[Jan Balthazar Bouvaert]
Bouvaert (Jan Balthazar), in godsdienst en als dichter bekend onder de namen Godefridus Bouvaert, werd 7 Oct. 1685 te Antw. geb. Zijne bemiddelde ouders lieten hem voor den geestelijken stand studeeren. In 1705 trok hij de monnikspij aan, in 1709 werd hij priester gewijd en na lange dienstjaren werd hij Prelaat der vermaarde abdij van Sint Bernaards bij Antw. Op 11 Mei 1755 vierde hij zijn vijftig-jarig jubelfeest als kloosterling en schijnt nadien nog ettelijke jaren te hebben geleefd. Bouvaert was een luimig en vruchtbaar dichter.
Zijne meeste pennevruchten zijn echter in handschrift bewaard gebleven onder den titel: Verschyde Gedigten. bestaende in historiën, beschryvingen, bruyloft-digten, liedekens, invallende gedagten, enz. door Mijnheer Godefridus Bouvaert, Religieus van Sint Bernard, 5 dln. Niettemin verscheen van hem in druk: Oprechte beschryving der vermaertsten toren t'Antwerpen, door G. Bouvaert der Abtdye van S. Bernards, Antw., 1723; Aenspraek van eenen Boer uyt Duytsland gedaen binnen Roomen voor ontrent 300 Raets-Heeren, in 't Jaer Christi 140, Overgezet uyt Antonii de Guevara 1614, Antw.; Juffrouwen van den Zwier, Antw.; Geloonde Diverey, In Nederduitsche Rymen overgeset door Godefridus Bouvaert, Priester der Abdye van S. Bernaerts by de Schelde; Diogenes van desen tyd; Den Horlogie-maker in de Kist; De wyze Antwoord van Daniël den Gek binnen Keulen; Tafel-Dichtjen op de Jubil-Feest van den klugtigen Signor Joannes Balthazar van Antwerpen in de abdye van Sinte Bernards, genoemt Godefridus Bouvaert in het 70. jaer van syne gehorte, het 50. van syn kloosterlyk leven, het 46. van syn Priesterdom, het 36. van syn uytteiringe, en het 33. van syn Boekzael-bewaerderschap, 11 Mey 1755. Gerymt voor 't grootste deel van over twintig jaeren door suster Theresia Bouvaert Beggyntje saliger, Antw., 1755; Historie, regels ende bemer-