[Hendrik Jan Schimmel]
Schimmel (Hendrik Jan), geb. 30 Juni 1825 te 's-Graveland, waar zijn vader burgemeester en notaris was, werd voor de studie opgeleid, totdat de opheffing der inrichting, die hem daartoe in zijne geboorteplaats de gelegenheid schonk, aan zijn onderwijs een einde maakte. Van 1836 tot den dood van zijn vader in 1842, was hij op diens kantoor werkzaam, en vond toen een middel van bestaan op de bureau's van den Agent der Schatkist te Amst.; onder zwaren kantoorarbeid oefende hij zich zelven en had het voorrecht van het destijds belangrijk letterkundig verkeer in de hoofdstad. In 1849 kreeg hij eene betrekking bij de Handelmaatschappij, die hij in 1863 verwisselde met het directeurschap der Amsterd. Credietvereeniging; thans woont hij ambteloos te Bussum, vol belangstelling voor de letteren, inzonderheid voor het nationaal tooneel, en niet minder werkzaam als uitnemend en veelgelezen romanschrijver.
Hij schreef: Joan Woutersz., drama, Amst. 1847; Twee Tudors, drama, Amst. 1847; Gondebald, dram. gedicht, Amst. 1848; Giovanni di Procida, drama, Amst. 1849; Oranje en Nederland, dram. taf., Amst. 1849; Napoleon Bonaparte, eerste konsul, drama, Amst. 1851; Schuld en boete, drama, Amst. 1852; Verspreide gedichten, Amst. 1852; Bonaparte en zijn tijd, Utr. 1853, 1859 herdrukt onder den titel van De Generaal Bonaparte en zijn tijd. Schetsen uit de Fransche revolutie (1797-1800); De eerste dag eens nieuwen levens. (De overgang van Enkhuizen in 1572), 2 dln., Amst. 1855; Sproken en vertellingen, Schied. 1855. In 1856 werd zijne Dramatische poëzy te Amsterdam in 2 deelen uitgegeven en nog een paar malen herdrukt. Een Haagsche Joffer. Hist. schets uit de 17e eeuw; Nieuwe gedichten, Amst. 1857; Hendrik Conscience beoordeeld, Gent 1858; Twee vrienden. Drie tijdvakken uit een leven, Amst. 1858; Het kind van Staat. Dram. taf., Amst. 1859; Mary Hollis, 3 dln., Arnh. 1860; Leidens ontzet, Gedicht voor mannenstemmen, Amst. 1862; Mylady Carlisle, 4 dln., Arnhem 1864; Struensee. Drama, Amst. 1868; Het gezin van baas van Ommeren (voor dertig jaren), 2 dln., Schiedam 1870; Sinjeur Semeyns, 3 dln., Schiedam 1875; Thorbecke-cantate, 's-Gravenhage 1876; Herinneringen, Amst. 1878; Zege na strijd, drama, ald. 1878; Juffrouw Bos. drama, ald. 1878; De kat van den Tower, ald. 1880; Verzoend, ald. 1882; De vooravond der revolutie, 1886; De kapitein der lijfgarde, Schiedam 1888. Als redacteur van De Gids, Nederland en Het Tooneel, medewerker aan de meeste onzer letterkundige tijdschriften, schreef hij daarin bijdragen in proza en poëzie, gelijk ook in verschillende jaarboekjes, almanakken, proza- en dichtbundels, enz. Zijne werken verschenen ook in afzonderlijke en meermalen herdrukte uitgaven. Van biogr. waarde is de dichtbundel: Innerlijk leven. Poëzie, Schiedam 1889.
(Dr. J. ten Brink, Ned. Lett. in de XIX eeuw).