Heijden, A.F.Th. van der
Adriaan Franciscus Theodorus van der Heijden, Nederlands prozaschrijver (Geldrop
15.10.1951). Van der Heijden studeerde enige tijd psychologie en filosofie in Nijmegen. Na
zijn verhuizing naar Amsterdam besloot hij fulltime schrijver te worden. Hij verblijft
afwisselend in Italië en in Amsterdam. In juni 1978 verschijnt zijn verhaal ‘Bruno Tirlantino
op de bruiloft van prinses Ann’ in De Revisor onder het pseudoniem Patrizio Canaponi. Onder
dat pseudoniem verschijnt ook zijn eerste bundel Een gondel in de Herengracht en andere
verhalen (1978) en zijn eerste roman De draaideur (1979). Voor zijn verhalenbundel kreeg hij
in 1979 de Anton Wachterprijs.
Vanaf 1983 verschijnen, soms met lange onderbrekingen, delen van de romancyclus De
tandeloze tijd. Het eerste deel daarvan werd gepubliceerd als proloog onder de titel De slag
om de Blauwbrug (1983). Nog in datzelfde jaar verscheen Vallende ouders, aangeduid als deel
I. Daarna volgden in 1985 De gevarendriehoek (deel II), in 1990 Advocaat van de hanen (deel
IV, in 1996 door Gerrit van Elst verfilmd), in 1992 Weerborstels (intermezzo, gepubliceerd
als boekenweekgeschenk), in 1996 Het hof van barmhartigheid (eerste boek van deel III) en
Onder het plaveisel het moeras (tweede boek van deel III). Voor De gevarendriehoek werd
hem in 1986 de F. Bordewijkprijs en de Multatuliprijs toegekend.
De onder het pseudoniem Patrizio Canaponi geschreven verhalen vertonen decadente trekken
en staan in het teken van ontbinding, waarbij het dieptepunt daarvan als vrijheid wordt
ervaren. De romancyclus De tandeloze tijd kan worden opgevat als een queeste van de
hoofdfiguur Albert Egberts. Die queeste is gericht op zelfinzicht. De titel van de reeks wordt
door de auteur zelf verklaard: ‘De tijd moest liefst tandeloos aan me voorbijtrekken’, waarmee
hij aangeeft de tijd stil te willen zetten door bewegingsloos ‘in de breedte’ te leven. Het
personage Albert Egberts onttrekt zich aan het leven door de buitenstaander te blijven die
waarneemt, maar nooit deelneemt. Wat hem overblijft is sublimatie van de eigen frustraties
die omgesmeed worden tot literatuur. Alles wat Albert tegenkomt wordt tot tijdeloze letteren
gemaakt.
Hoewel Van der Heijden gebruik maakt van autobiografische feiten en historische feiten, zet
hij die feiten in zijn proza naar zijn hand, waardoor een problematische relatie ontstaat tussen
werkelijkheid en fictie. In Advocaat van de hanen bijvoorbeeld zijn duidelijk verbanden aan te
wijzen met de krakersrellen van de jaren tachtig en de dood van kraker Hans Kok, maar
tegelijkertijd wijkt Van der Heijden af van de historische feiten om zijn personage Ernst
Quispel de rol te laten spelen die hij hem in deze roman toedenkt.
In de roman De sandwich (1986) lijkt Van der Heijden dichter bij de autobiografische situatie
aan te sluiten. In Asbestemming. Een requiem (1994) speelt opnieuw het eigen bestaan een
belangrijke rol. Hierin schetst hij een beeld van zijn vader en van zichzelf, hun onderlinge
verhouding en hun beider drankprobleem.
In de dagboekaantekeningen die Van der Heijden publiceerde in de reeks Privé-Domein onder
de titel Engelenplaque: notities van alledag 1966-2003 (2003) wordt de lezer een kijkje
vergund in allerlei privézaken, maar wordt vooral duidelijk welke feiten het scheppingsproces
bij de schrijver in gang hebben gezet en wat hij met die feiten doet.
In 2002 verscheen De Movo tapes, een voorpublicatie van de proloog van de voorgenomen
zevendelige cyclus Homo duplex. In 2003 verscheen de volledig proloog als De Movo tapes:
een carrière als ander, waarin sprake is van persoonsverdubbeling.
Onder het plaveisel het moeras werd in 1997 voorgedragen en bekroond met de Generale
Bank Literatuurprijs.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; F. de
Rover, ‘Decadentie bij jonge Nederlandse schrijvers?’, in: Ons Erfdeel 26 (1983) 4, p. 481-490; F. de Rover, ‘Een wraakneming op de verloren tijd’, in: Jan Campertprijzen 1986
(1986), p. 52-71; A.F.Th. van der Heijden-nummer van Bzzlletin 20 (1990) 179; T. Tummers.
A lovin' spoonful. Popmuziek in ‘De tandeloze tijd’ (met cassette, 1992); J. Brands. A.F.Th.
van der Heijden. Gemankeerd leven omgesmeed tot heldendicht (1997); Speciaal nummer
over De tandeloze tijd van Vooys 16 (1997) 1; C. Peeters. Pakhuis De tandeloze tijd. Over de
romancyclus van A.F.Th. van der Heijden (1998); A.F.Th....25 jaar schrijven, speciaal
nummer van De Revisor 30 (2003) 5/6; H. Bousset, ‘Een schaalmodel van de onderwereld’,
in: De grenzen van het verwerpelijke. Essays (2004), p. 64-86.
G.J. van Bork
[Nieuw, januari 2006]