Ed. Hoornik
(1973)–D.A.M. Binnendijk, Gerrit Borgers, Mies Bouhuys, K. Lekkerkerker, Adriaan van der Veen, Bert Voeten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
2. Hoorniks grootmoeder, getekend door Vincent van Gogh in 1882.
3. ‘Sien’, getekend door Vincent van Gogh in 1882.
4. Hoorniks vader.
5. Zijn moeder.
| |
19109 maart: Eduard (Eddie) Jozef Antonie Marie Hoornik geboren in Den Haag, Oranjeplein 53, als tweede zoon van Pieter Anthonie Hoornik, stoelenmatter (geb. 1852) en Petronella Allegonda Vogel (geb. 1865). De oudste zuster van zijn vader was Clasina Maria Hoornik, die model heeft gestaan voor ‘Sorrow’ van Vincent van Gogh en in diens brieven als ‘Sien’ voorkomt. | |
1916Bezoekt achtereenvolgens de R.K. lagere scholen in de Van der Duynstraat en de Paramaribostraat te Den Haag. | |
191718 augustus: overlijden van zijn moeder. | |
1922Volgt de H.B.S.-opleiding van het Sint-Aloysiuscollege, eerst in de Laan nr. 27, later in de Oostduinlaan 50 te Den Haag. | |
[pagina 5]
| |
6. Met zijn broertje Peter (links) in 1913.
7. Geboortehuis, bovenhuis met balkon.
8. Aantekening van Hoornik over zijn geboortehuis in een exemplaar van de schooluitgave van ‘Mattheus’.
| |
[pagina 6]
| |
9. Op 17-jarige leeftijd.
10. Cijferlijstje bij zijn eindexamen.
11. Aantekeningen voor een niet meer doorgegaan interview met Bibeb uit 1970 met herinneringen aan zijn H.B.S.-tijd en aan zijn leraar Joh. H. Pik. Transcriptie: Ik dacht wat gaat ze me vragen. Ik heb al je interviews gelezen, vandaar dat - - Jouw vragen verzonnen. De antwoorden opgeschreven. Zoals op de H.B.S. Dachten dat ik een fabelachtig geheugen had, ze hebben me nooit betrapt; al roken ze lont. Eraf getrapt. Mijn naam is Pik.
| |
1927Wordt wegens wangedrag van het Sint-Aloysiuscollege verwijderd en bezoekt de gemeentelijke H.B.S. aan de 3de Van den Boschstraat te Den Haag. | |
1928Eindexamen H.B.S. Tot 1929 medisch student aan de Rijksuniversiteit van Leiden. | |
[pagina 7]
| |
12. Met zijn vriend Frans Guinee in Duitsland.
13. Met zijn vader en stiefmoeder in Bad Ems, 1929.
14. Anton van Duinkerken, augustus 1928.
15. Debuut in het Roomsch Studentenblad van 30 april 1929.
| |
1929Debuteert als dichter in het aprilnummer van het Roomsch Studentenblad en begint verhalen te publiceren in De Zondagscourant van De Maasbode. 1 September: wordt journalist bij het dagblad De Tijd, waar hij door Anton van Duinkerken wordt geïntroduceerd in de literaire wereld. Verhuist naar Keizersgracht 26 in Amsterdam. | |
[pagina 8]
| |
16. De Tijd, 3 September 1932.
17. Bewijs van ontslag uit militaire dienst.
18. Eerste gedicht in De Nieuwe Eeuw.
| |
1930Publiceert gedichten in De Nieuwe Eeuw. Wordt na oproeping als hospitaalsoldaat afgekeurd. Verkeert omstreeks deze tijd met Maurits Dekker in het milieu van de raden-communisten en leert daar Gerard den Braband kennen. | |
1932Schrijft zijn eerste grote reportage voor De Tijd over de begrafenis van Kardinaal Van Rossum in Maastricht. | |
[pagina 9]
| |
19. Handschrift van een der eerste gedichten.
20. Met zijn latere vrouw Liesel in Bad Ems, 1929.
21. Met zijn dochter Marianne.
| |
1933Wordt redacteur Binnenland van het Algemeen Handelsblad en blijft dit tot 1942. | |
193422 maart: overlijden van zijn vader. 14 augustus: huwelijk te Dierdorf (Bezirk Koblenz) met Elisabet (Liesel) Theodore Nussbaum. Vestigt zich Stadionstraat 25 II te Amsterdam. | |
193528 mei: geboorte van zijn dochter Marianne Ingrid. Eerste publikatie in het tijdschrift De Gemeenschap. | |
[pagina 10]
| |
22. Omstreeks 1338.
23. Omstreeks 1338.
24. De tweelingdochters Eva en Erika.
25. Eerste bundel, juni 1936.
26. 1937.
