Geheime Raad (1593): Algemeen Rijksarchief Brussel, Geheime Raad, nr. 1290/20.
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
- Schadt-kiste 1621.
historische nota's:
andere nota's:
- Diverse stukken (reglementen, processtukken, kwitanties, …) i.v.m. de Peoene (16de-18de eeuw): Koninklijke Bibliotheek Brussel, hs. nr. 17676-77.
verantwoording
broncitaten:
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamers nr. 4261, Stadsrekeningen Mechelen 1471-1472, 152r:
‘Item, betaelt den gesellen van der Pyoenen te hulpen van den juweelen die ghegeven waeren opten Dertiendach in den feesten van den 3 Coningen. Comt op 25 s. gr.br.’
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamers nr. 41266, stadsrekeningen Mechelen 1478-1479, 149r:
'Item, betaelt den ghesellen van den Pyoenen tot behelp van harer reysen die zij te Loven gedaen hebben te helpen van haren costen, tot. op by overdragen van der cameren 30 s.gr.br.
Item, betaelt den ghesellen van den Geraepte Lootens oic te helpen van hoeren costen te Loevene gedaen, tot. op 20 s. gr.br.'
Algemeen Rijksarchief Brussel, Rekenkamers nr. 41289, stadsrekeningen Mechelen 1509-1510, 209r:
'Gegeven den Geraepte Loetens tot hulpen van haren costen die zij gedaen hebben tot Herentals van den landtjuweele aldaer als van der Rethoriken 30 s.br.'
209v:
‘Item, gegeven den gesellen vander Pyoenen tot hulpen van haren costen die zij ghedaen ende ghehadt hebben in 't versueken van der Rethoriken tot Herentals en dit bij consente van der gemeyndere cameren 3 lb. br.’
210r:
‘Item, gegeven den gesellen van der Lysbloemen tot hulpen van haeren costen, die zij ghedaen hebben in 't versueken van der Rethoriken tot Herentals, bij consente vander gemeynder cameren 30 s. br.’
literatuur:
Kops 1774, 325; De Laserna Santander 1809, 187-89; Schotel 1871, 272-73; Van Elslander e.a. 1944, 26; Van Elslander 1968, 40-41.
De Vivario 1787, 12-18; Van Melckebeke 1862; Van Doorselaer 1906; De Belhault de Dornon en Wagemans 1914; Foncke 1920; Foncke 1922 (a); Foncke 1922 (b); Verheyden 1923; Foncke 1923; Catalogus 1927; Jagenau 1934; Olbrechts 1935 (a); Olbrechts 1935 (b); Olbrechts 1939; Olbrechts 1940; Baccaert 1952; Van Autenboer 1962; Van Autenboer 1968; Marnef 1987, 295-97; Van Vaeck 1992 (a); Waite 2000, 38-41.
naar bibliografie