Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 355]
| |
CIII Amoureus-Nieu-Liedt
Op de Wyse: O schoonste Parsonagie, &c.
V vriendelijcke ooghen
Sijn seer seltsaem, en dubbelt van vermeughen!Ga naar voetnoot2
Sy doen mijn smart ghedoghen,Ga naar voetnoot3
En wederom heel hartelijck verheughen,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Wanneer als ghy
U oogjens bly
My toeschiet van tersyen,Ga naar voetnoot7
Dan kan ick voelen
Mijn hart cryoelend' woelen,
10[regelnummer]
Door't verblyen.
Maar als ghy die gaat stuuren
Uyt lust, of vrees, afkeerich tot een ander:Ga naar voetnoot12
En veynst voor u ghebuuren,
Of ghy niet saaght, hoe treurich dat ick wander,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Laas dan tuyght mijnGa naar voetnoot15
Bedroeft anschijn
Mijn heymelijcke smarte,
Die ick by vlagheGa naar voetnoot18
Soo gants vermomt moet draghe,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
In mijn harte.
Als ghy my laast ghemoetenGa naar voetnoot21
Kost ick van vreuchd' mijn wesen niet bedwinghen,Ga naar voetnoot22
In plaats van u te groeten,
Begost mijn tongh van blyschap schier te singhen:Ga naar voetnoot24
| |
[pagina 356]
| |
25[regelnummer]
Ick had dier tijdtGa naar voetnoot25
Soo harden strijdt,
Ick dorst u niet anrandenGa naar voetnoot27
Mijn hart met lustenGa naar voetnoot28
Soo seer smackmondent kusten,
30[regelnummer]
Uwe handen.
U Kars blos roode lippenGa naar voetnoot31
Ontsloot ghy Lief soo lieffelijck t'was wonder,
Ick sagh u oock ontslippenGa naar voetnoot33
De soete gunst, die daar noch schuylden onder:Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
U goede luymGa naar voetnoot35
Mijn plomp versuym,
Doet mijn in mijn selfs praaten
Wrocken, eerkauwen!Ga naar voetnoot38
Dit gaat mijn Ziel benauwen
40[regelnummer]
Uyter maeten.
Och kost mijn Mont uytspreecken
Het lief lijden van mijn verliefde sinnen,Ga naar voetnoot42
Een steenen hart sou breecken
Door mijn seer groot, ja meer als trouwe Minnen,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Ach soo't u noostGa naar voetnoot45
Mijn Lief mijn troost,Ga naar voetnoot46
Mijn hartje, mijn beminde,
Ick soeck met schromen
Tot uwent eens te comen
50[regelnummer]
Laat u vinden.Ga naar voetnoot50
| |
[pagina 357]
| |
Princesse
Alwaarde starcke VrouweGa naar voetnoot51
Ghy vangt, ghy wint de harten van de Mannen
Alleen met u aenschouwenGa naar voetnoot53
Soo kunt ghy haar an u ghekeetent spannen:Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Ghy brenght tot nietGa naar voetnoot55
Ons vryheyt sietGa naar voetnoot56
An mijn het eyghen Beelden:Ga naar voetnoot57
Ons droeve pynen
Noch door de Minnen schynenGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Blye weelden.Ga naar voetnoot60
|
|