mens verstaat volgt er meestal
een signalement dat het dichtst in de buurt komt van het gezicht van Bas de Gaay
Fortman.
De dictatuur van de kletskoek.
't Is er al. Je kunt 's morgens tussen 9 en 10 de radio niet aanzetten of er
zitten vier mensen in de luidspreker die de menswetenschap beoefenen, en na tien
minuten luisteren sta je tot aan je enkels in een plas woorden - je drijft bij
wijze van spreken je eigen kamer uit van de intermenselijkheid, de sociale
controle, de conflictcorrectie en de intrinsieke waarde van het
samenlevingsmodel. Als iemand iets zegt blijkt er altijd iets ‘tegenover’ te
staan, hetgeen niet uitsluit dat de tegenoversteller ‘alle begrip’ heeft voor
het standpunt van degene met wie hij het faliekant oneens is, en zelfs ‘even wil
aanhaken’ bij dat standpunt.
Het is precies wat HBS'ers zonder talent na urenlang wanhopig en vruchteloos
gecijfer altijd uit hun vierkantsvergelijking krijgen: x = x: je wist het al, er
staat in feite niets tegenover, je bent niet in staat er bij aan te haken en
begrip lijkt me ook uit den boze, want je kunt zo'n jongen beter meteen de klas
uitschoppen in de richting van een sociale academie.
Maar alles goed en wel - intussen groeien deze ongeschoolde arbeiders van de
geest en het intellect in tal en last, meierstralen hele dorpen plat met hun
onexacte taal, zuigen werkende jongeren het bloed onder de nagels vandaan,
pikken als papegaaien om zich heen en hebben omstreeks 1984 van half Nederland
een bevolkingsgroep gemaakt die alleen nog maar lorre kan zeggen en ook nog
denkt dat dat iets betekent.
Wat moeten we daar nou tegen doen?
Waarom zijn beoefenaren van exacte vakken te beroerd om ook eens hun haar te
laten groeien, ook in bruine honken samen te hokken, de overgeleverde patronen
luidkeels, in plaats van zwijgend in een laboratorium, te doorbreken, en hun jargon pasklaar te maken voor gebruik op Hilversum III?
Luisteraars, las ik net, zijn er toch nauwelijks - dus verder zou alles hetzelfde
kunnen blijven; maar met hersens.