Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] Jaloesy. Wys; Princesse Nouvelle. 1. WEl hoe dus mijn waarste lief? Wat bejeegent onse minne? Wat onstelt uw minne-grief? Wat een heylloos ongeluk? Breekt de vaste knoop aan stuk Van de weeder-sijdse band Die geleid is door de brand? 2. Heb ik u geen Trow betoont Noch geviert na uw verdienste Dat gy so mijn Liefde loont? Heb ik niet so meenigmaal, Na eerbiedig min-verhaal, U geswooren met veel Eên Dat ik u bemin alleen? 6. Sal de snoode Jaloesy Uw gemoed nu so beheeren Dat gy breekt al mijn gevry? Meent gy dan mijn Engellin Dat ik noch een ander min, En so lang beminnen sow Tot ik haar verkreeg tot Vrow? [pagina 167] [p. 167] 4. Noem my dan geen Huychelaar, Die de Liefde maar sou veynsen, So ik niet verlieft en waar. Neen mijn Lief, ik vley u niet, Al de quaalen en verdriet, Die ik ly, heb ik geleen U te wil om u alleen. 5. Van die tijd dat ik u sag En mijn hart u heb gegeeven My geen Maagd in 't hartje lag. Sint dat gy mijn Liefde had Ik noit om een ander bad. En ik sweer u, dat geen Maagd Nevens u my meer behaagt. 6. Ey verset dan, bid ik, vry Ingebeelde minne-nijden En vervloekte Jaloesy. Geef de Jaloesy de schop En doe weer uw boesem op Met uw gunst so ongemeen, Want u min ik, u alleen. [pagina 168] [p. 168] 7. Ja, ik sweer u Celestyn, So het sweeren u kan helpen, Dat het geen bedrog sal sijn. Ik bedriegen sulk een Maagd, Die mijn hart en siel-kroon draagt? Ey geloof dit niet, ô neen! Want u min ik, u alleen. 8. Ik beloof u dan nu weer, En ik sweer by al de Gooden, Dat ik u alleen begeer. Ban de Jaloesy dan uyt, Eer de spijt mijn leeven sluyt. En ik sterf door mijn geween, Want u min ik, u alleen. Vorige Volgende