Pauwels, François Désiré
Nederlands prozaschrijver en dichter (Amsterdam
25.10.1888-Amstelveen 8.1.1966). Zoon van de Vlaamse operazanger
Désiré Pauwels en de toneelspeelster Sophie Pauwels-van Biene.
Studeerde rechten te Amsterdam en Utrecht. Na zijn promotie (1915) gevestigd
als advocaat te Amsterdam. Maakte grote naam in strafrechtzaken en kwam op voor
de humanisering van de rechtspraak.
Debuteerde met Gedichten (1908). Zijn poëzie
toonde weinig invloed van de toen heersende stromingen, doch sprak aan door
eenvoud, gevoel voor menselijke verbondenheid, een zeker anekdotisch en niet
zelden satirisch karakter. Grote waardering oogstte vooral de bundel
Tziganen (1924). Zelf had hij voorkeur voor zijn sonnettencyclus in drie
boeken, Morgen en Strijd (1931 en 1940) en Schemeringen,
dat met de herdruk van de vorige onder de titel Dag van leugen in 1948
het licht zag. De 225 sonnetten vormen in een opeenvolgende stemmingsbeelden
een `mensenleven in verzen' met autobiografische inslag. Grote opgang maakten
zijn verhalen en romans, waarvoor Pauwels kon putten uit zijn ervaringen en
mensenkennis, opgedaan als strafpleiter. De schetsen Boeven en burgers
(1926), bewerkt voor het toneel, verwekten zelfs opschudding. In de inleiding
van zijn eerste roman, Tine Kipra's echtscheiding (1929), stelde de
auteur de vaderlandse schijnheiligheid inzake echtscheidingen aan de kaak.
Herman Bouber verzorgde de toneelbewerking die ook werd opgevoerd. De destijds
opzienbarende roman Rechter Thomas (1937) werd verfilmd.
Zijn romans, waarvan Als het niet waar is (1960)
veel autobiografisch materiaal bevat, zijn evenals zijn poëzie buiten
literaire modes om geschreven in een klare, onopgesmukte en onderhoudende
stijl. Hoewel zij bij de lezers doorgaans een groot succes hadden, werden ze
door de literaire kritiek niet zelden afgewezen, al brak J. Greshoff er een
lans voor.