Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Tweede stuk

[Francois Moschus]

MOSCHUS (Francois), MOUSQUET of MOUSKE, in het midden der 16^e eeuw te Nivelles geboren, werd in het latijn en grieksch onderwezen, omhelsde den geestelijken stand, en legde zich op de regtsgeleerdheid toe, werd licentiaat, vervolgens doctor in de beide regten. Daarna werd hij kanunnik bij de Cathedrale van Alrecht, en in 1590 was hij officiaal van dit Kerspel. Kort daarna of ten laatste in 1596, werd hij pastoor van Armentières. In 1600 was hij nog in deze bediening en kanunnik van het kapittel Seclin. In 1613 leefde hij niet meer. Moschusi was welsprekend en vervaardigde gemakkelijk latijnsche verzen.

Men heeft van hem:

Jacobi de Vibriaco ...... libri duo, quorum prior orienta-

[p. 1073]

lis, sive Hierosolymitanae: alter occidentalis Historiae nomine inscribitur. Omnia nunc primum studio et operâ Franc. Moschi ...... e tenebris et situ in lucem edita. Duaci 1597, 12^o.

Coenobiarchia Oigniacensis, sive Antistitum Monasterii Oigniacensis catalogus, oum Elogiis. Duaci 1598, 8^o. verm. door Arnold de Raisse. Ibid. 1636, 8^o.

Beatorum Arnulphi Villariensis, et Simonis Alisensis, Cistertiensis Ordinis Ascetarum, nondum quidem in Apotheosin ab Ecclesiâ relatorum, mirâ tamen sanctitate suo tempore celebrium, Vitae, e situ et tenebris erutae, ac emendatae, et jam primum in gratiam pietatis studiosorum in lucem editae a Franc. Moscho. Abreb. 1600, 8^o.

Apologia pro Sanctorum Reliquiis.

Eden, sive Paradisus B. Mariae Virginis.

Het is twijfelachtig of de beide laatste het licht zagen.

Zie Val. Andreas, Bibl. Belg., p. 234, 235; Loerii, Chronicon Belg., p. 683, 684; Sweertii, Ath. Belg., p. 248; Paquot, Mém., T. I. p. 522.