Een uitstapje naar de bloemententoonstelling te Gend. Maart 1852.
De Vriese en P. Harting, Monographie der Marattiacées. 1853.
De plantengroei der voorwereld in Alb. d. Nat. II, 1853, bl. 65-95.
Over papier, inzonderheid over den zelfsplantaardige oorsprong. Alb. bl. 353-374.
Goodenovicae ad auctoritatem Musei Caesarei Vindebonensis, Pariscensis cet. proposuit G.H. de Vriese, figuris illustravit O.M.R. Verhuell. 1854.
Illustrations d'orchidees des Indes Orientales Neerlandaises. La Haye. 1854.
Ons streven naar waren roem. Eenige woorden van dankbare herinnering bij het afsterven van den Hoogleeraar C.G.C. Reinwardt. 1854.
Flore des jardins des Pays-Bas. Leid. 1854.
Verslag over de Physian lotypie of zelf afdruk van voorwerpen der Natuur in Verslag en Mededeel. d. Kon. Acad. v. Wetens. Afd. Natuurkunde. D. II, bl. 349-355.
Illustrations des Rafflesiás et Patma d'apres les recherches faites aux iles de Java et Noessa Kambangan par J.E. Teysmann et S. Binnendijk et au jardin botanique de Leide. Leide et Dusseldorf, 1854.
De Kinaboom uit Zuid-Amerika overgebragt naar Java, onder de regering vaa koning Willem III. ('s Hage, 1856).
Tuinbouw-Flora. Leid. 1855, ook in 1857 in de Annales d'horticulture.
Mémoire de la Camphrier de Sumatra et de Borneo. Leid. 1856.
De Handel in Getan-Pirtja door den oorsprong dezer stof toegelicht, 1856.
De Vanielje, een nieuw O.I. voortbrengsel voor den handel. 1856.
De ouderdom der boomen. Leid. 1856.
Adnotatio de flore Dryoba lunopsides Camphorae Colebr. in Versl. en Meded. der K.A.v. Wetens. afd. Natuurk. D. IV, bl. 201.
Eene bijdrage tot de kennis van de structuur der orchideen.
Over het triandisme in Phajus. (Ald. bl. 95-100).
De uitkomsten der Kina-kultuur in Nederl. Indie. 1856, Ald. D. VI, (1857), bl. 129-190,
Plantae Indiae Bat. Orient. quas in itinere per insulas Archipelagi Indici, Javam, Amboinam, Celebem, Ternatam aliasque exploravit. C.G.C. Reinwardt, 1815-1821.
Fasc. I a II, 1857.