Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Negerhymne in negers zijn wijde geluiden en achter hun donkere huiden stromen de donkere heimwee-stemmen hoe zullen wij ooit ten volle de dromen van snikkende saxofonen beminnen de liederen die als meerminnen uit vloeden naar boven geheven hun kleine gezichten staan hoog en schoon boven water te beven ze lachen maar land bereiken ze niet hoe zullen wij ooit ten volle de tonen van snikkende saxofonen beminnen want in negers zijn nauwe kanalen van heimwee verbonden aan moeders die hen uit schalen van eenvoud lieten eten hoe zullen wij ooit ten volle de tonen van snikkende saxofonen beminnen en de blinkende ogen die daarboven staren of de jaren wegvielen in zielen van negers zijn wijde geluiden en achter hun donkere huiden stromen de dromen van heimwee en deinen de zee uit op boten Vorige Volgende