benoemd tot Hoogl, in de Ned. letterk. aan de Universiteit te Leid., welke betrekking hij thans nog bekleedt.
Hij schreef: Gerbrand Adriaensen Brederoo, Hist.-aesthetische studie van het Neder. blijspel der 17e eeuw, Utr. 1859, 2e dr., Leid. 1887-'88; Dirck Volckertsen Coornhert en zijn Wellevenskunst, Amst. 1860; Op de Grenzen der Preanger, Reisschetsen en Mijmeringen, Amst. 1861; Drie dagen in Egypte, herinneringen uit een mailreize in Juni-Aug. 1860 Rott. '62; Brandts leven van De Ruyter, Bloemlezing, Arnh. 1864; Oost-Ind. Dames en Heeren, vier bijdragen tot de kennis van de zeden en usantiën der Europeesche maatschappij in Neêrlands-Indië, Arnh. 1866; Schets eener geschiedenis der Nederl. Letterkunde, 3 afl., loopende tot het midden der 17e eeuw, Leeuw. 1867-'69; Vier bladzijden uit de Geschiedenis der Fransche Revolutie, Utr. 1868; Vondel bekroond door het dankbaar nageslacht, Eene herinnering aan de oprichting van het standbeeld en de Vondelsfeesten in de hoofdstad, Arnh. 1868; Het vuur dat niet wordt uitgebluscht, een Novelle uit het provincieleven, Arnh. 1868; De Man van Brumaire en de Man van December, Nijm. 1871; Haagsche Bespiegelingen, Echoos uit den Oorlogstijd, Arnh. 1871; De Schoonzoon van Mevrouw de Roggeveen, 2 dln. 1872-'73, (2e dr. 1875); Nederlandsche Dames en Heeren, Novellen, Leid., 1873; Bulwer Lytton. Biografie en kritiek Haarl. 1873; De eerste liefde van Gerbrand Adriaensen Brederoo, te zamen met verhalen en gedichten van anderen gedrukt, Utr. 1874; Letterkundige schetsen, 2 dln., Haarl. 1874-'75; Drie volksliederen, Leid. 1874; Voorrede voor W. Chambers' geschiedenis van Frankrijk door M.D. van Lessen, Amst. 1874; Dietsche gedachten, Nieuwe Haagsche bespiegelingen, 3 bundels, 1872-'76, Leid. 1875-'78; Slacht-offers en helden der Fransche revolutie, Leeid. 1875; (in vereeniging met anderen) Schetsen bij etsen van het Rijksmuseum te Amst. door J.A. Boland, Haarl. 1875; De opstand der Proletariërs, geschiedenis der omwenteling van 18 Maart 1871, Amst. 1876; Bloemlezing uit Ned. Dichters, 6 stn., Amst. 1876-'82, 2e dr. 1886; Jeannette en Juanito, Leid. 1877; (met anderen) Fantasia, nieuwe bundel proza en poëzie, Amst. 1878; De ongelukken van den Heer Montaland, novelle in den 3den bundel van Landjuweel, verzameld door A.J. Berman, Amst. 1878; Emile Zola, Letterk. Studie, Nijm. 1879; Het verloren kind, Leid. 1879; Van Den Haag naar Parijs, Reisgeheugenissen, 's-Hage 1879; De familie Muller-Belmonte, Leid. 1880; Een schitterende ‘Carrière’, Leid. 1881; Prins Frederik der Nederlanden, 's-Hage 1881; De eerste jaren der Nederlandsche Revolutie (1555-1568), Rott. 1882; Onze hedendaagsche letterkundigen in aflev., 's-Hage 1882; Kleine Geschiedenis der Ned. Letteren, Haarl. 1882; Litterarische Schetsen en Kritieken, 17 dln., Leid. 1882-'88; Nieuwe Romans, Alphonse Daudet, George Ebers, Emile Zola, H.J. Schimmel en Ferd. Fabre, Haarl. 1883; De geschiedenis Ned. Letterk. en hare leerwijze, (rede bij het aanvaarden van het hoogleeraarsambt, 11 Juni 1884), 's-Hage 1884; Causeriën over moderne romans, Leid. 1884; Dr. Nicolaas Heinsius Jr. Eene studie over den Hollandschen schelmenroman der 17e eeuw, Rott. 1885; Mevrouw A.L.G. Bosboom-Toussaint, volksuitgave, Amst. 1886. Van zijne Romantische werken verschijnt sedert 1885 eene eerste volledige uitgave in 30 afl., Leid. 1885 vlgg. Voorts komen er stukken voor van zijne hand in De Gids, Nederlandsche Spectator, Vaderlandsche Letteroefeningen, het weekblad De Amsterdammer en in het tijdschrift Nederland.