27. 1938.
| |
1936Juni: debuteert met ‘sociale en andere verzen’ onder de titel ‘Het keerpunt’, welke bundel in De Vrije Bladen verschijnt als Schrift 6 van de 13de jaargang. | |
1937September: door De Vrije Bladen worden drie letterkundige prijsvragen iutgeschreven, waarvoor hij het episch gedicht ‘Mattheus’ inzendt. 23 december: geboorte van de tweeling Eva Man en Erika Maria. | |
[pagina 11]
| |
28. Fragmenten van recensies over ‘Mattheus’ door H. Marsman en S. Vestdijk in Groot Nederland van juli 1939 en de N.R.C. van 15 februari 1938.
29. Fragmenten van recensies over ‘Mattheus’ door H. Marsman en S. Vestdijk in Groot Nederland van juli 1939 en de N.R.C. van 15 februari 1938.
30. Brochure, verschenen in november 1938, waarin van Hoornik het gedicht ‘Pogrom’ werd opgenomen.
| |
1938Januari: verschijning van het bekroonde gedicht ‘Mattheus’ in De Vrije Bladen. Voert op initiatief van J. Greshoff besprekingen met Adriaan van der Veen en de uitgeefster Angèle Manteau over het tijdschrift Werk. Wordt medewerker voor toneel aan Het Hollandsche Weekblad te Brussel. November: publiceert met Gerard den Brabander en Jac. van Hattum de bundel ‘Drie op één perron’ als antwoord op de beschuldiging van epigonisme t.o.v. E. du Perron. | |
[pagina 12]
| |
31. In 1927.
32. In 1939.
33. Eerste druk, 1938.
34. 1938.
35. Duitse vertaling, 1939.
| |
[pagina 13]
| |
36. Artikel van Vestdijk in de N.R.C. van 15 juni 1937, waarin hij op de invloed van Du Perron op Den Brabander, Van Hattum en Hoornik wijst.
37. In 1960 tussen Gerard den Brabander (links) en Jac. van Hattum ter gelegenheid van de verschijning van het derde deel van ‘Drie op één perron’.
| |
[pagina 14]
| |
38. Brief over zijn medewerking aan Het Hollandsche Weekblad en Groot Nederland.
| |
1939Redigeert met Johan Daisne, Jan Schepens en Adriaan van der Veen het gedurende één jaar verschijnende tijdschrift Werk. Verzorgt gedurende dit jaar de kroniek Nieuwe Poëzie in het tijdschrift Groot Nederland. Juni: ‘Mattheus’ bekroond met de Van der Hoogt-prijs van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. September: reist met Cola Debrot naar Arnhem om kennis te maken met M. Nijhoff, die als officier gemobiliseerd was. 39. 1939.
| |
[pagina 15]
| |
40. Handschrift van een gedicht uit de bundel ‘Steenen’.
41. 1939.
42. Eerste nummer.
43. Polemisch gedicht in het julinummer van Werk over de door de jury gevolgde procedure bij de toekenning van de Van der Hoogt-prijs: op advies van J. C. Bloem werd de winnaar bij loting aangewezen.
November: verschijning van de bundel ‘Eiland der ziel’ door Gerrit; Achterberg met een inlelding van Hoornik, die met Achterberg bevriend was geraakt. 44. Bericht in het augustusnummer van Werk.
| |
[pagina 16]
| |
45. Begin van de eerste brief van Gerrit Achterberg aan Hoornik.
46. Bij her huwelijk van Gerrit Achterberg in 1947, v.l.n.r.: Bert Bakker, Achterberg, Hoornik, Cathrien Achterberg en M. Nijhoff.
| |
1940Januari: redacteur van Helikon, tijdschrift voor poëzie, tot 1942. Tijdens zijn redacteutschap debuteren in Helikon: L. Th. Lehmann, Bertus Aafjes, Nes Tergast, M. Vasalis, C. Buddingh' en Max Dendermonde. Maart: verschijning van het eerste nummer van Criterium, dat tot mei 1942 blijft verschijnen onder redactie van Cola Debrot, Han G. Hoekstra en Hoornik. Raakt bevriend met o.m. Bertus Aafjes en Anna Blaman. 47. Door Hoornik ingeleide bundel uit 1939.
| |
[pagina 17]
| |
48. Handschrift van een gedicht uit ‘De erfgenaam’.
49. 1940. Eerste nummer onder redactie van Hoornik.
