Het leven en eenige uitgelezen gedichten(1868)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan 't hereenigd Nederland. - Prece qua fatigent Carmina coelum! horat. 't Hersteld Euroop werd vrijgestreden; Getemde Heerschzucht vond heur graf. Nu gesp' men 't harnas van de leden, Legg' zwaard en spiets en vuurroer af: Sticht, Helden, sticht nu krijgstropheën, En waaie uw vlag door alle zeën! 't Is God die de overwinning gaf. Juicht dankbaar, Nederlandsche braven, Tot nieuwen roem en bloei herteeld; Op nieuw aan 't juk ontrukte slaven; Op nieuw der Vaadren evenbeeld! [pagina 201] [p. 201] Ja! zijt weêr 't echte kroost dier vaderen Wier Heldenmoed u gloeit door de aderen, In stam en oorsprong onverdeeld! Zweert, saamgesnoerd in laurenvlechten, Oranje, een nooit verdoofbre zucht; Zweert, hem een zetel op te rechten, Die schokken noch verwrikken ducht! Zweert, met het hart om hoog geheven, Zijn' stamhuiz' tot de laatste Neven; En klaatre 't Vivat door de lucht! En gy, ô geessel van Tyrannen, ô Nassaus adeloud geslacht, Met wie God-zelf werd uitgebannen, En trouw en eer en heil verkracht! Regeer! en klem met vaste handen De teugels der hereende Landen, Omstuwd van 's Hemels Englenwacht! Uw Scepter doe, van Britsche rozen Noch Fransche leliebloem omstrikt, De Oranje van zijn puntknop blozen, Die 't Hollandsch oog en hart verkwikt! Geen traan bepaarle, geen robijnen Waar droppelen van bloed in schijnen, De Kroon die van uw slapen blikt! Uw purper gloor' met morgenluister, En kenn' geen fletsende avondstond! Blink' aller Vorsten eerpraal duister, En schittre 's warelds boorden rond! En de Almacht schraag' met welbehagen, Tot aan den laatsten snik der dagen, Uw Throon op Neêrlands vrijen grond! 1824. Vorige Volgende