[Gijsbertus Matthias Elsnerus]
ELSNERUS (Gijsbertus Matthias), werd den 1sten April 1698 te Goch in Kleefsland geboren, waar zijn vader predikant was. Hij werd in 1719 proponent en in dat jaar beroepen te Heumen en Malden, in 1723 te Beek en Ubbergen en tevens in 1725 te Groesbeek, in 1728 te Zalt-Bommel, en in 1737 te Utrecht. Curatoren der Hoogeschool aldaar stelden hem den den 15den September 1739, met verleening van het Doctoraat in de Godgeleerdheid, in die wetenschap tot buitengewoon, en in 1743 tot gewoon Hoogleeraar aan, welke waardigheid hij den 16den September van genoemd jaar aanvaardde, en met het predikambt te Utrecht waarnam tot aan zijnen dood. Hij stierf te Jutphaas den 7den Julij 1775 en werd te Utrecht begraven. Hij was gehuwd met Barbara Elisabeth de Haar, en zijne afbeelding ziet het licht. Hij schreef:
Redevoering over de voortreffelijkheid der Volwassene enz. vertaald door F.W. van Oosterzee, Utr. 1743, 4o.
Eerzuil der mildadigheid.
Paulus brief aan de Romeinen geopend, ontleed, verklaard en tot zijn oogmerk toegepast, Utr. 1763-1771. 4o. 4 deelen.
Memorie wegens de Herrnhutters en hunne Leere, zoo in 't gemeen als in 't bijzonder te Seist gehouden, opgesteldt door de Gecommitteerdens van de Edele Classis van Utrecht, omme door de Deputatie Synode uijt de Naam der drie Classis gebragt te werden op de tafel van hun Edele Mog. de Staten des Lands van Utrecht enz. Amst. 1752, 4o.
Zie Boekz. der gel. wereld, 1719 b bl. 361, 1723 a bl. 628, 1725 b bl. 504, 1728, a bl. 360, 490, 614, 1737, a bl. 225, 237, 611, 738, 1739, a 739; 752, b 315, 1743, b bl. 109, 349, 1775, b bl. 221-224; van Abcoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I St. III, V; de Jongh, Naaml. der pred. in de Classis van Gelderl. bl. 296; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek; Glasius, Godgel. Nederl. D. I bl. 414, die hem evenwel verward met Jacobus Elsnerus, die te Lingen Hoogleeraar was; Muller, Cat. van portrett. bl. 77.