50. 1940.
51. Eerste nummer.
52. 1940.
| |
[pagina 18]
| |
53. 1943.
54. In 1964 met Cees Nooteboom en een vriendin in Hoorn voor de Hoofdtoren, zijn voormalig onderduikadres.
55. Portrettekening door A. C. Willink.
56. Uitgave in de reeks Orpheus, no. 8, met tekening van J. S. Sjollema.
| |
1942Enige maanden ondergedoken in Hoorn. | |
194319 augustus: de S.D., op zoek naar Hans Katan, arresteert in diens woning Hoornik met zijn vrouw Liesel, de uitgever Bert Bakker, Gerard den Brabander e.a. tijdens een feestje ter gelegenheid van het verschijnen van ‘Tweespalt’ bij de illegale Mansarde Pers. Overgebracht naar Vught en vervolgens naar Dachau, waar o.a. W. L. Brugsma, Frits van Hall, Piet Maliepaard, Nico Rost en H. B. Wiardi Beckman zijn medegevangenen zijn. | |
[pagina 19]
| |
57. Brief uit Vught aan zijn kinderen.
58. Houten label met bagagelijstje uit Vught.
59. Door een kampgenoot getekend panorama van het concentratiekamp Vught.
| |
[pagina 20]
| |
60. 1945.
61. De Nederlandse kampkrant waarvan Hoornik mederedacteur was.
62. Amerikaanse journalisten in Dachau, kort na de bevrijding
| |
194529 april: bevrijding door de Amerikanen. Maakt met Nico Rost en Mark van Hasselt plannen voor een Nederlandse kampkrant, die van 2 tot 25 mei in Dachau vei-schijnt. 20 mei: terug in Nederland. Krijgt van het Militair Gezag de rang van kapitein om naar Parijs te gaan en daar de organisatie van de repatriëring der overlevenden uit de concentratiekampen te bestuderen. Maakt een reportage over het ondergelopen Walcheren. | |
[pagina 21]
| |
63. Op de terugreis uit Dachau in Keulen (3de van rechts) met o.a. W.L. Brugsma. (uit raampje, 3de van links).
64. Aanbevelingsbrief van het Militair Gezag.
65. Bij een later bezoek aan Dachau, april 1965.
66. 1945.
| |
[pagina 22]
| |
67. Brief aan D. A. M. Binnendijk.
68. Eerste nummer onder zijn mederedactie.
69. 1948.
| |
1946Oktober: wordt redacteur van Cultureel Kompas, bijblad van het weekblad Vrij Nederland. | |
1947Leert Mies Bouhuys kennen. Volgt D. A. M. Binnendijk op in de redactie van het naoorlogse internationale tijdschrift Centaur. 70. Met Mies Bouhuys, 30 augustus 1947.
| |
[pagina 23]
| |
71. Een van zijn bijdragen aan het Haagsch Dagblad op 25 juni 1949.
72. Tijdens een feestje in Den Haag omstreeks 1947. V.l.n.r.: boekhandelaar Ad Blommers, Anna Blaman, Hoornik, Achterberg en Liesel Hoornik.
73. Met M. Nijhoff in diens tuin te Den Haag.
| |
1948Inkrimping bij Vrij Nederland ten gevolge van de publikaties over de politionele acties in Indonesië. Hoornik zoekt een andere functie en is enkele maanden medewerker aan het Haagsch Dagblad. Komt daardoor veel in Den Haag en gaat daar om met J. C. Bloem, M. Nijhoff en de boekhandelaar Karel van Boeschoten. | |
[pagina 24]
| |
74. Eerste ontvangst van Indonesische kunstenaars en journalisten door de Sticusa, september 1949. Hoornik 1ste van links op bordes.
