[Johan Michael Dautzenberg]
Dautzenberg (Johan Michael), geb. te Heerle, in Limburg, 6 Dec. 1808 en overl. 4 Febr. 1869 te Elsene, bij Brussel, werd in zijne jeugd tot geestelijke bestemd en ontving zijne eerste opleiding van den dorpspastoor, die hem zijne preeken liet afschrijven of compileeren uit andere stukken. Dautzenberg bracht het eindelijk zóóver, dat, als hij den tekst slechts kende, hij voor den pastoor de geheele preek maakte. Later werd hij secretaris bij den graaf van Belderbosch, en ging in 1826 met dezen naar Parijs. De dood zijner moeder bracht hem in zijn dorp terug, waar hij eerst als schrijver, later als ondermeester den kost verdiende. Toen kwam hij achtereenvolgens als zoodanig te Maastricht, te Bergen, te Doornik en door toedoen van graaf Dumonceau als leeraar in het Fransch aan de school te Gent. De omwenteling deed hem de kinderen van dien generaal naar een buiten bij Vilvoorde geleiden, waar hij negen jaren lang hun gouverneur bleef. In 1839 werd hij bij de Société générale aangesteld, en in 1850 belast met het toezicht over de kolenmijnen en hoogovens dezer maatschappij. Bij zijne vele bezigheden vond hij nog tijd tot letterarbeid.
Hij schr.: Welkomsgruss dem Deutsch-Vlämischen Sangerbund. Welkomgroet den Duitsch-Vlaemschen Zangverbonde, te Gent, den 26 Juni 1847, Bruss. 1847; Gedichten, Bruss. 1850; Beknopte prosodie der Nederduitsche tael, Antw. 1851; De Giftdrank, door E. Augier in dietsche iamben vertaeld, Bruss. 1851; Volksleesboek, door hem met Prudens van Duyse te Brussel in 1854 uitgegeven; met denzelfden gaf hij ook uit: Verhalen uit de Geschiedenis van België, Gent 1856; Verslag over den Vlaemschen pryskamp, door 's lands bestuer uitgeschreven, by gelegenheid der vyf en twintigjarige Jubelfeesten, toegewyd aen Z.M. Leopold I, Bruss. 1856; De Vlaemsche Taelstryd door Friederich Oetker, vertaeld door D., Gent 1857; De Toekomst, tijdschrift voor onderwijzers, Gent 1857-'60; Brugsche Beijaertgroet, 8 Sept. 1862, Bruss. 1862; Strydige richtingen sedert drie, vier eeuwen der Hoog- en Nederduitsche taelleeraren, Bruss. 1862; Verspreide en nagelatene gedichten van J.M. Dautzenberg, Bruss. 1869, uitgegeven door 's mans schoonzoon, den dichter Frans de Cort.