Proeve van liederen en gezangen voor den openbaaren godsdienst(1802)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] VII. Een lied. Wijze, Ps. C. Met ootmoed zij mijn ziel bekleed Voor God en mensch, in vreugd en leed! Dit sieraad past mij overal, Waar ik mijn voeten zetten zal. In voorspoed blijv' ik steeds een kind, Dat zig bevreesd en zwak bevindt; En diep gevoelt, dat slegts een man Op gladde baanen loopen kan. In voorspoed houdt mij ootmoed vrij Van overmoed en hoovaardij; Beveiligt voor een valschen tred, Die, dagen lang, de reis belet. Die volgen wil, waar Jesus gaat; Die niet verlangt, wat Jesus haat; Wie dragen wil, wat God gebiedt; Die steun' op eigen kragten niet! [pagina 16] [p. 16] Die God tot zijnen vriend begeert; En gaarne hemelwijsheid leert; Die luistren wil naar Jesus stem; Verloogchen' zig, en volge Hem! In druk maakt ootmoed lasten ligt, Waarvoor de hoogmoed beeft en zwigt; Hij kromt eerbiedig onder 't juk Den stijven nek in langen druk. Hij mort niet, als zig God verbergt, Terwijl de vijand hoont en tergt; En vraagt niet, trots op zijn waardij, Of dit ook Vaderliefde zij. Hij roept nog, Vader! als in 't leed Niet slegts een traan, maar bloed of zweet, Op het verbleekt en bang gelaat, Met zwarte druppels, gloeiend staat. De gaven, die ons Jesus biedt, Neemt ootmoed willig aan om niet. Hij weet, dat God, op prijs of geld, Zijn gunst en vriendschap nimmer stelt. [pagina 17] [p. 17] Als ootmoed Gods belofte hoort, Dan zegt hij, amen! op dat woord; En peinst niet, of men 't waardig is, Maar hoort, gelooft, en krijgt gewis. Ons hart, dat meer den hoogmoed kent, Dan zig aan nedrigheid gewent, Vlugt heen naar Hem, die ootmoed leert, En door vertrouwen wordt vereerd. Wij brengen onze schuld voor Hem; En roepen, met een kinderstem: Scheld, Vader! onzen hoogmoed kwijt, Om Jesus ootmoed t' allen tijd. Ontwortel, Vader! deze plant! Zij is geen spruite van uw hand. Maar voeg dan nog die gunst daarbij, Dat ootmoed in ons bloeiend zij. Vorige Volgende