75. Uit het Algemeen Handelsblad van 25 augustus 1949.
| |
19491 april: werkzaam bij Sticusa (Stichting voor culturele samen werking met Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen). Verwelkomt in die functie de eerste vertegen-woordigers van de jonge staat Indonesië. Beweegt zich sindsdien weer meer op het terrein van de actuele politiek. Vestigt zich met Mies Bouhuys in een souterrain aan de Willemsparkweg 200 te Amsterdam. | |
1950December: verschijning van zijn ‘Verzamelde gedichten’ met een voorwoord van J.C. Bloem. 76. Ook door Hoornik verspreide aanplakbiljetten uit 1954 en 1965.
| |
[pagina 25]
| |
77. Bespreking door M. Nijhoff van de ‘Verzamelde gedichten’ in de N.R.C. van 30 juni 1951.
78. ‘De gangster en zijn maat’, met Bert Voeten op het Boekenbal in 1956.
79. 1950.
80. Op het Boekenbal in 1952, met Marga Minco, Bert Voeten en Gerard den Brabander.
| |
[pagina 26]
| |
81. Brief aan Mies Bouhuys over ‘Het menselijk bestaan’.
82. Verschenen in 1952.
83. Met Gerrit Achterberg in Morzine.
83
| |
1951December: ontvangt een reisbeurs van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor het schrijven ‘Het menselijk bestaan’. | |
[pagina 27]
| |
83
83
83
83
83
83
83
83
84. 1951.
85. Verschenen in 1955.
| |
1952Voorjaar: reis met Gerrit Achterberg naar Morzine in de Haute-Savoie. Begin van zijn regelmatige reizen naar Spanje. Juli: verhuist naar Oranje-Nassaulaan 67, het voormalige atelier van Marius Bauer. Begint met het schrijven van een aantal versdrama's: ‘De bezoeker’ (aug. 1952), ‘De zeewolf’ (maart 1955), ‘Kains geslacht’ (mei 1955) en ‘Het water’ (1959). | |
[pagina 28]
| |
86. In Spanje.
87. Met Jeanne van Schaik-Willing voor de Stadsschouwburg in Amsterdam.
88. 1952.
| |
[pagina 29]
| |
89. In Zeeland tijdens de watersnood.
90. Met de Engelse scenarioschrijver Jan Read in het rampgebied, februari 1953.
91. Na de opvoering van ‘Retour afzender’ en drie andere eenakters van Manuel van Loggem, Tone Brulin en Willem Frederik Hermans, ter opening van de Boekenweek-1953. Voor de deur Hoornik (rechts) met Willem Frederik Hermans. Verder: Tone Brulin (geheel rechts met bloemen) en Manuel van Loggem (onder de klok). Op de voorgrond: Mies Bouhuys (links) en Luisa Treves, wier eenakters een eervolle vermelding kregen.
| |
195321 februari: première van ‘De bezoeker’ door de Nederlandse Comedie in Haarlem, op 18 maart gevolgd door een gala-avond in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Maart: bezoekt Zeeland tijdens de watersnood. Opvoering in de Boekenweek van zijn eenakter ‘Retour afzender’, gevolgd door een radio- en een televisieuitzending van dit stuk. | |
[pagina 30]
| |
92. Omslagen tijdens het redacteurschap van Hoornik.
93. Tijdens een avond van De Gids in het Stedelijk Museum, Amsterdam, 16 april 1956. V.l.n.r.: de redacteuren Emmy van Lokhorst, Bert Voeten, E. J. Dijksterhuis en Hoornik en de medewerkers Geerten Gossaert, A. Roland Holst, Herman van den Bergh, Anna Blaman en Adriaan van der Veen.
94. Bijeenkomst van de Gidsredacteuren Harry Mulisch, Han Lammers, Hoornik en W. L. Brugsma.
| |
1954Januari: treedt toe tot de redactie van De Gids, welk blad onder zijn leiding in 1965 geheel wordt vernieuwd. Stelt met Bert Bakker en Gerrit Borgers her gezamenlijke nummer van een aantal literaire tijdschriften, ‘Nationale snipperdag’, samen. | |
[pagina 31]
| |
95. Televisieuitzending over De Gids.
96. Schrijvers van illegale literatuur tijdens de oorlog, bijeen ten huize van Bert Bakker op 10 mei 1951. Zittend, van boven naar beneden v.l.n.r.: Rie Cramer, A. Roland Holst, Victor E. van Vriesland, Anton van Duinkerken, Kitty de Josselin de Jong, Yge Foppema en Fedde Schurer. Staande, v.l.n.r.: Theun de Vries, Hoornik, Gerrit Kamphuis, M. Nijhoff, Anthonie Donker en Jan Engelman.
