De zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper(1759)–Anoniem Zingende zwaan, of vervolg op de Overtoompse markt-schipper– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een Nieuwe Minnuet. Ach! mijn zoete lieve Lijsje, Zo poezel en zagt van Vlijsje; Ach! mijn Engelagtig Meysje, En komt geef me maar een zoen; U byzijn kan my verrukken; Wild maar by mijn neder bukken, Op dat het my eens mag gelukken, Dat ik lang heb willen doen. Weg, weg, met u stoute Hande, Daar gy my mee aan komt rande; Weg, weg, van mijn Kouze-bande; Gy verkreukelt mijn heele Schort: [pagina 84] [p. 84] Wild met Kusjes u belyen, Dat zal ik u niet bemyen, Of is zal aan 't loopen tyen, Zo maar eens dartel word. Wel mijn zoete lieve Maatje, Wel mijn Guytjelief hoe praatje, Heb gy niet by Griet en Kaatje, Uw mijn trouwe Min belooft? Zy zijn alle bey getuygen, Wild maar by mijn neder buygen, Of ik werp mijn hoop in duyge; Want gy hebt mijn Hertgerooft. Wel als gy u Woord wild houwe, Dat gy mijn daar na zult Trouwe, Neemt mijn Ring al zou 't mijn rouwe, En maakt mijn dan tot u Wijf. Wild gy? zo ben ik te vreden, Maar ik bid u om een reden, Vergund my u blanke leden, Want ik krijg het op mijn Lijf. Ach! mijn zoete lieve Harmen, Zie ik hoop u in mijn Armen, Nog zo lekker te verwarmen; Maar ik bid u wagt zo lang, Dog hebje mijn wat te zegge, Zo komt agter deze Hegge, Maar vergt my niet te zegge, Want gy maakt het my te bang. Agter deze groene Hagen, Kan ik het langer niet verdragen, Gy zult het u niet beklagen, Zet u neder in 't Groen, Een kunsje zal ik u leeren, Dat u in 't minste niet zal deeren, Heb geen zorg voor u Kleeren, Want ik zal het zindelijk doen. Ach! ach! wat is dat voor mallen? Harmelief gy doet mijn vallen; Wel wat kan je dog zoets kallen? Ach! hoe zoen je mijn zo zoet; Zo te kussen en te streelen, Zou my nimmer niet verveelen, Want gy weet mijn Hert te heelen, Met u Huwelijks poppe-goed. Vorige Volgende