Geeraerts, Jef
Eig. Jozef Adriaan Anna, Vlaams prozaschrijver (Antwerpen
23.2.1930). Was redacteur van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Was van 1954
tot 1959 bestuursambtenaar in Belgisch Kongo. Voerde in 1959-1960 als
vrijwilliger het bevel over een speciale compagnie ter pacificatie van een
opstandig gebied in Katanga. Studeerde daarna Germaanse filosofie aan de v.u.
te Brussel.
Debuteerde in 1962 met Ik ben maar een neger. Met
Gangreen I Black Venus (1968), een in vulkanisch proza geritmeerde
uitbarsting van vitalisme, bewees hij de bijzondere kracht van zijn
schrijverschap (Driejaarlijkse Staatsprijs 1969). Kenmerkend daarvoor is het
autobiografisch-therapeutisch karakter. De orgie van elementaire levensdrift
betekent immers de bevrijding uit een innerlijk verzwakte, westerse cultuur en
een levensonterend katholicisme. De beleving van een ongebreidelde erotiek in
een als mythisch ervaren verband van mens en primitieve Afrikaanse natuur voert
het leven naar zijn ongecompliceerde oervorm terug. Maar daarbinnen heerst ook
het geweld in zijn bruutste en gruwelijkste gedaante. Dit blijft in Gangreen
2 De goede moordenaar (1972) een onopgelost dilemma: de orgiastisch
beleefde gewelddadigheid is de metgezel van de instinctieve seksualiteit en
onttrekt zich op dit niveau aan een moreel oordeel. De beschuldiging van een
fascistische mentaliteit bleef niet uit. In Gangreen 3 en 4 wordt
een poging tot demythologisering gedaan door de autobiografische Werdegang van
jeugd en eerste huwelijk aan een onbarmhartig onderzoek te onderwerpen. Het is
de vraag in hoeverre de oprechtheid werkelijk zo nietsontziend is en of niet
i.p.v. de heroïsch-masculinistische een nieuwe mythe in het leven is
geroepen. Toch legt Geeraerts werk, in het voetspoor van Hemingway en Miller,
op indringende wijze de schizoïede situatie van de westerse cultuur
bloot.