97. Mei 1954.
| |
[pagina 32]
| |
98. Ina van Faassen en Ton Lutz in ‘De zeewolf’.
99. Maxim Hamel en Ina van Faassen in ‘De zeewolf’.
100. Ina van Faassen, Hedda van der Linden en Mimi Boesnach in ‘De zeewolf’.
| |
19552 april: première van ‘De zeewolf’ door de Nederlandse Comedie in de Stadsschouwburg te Amsterdam. 25 mei: opening van de Amsterdamse Kunstmaand met de opvoering van ‘Kains geslacht’ door de Haagse Comedie. | |
[pagina 33]
| |
101. 1955.
102. 1955.
103. 1955.
104. Met Bertus Aafjes voor de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
| |
[pagina 34]
| |
105. Karikatuur door Jim Brair.
Hoornik: ‘Gompie! Ik kan geen water meer zien!’ 106. Woonhuis aan de Prinsengracht te Amsterdam.
| |
1956November: ontvangt de Van der Vies-prijs voor zijn stuk ‘Het water’. Vestigt zich in een verbouwd winkelhuis aan de Prinsengracht 390 te Amsterdam. | |
195710 juli: trouwt met Maria Albertha Bouhuys. 26 oktober: première van ‘Het water’ door de Nederlandse Comedie. Schrijft een scenario voor een film van Gerard Rutten over Anthony Fokker, ‘De vliegende Hollander’. 107. Knipsels over de bekroning en de opvoering van ‘Het water’.
| |
[pagina 35]
| |
108. Ank van der Moer en Ko van Dijk in ‘Het water’.
109. Huwelijk met Mies Bouhuys te Amsterdam, met de beide getuigen, links Bert Bakker en rechts Bert Voeten.
110. Verschenen in 1959.
111. Uitnodiging.
| |
[pagina 36]
| |
112. Eerste nummer.
113. Provo-nummer.
114. Opname van het televisiespel ‘De derde’.
115. Opname van het televisiespel ‘De derde’.
| |
1958Voorjaar: behoort tot de oprichters van Delta, ‘a review of arts, life and thought in the Netherlands’, waarvan hij tot zijn dood redacteur blijft. | |
196010 maart: televisieopvoering van zijn eenakter ‘De derde’. | |
196217 januari: overlijden van Gerrit Achterberg. Door een verblijf te Zarauz in Spanje geïnspireer tot zijn gedicht ‘De vis’. September: bezoekt Suriname en de Anvillen me de Adviesraad voor Culturele Samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk en als perschef van de Sticusa. Houdt aldaar lezingen over moderne poëzie. | |
[pagina 37]
| |
116. Achtergelaten briefje voor zijn vrouw.
117. Bij het graf van Achterberg in Leusden.
| |
[pagina 38]
| |
118. Met zijn dochters bij een stierengevecht.
119. Folder van de Baskische badplaats Zarauz, waar het drama uit ‘De vis’ zich afspeelde.
120. Met Mies Bouhuys in Cádiz, oktober 1955.
121. In Malaga, december 1969.
122. Met Mies Bouhuys aan de Spaanse zuidkust.
| |
[pagina 39]
| |
123. Handschriftfragmenten van ‘De vis’.
124. Handschriftfragmenten van ‘De vis’.
125. Voorbereidenden zwemoefeningen voor zijn bezoek aan de Antillen.
126. Met de Surinaamse auteur Corly Verlooghen in Paramaribo.
127. ‘De vis gevolgd door In de vreemde’, 1962.
| |
[pagina 40]
| |
128. Bijeenkomst van het eerste Actiecomité ‘Schrijversprotest’ bij Hoornik. Staande, v.l.n.r.: Gerrit Kouwenaar, Bert Voeten, H. A. Gomperts, Bert Schierbeck en J. J. Klant. Zittend, v.l.n.r.: Hoornik, Harry Mulisch, Willy de Vries, Sybren Polet en Adriaan Morriën.
