Zeeuwsche Nachtegael en bijgevoegd Tafereel van sinne-mal(1982)–Anoniem Zeeusche Nachtegael– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Yder mensche wert gheseydt Dat hy Godes naem verbreydt. Psalm C. COom volck'ren-volck van 't aerdsche rond, Prijst Godt met open hart en mond; Aenschouwet heylich claer aenschijn, Bekendt dan, wat bekent moet zijn. 5[regelnummer] Denckt, hoe des Heeren groote kracht Ons, sonder ons heeft voort-ghebracht; End' stadichlijck de goede leyd Als schapen die men lustich weydt. Gaet vry tot zijnen Tempel in, 10[regelnummer] Looft, danckt de Heer met blijden sin; O mensche blijft reyn van ghemoet! Aenmercket wie uw goetheyt doet. Almachtich blijft de Heer, en mildt, Ghenadich, vriend'lijck wien hy wildt; 15[regelnummer] Warachtigh is hy; en zijn woort Sal eeuwich uyt hem coomen voort. A.V. Venne. Vorige Volgende