gelukte, hem op 6 November 1841 tot zijn griffier te doen benoemen. Ook in dit ambt ontmoette de vaderlandsche schrijver allerlei tegenkantingen. Nadat zijn beschermer Wappers van het bestuur der kunstschool had moeten afzien, gaf ook Conscience zijn ontslag op 3 Februari 1854. Om den vervolgden Vlaamschen schrijver te troosten en op te beuren, gaven zijne Antwerpsche vrienden en bewonderaars hem schitterende feesten, op welke de gevierde kunstenaar zijne buitengewone redenaarsgaven deed uitschijnen. Het was eene droeve tijding voor de Vlaamsche kunststad Antwerpen, toen het Staatsbestuur den uitstekenden schrijver op 6 Januari 1857 benoemde tot arrondissement-commissaris te Kortrijk. In die afgelegen en eenzame grensstad leefde Conscience, tot hij op 10 September 1868 werd aangesteld als bewaarder der koninklijke museums van schilder- en beeldhouwkunst te Brussel. Terwijl hij daar in het Wiertzmuseum was gevestigd, vierde heel Nederland de verschijning van zijn honderdste boekdeel. De openbare hulde, hem te dier gelegenheid op 25 September 1881 bewezen, was overheerlijk. De stad Antwerpen kwam er de verklaring afleggen, dat zij haren beroemden zoon een bronzen standbeeld oprichtte en dit kunstgewrocht werd op 13 Augustus 1883 ingehuldigd. De geliefde volksschrijver was toen reeds zoo lijdend, dat hij deze buitengewone plechtigheid niet kon bijwonen en hij stierf op 10 Sept. 1883. Zes dagen later werd zijn gebalsemd lijk te Antwerpen met vorstelijken luister begraven op het Kielkerkhof, waar den 19 September 1886, boven zijnen grafkelder, eene grootsche gedenkzuil werd ontbloot. - Het eerste werk van Hendrik Conscience was het eerste volksboek dat in Zuid-Nederland het licht zag. Hij, onze gemoedelijkste verteller, leerde het Vlaamsche volk lezen en stortte in het hart zijner landgenooten die liefde voor taal, kunst en vaderland, welke in zijn eigen hart immer blaakte. Zijne boeiende schriften, welke herhaalde malen werden herdrukt en in allerlei talen overgezet, verschenen als volgt:
In 't Wonderjaer (1566), Historische tafereelen uit de XVIe eeuw, Antw. 1837; Phantazy, Antw. 1837; De Leeuw van Vlaenderen of de Slag der Gulden Sporen, Antw. 1838; Aenspraek tot het Vlaemsche Volk, gedaen op den Vlaemschen Schouwburg, te Antwerpen, den 6den February 1839 (over de 24 artikels) Antw. 1839; De Pelgrim in de Woestyn, Antw. 1840; Gedichten en Redevoeringen, uitgesproken door verschillende persoonen, ter gelegenheid der verheffing van den Heere Ridder Gustaf Wappers, tot Bestierder der Koninklyke Akademie van Antwerpen, Verzameld en uitgegeven door Hendrik Conscience, Antw. 1840; Redevoering, uitgesproken bij het beeld van Rubens, op het oogenblik der plegtige inhuldiging, Antw. 1840; Hoe men Schilder wordt, eene ware geschiedenis van eenen schilder die nog leeft, Antw. 1843; Wat eene Moeder lyden kan, Antw. 1843; De Sleutel der gezuiverde Spelling, Antw. 1844; Siska van Roosemael, ware geschiedenis van eene juffer die nog leeft, Antw. 1844; Geschiedenis van België, Bruss. 1845; Geschiedenis van Graef Hugo van Craenhove en zijnen vriend Abulfaragus, Historische tafereelen uit de XIVe eeuw, Bruss. en Antw. 1845; Avondstonden. Verhalen, Zedenschetsen en Zinnebeelden, Antw. 1846; Eenige Bladzyden uit het Boek der Natuer, Antw. 1846; De brandende Schaepherder, Antw. 1847; Lambrecht Hensmans, Antw. 1847; Jacob van Artevelde, Antw. 1849; De Loteling, Antw. 1850; Baes Gansendonck, Antw. 1850; Houten Clara, Antw. 1850; Blinde Rosa, Antw. 1850; Aen myne medeburgers, Antw. 1851; Rikke-tikke-tak, Antw. 1851; De arme Edelman, Antw. 1851; De Gierigaerd, Antw. 1852; De Grootmoeder, twee vertelsels voor kinderen, Antw. 1853; De Boerenkryg (1798), historische tafereelen uit de XVIIIe eeuw, Antw. 1853; De Plaeg der Dorpen, Antw. 1853; Hlodwig en Clotildis, Historische tafereelen uit de Ve eeuw, Antw. 1854; Het Geluk van Ryk te zijn, Antw. 1855; Moeder Job, Antw. 1856; Beschryving der nationale Jubelfeesten, te Brussel gevierd, ter gelegenheid van de 25e verjaring der inhuldiging van Z.M. Leopold I, Bruss. 1856; Zetternams Zwanenzang en de Zending der Vrouw, door J. van Beers en H. Concience, uitgegeven ten voordeele der weduwe en weezen, van Eug. Zetternam, Antw. 1856; De Geldduivel, tafereelen uit onzen tyd, Antw. 1856; Batavia, Historische tafereelen uit de XVIIe eeuw, Antw. 1858; De Omwenteling van 1830. Herinneringen uit myne eerste jeugd, Antw. 1858; Mengelingen, Antw. 1858; De lange Nagel (1571), Antw. 1858; Redevoeringen, Antw. 1858; Simon Turchi, of de Italianen te Antwerpen, Historische tafereelen uit de XVIe eeuw, Antw. 1859; De Kwael des Tyds, eene geschiedenis onzer dagen, Antw. 1859; De jonge Doctor, tafereelen uit onzen tyd, Antw. 1860; Het yzeren Graf, Antw. 1860; Bella Stock, tafereelen uit het leven der Vlaemsche visschers, Antw. 1861; De Burgers van Darlingen. Zedetafereelen in twee tydvakken, Antw. 1861; Het Goudland. Lotgevallen van dry Vlamingen, die naer Californië vaerden om goud te zoeken, Antw. 1862; Moederliefde. Tafereelen uit onzen tyd, Antw. 1862; De Koopman van Antwerpen, Eene geschiedenis onzer dagen, Antw. 1863; Eene Uitvinding des Duivels. Helsche geschiedenis, Antw. 1864; Men-