129. Telegram over de bekroning van ‘De vis’.
130. Opdrachten in de door Hoornik ingeleide keuzen uit de poëzie van Den Brabander, ‘Curve’, 1950 en ‘Verzamelde gedichten’, 1966,
131. Opdrachten in de door Hoornik ingeleide keuzen uit de poëzie van Den Brabander, ‘Curve’, 1950 en ‘Verzamelde gedichten’, 1966,
132. 1965.
| |
1963Maakt deel uit van het eerste Actiecomité, dat her schrijversprotest organiseert. 19 december: ontvangt voor zijn bundel ‘De vis’ in Den Haag de Jan-Campertprijs. | |
[pagina 41]
| |
133. Bij zijn zomerhuisje in Hensbroek.
134. De ‘Hoornik-clan’, v.l.n.r.: J. Bernlef, Eva. Hoornik, Hoornik, K. Schippers en Mies Bouhuys.
135. Vrij Nederland over de ‘Hoornik-clan’.
| |
[pagina 42]
| |
136. Met v.l.n.r.; Simon Vinkenoog, Belcampo, Mischa de Vreede en Mies Bouhuys tijdens een opstelwedstrijd van het Algemeen Handelsblad in met 1963.
137. Met Nico Rose.
138. Met vrienden in Volendam. Staande, v.l.n.r.: Hoornik, W. L. Brugsma, Ineke Verwayen, Harry Mulisch; zittend, v.l.n.r.: Bascha Brugsma, Philip van Vliet, Fanny en Cees Nooteboom, Mies Bouhuys en Jan Hein Donner.
139. Mec Cees Nooteboom tijdens de opnamen voor een film van Frans Weisz, ‘Een zondag op het eiland van de Grande Jatte’, november 1964.
140. Met Bert Voeten op Hoorniks vijfenvijfrigste verjaardag.
141. Met A. Roland Holst en Anthonie Donker op de vijftigste verjaardag van Achterberg, 1955.
| |
[pagina 43]
| |
142. Tijdens een feestdiner ter ere van Nico Rost, met Mies Bouhuys en Victor E. van Vriesland.
143. Hoornik, Cees Nooteboom en Harry Mulisch in Volendam.
144. Tijdens een huiselijk feestje met Jan Hein Donner en Han Lammers.
145. In de tropische-plantenkas van Artis, poserend voor een fotoserie van De Telegraaf, april 1957. V.l.n.r.: Gerard den Brabander, Bert Voeten, F. Bordewijk, Clara Eggink, J. W. F. Werumeus Buning, François Pauwels, J. W. Hofstra, Bertus Aafjes, Henriëtte van Eyk, H. W. J. M. Keuls, J. C. Bloem, Clare Lennart, Johan Fabricius, Hoornik, Jeanne van Schaik-Willing, Hella S. Haasse en Willy Corsari.
| |
[pagina 44]
| |
146. 1968.
147. 1969.
148. Als spreker tijdens de tweede schrijversactie.
149. Uit het Auschwitz-bulletin.
150. 1966.
| |
1966Februari: begint in Mittenwald, niet ver van Dachau, aan de novelle ‘Het laatste woord’, die hij in Spanje voltooit. | |
1968Januari: protesteert bij de herdenking van de bevrijding van Auschwitz tegen de wijze van hulp aan kampslachtoffers en hun nabestaanden. | |
1970Januari: neemt deel aan de tweede schrijversactie. 1 maart: overlijdt in zijn woning te Amsterdam aan een hartaanval, terwijl de voorbereidingen voor de huldiging bij zijn 60ste verjaardag in volle gang zijn. 5 maart: door familie en vele vrienden begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam | |
[pagina 45]
| |
151. Portret door Paul Citroen.
| |
[pagina 46]
| |
152. De begrafenisstoet op de Nieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam.
153. Bij zijn begrafenis. V.l.n.r.: Erika Hoornik, Mies Bouhuys, W. L. Brugsma, Eva Hoornik, K. Schippers en J. Bernlef.
| |
[pagina 47]
| |
154. Handschrift van een gedicht uit ‘De vis gevolgd door In de vreemde’.
|
|