| |
| |
| |
Reis vandaag niet naar Ankara
Eenakter
Lucienne Stassaert
personen:
KAMER 1: |
Frans |
(twee oude mannen) |
|
|
Jan |
|
|
KAMER 2: |
Dora |
(een jong echtpaar) |
|
|
Albert |
|
|
KAMER 3: |
de weduwe |
(een oude vrouw, |
|
|
Marie |
|
een jong meisje) |
een figurant: |
de kranteman |
|
|
Décor: de scène is in 3 ruimten verdeeld (gescheiden door panelen of door touwen, naargelang de mogelijkheden)
1) | Kamer van Jan en Frans: twee stoelen (links). Boven hun hoofd een lamp aan een draad. In de hoek: een televisietoestel. |
2) | Kamer van Dora en Albert: (rechts) een divan, een schemerlamp, een klein vloerkleed voor de divan, een transistor. |
3) | Kamer van de weduwe Keutermans (in het midden, achteraan): een klein theetafeltje, een stoel, een kristallen luchter. De achterwand is bedekt met een fluwelen gordijn. De weduwe zit in een rolstoel. |
Twee deuren: links en rechts van de scène.
Vanaf het begin zijn Frans, Jan, Albert, Dora, de weduwe en Marie op het podium. Frans en Jan lezen hun krant, Dora een doktersroman, Albert een boek over lustmoordenaars. De weduwe leest niet. Tegenover haar zit Marie die in de krant kijkt.
Dora en Albert zitten naast mekaar op de divan, Jan en Frans op de stoelen.
| |
| |
| |
Kamer 1:
JAN:
Die zes vrouwen van Hendrik de achtste, vind jij dat een goed feuilleton?
FRANS:
Het is een beetje eentonig: al die vrouwen die vermoord worden.
JAN:
In die tijd schaamden ze zich tenminste niet. Nu wordt alles goedgepraat. Neem nu Viëtnam, zo'n proces als dat van My Lai
FRANS:
Dat wordt toch wel een beetje overdreven, vind ik. Of die vent er nu 20 of 100 vermoord heeft... het is toch oorlog!
JAN:
Heb jij al iets gevonden?
JAN:
Eigenlijk heb ik geen zin om te discussiëren, vanavond. We zijn het toch altijd eens
FRANS:
We worden het eens, Jan (lezen verder)
| |
Kamer 2:
(Dora zet transistor aan)
ALBERT:
Weet je al wie haar hart verovert?
DORA:
Natuurlijk. Zoiets voel je meteen
ALBERT:
Hoe jij zo'n onzin kunt lezen, dat begrijp ik niet
DORA:
Zo kom je tenminste iets te weten over het doktersmilieu
ALBERT:
Dat dacht je. Het is allemaal rozegeur en maneschijn
DORA:
Lees jij je sadistenroman maar
ALBERT:
Het is geen roman, het zijn verslagen
DORA:
Over lustmoordenaars en zo
DORA:
En dat interesseert jou
DORA:
Je wordt er nog eens gek van. Je slaapt nu al onrustig
ALBERT:
Dora... (lezen verder, Albert zet transistor af)
| |
| |
| |
Kamer 1:
JAN:
Je mist het toch wel, hé?
FRANS:
We hebben nu geen centen. En je weet nooit hoeveel zo'n reparatie kost
JAN:
Dit is goed: ‘Toen de koning van boord ging, dacht hij dat hij het oorlogsgevaar tegemoet trad. In werkelijkheid had hij het de rug toegekeerd...’
FRANS:
Dat komt ervan als je te veel met vrouwen slaapt
FRANS:
Dan begin je alles averechts te zien
JAN:
Waarom schrijven ze dat niet meteen?
FRANS:
Geef mij eens een stuk van jouw krant, Jan
FRANS:
Kwart over negen (verwisselen van krant)
| |
Kamer 3:
Wwe K.:
Wat staat er in de krant, Marie?
MARIE:
Het is allemaal zo gruwelijk, Mevrouw. Daar houdt u toch niet van? Ik zoek iets plezierigs
Wwe K.:
De beursberichten, Marie
MARIE:
Die heb ik vanmorgen al gelezen
Wwe K.:
Heb je Freddy opgebeld?
MARIE:
Hij was niet thuis, dat zei ik u toch
| |
Kamer 1:
JAN:
Dat begrijp ik nu niet: ‘Personen wier eenzelvigheid twijfelachtig is...’
JAN:
Hier: ‘Vingerafdrukken zes weken lang van geen tel in België’
FRANS:
Dat is toch duidelijk genoeg? Als je niet kunt bewijzen wie je bent
| |
| |
| |
Kamer 2:
(Dora zet transistor weer aan)
ALBERT:
Laat dat ding toch met rust! Kun jij nu nooit eens rustig een boek lezen! (zet transistor af)
JAN:
Waarom houden ze er dan mee op?
FRANS:
Ambtenaren gaan ook wel eens op reis
JAN:
Eigenlijk had Jeanne gelijk: die leest alleen maar krantetitels. En ze blijft op de hoogte, ze weet er alles van af
FRANS:
Dat is een idee! Zo vinden we zeker een geschikt onderwerp
JAN:
Er staat niets in wat de moeite waard is
FRANS:
Zullen we het eens proberen?
JAN:
Ik lees eerst jouw feuilleton
| |
Kamer 3:
MARIE:
‘rijke landen takelen eisen derde wereld af...
Herbergierster verwondt man met mes te Merelbeke...
Eeuwelingen hier en elders...
Wwe K.:
Wat is dat voor iets?
MARIE:
Een tentoonstelling. ‘Honderd jaar worden is niet erg gemakkelijk’
Wwe K.:
Ja, Marie. Dat is waar. Zelfs je eigen zoon vergeet je
MARIE:
Daarom houden ze die tentoonstelling. Moet ik verder lezen?
| |
Kamer 1:
(Jan leest, Frans staat op, loopt naar T.V., draait aan
| |
| |
de knoppen. Pantomime van Frans die achter het toestel kruipt, enz... Ondertussen hoort men steeds feller wordend geratel van geweren. Frans komt terug, gaat zitten)
| |
Kamer 2:
DORA:
Je bent toch niet boos?
ALBERT:
Jij kunt het weer eens niet verdragen, hé?
DORA:
Ik word al misselijk als ik die foto's zie: vrouwen met verminkte borsten, opengereten buik..
ALBERT:
Lees jij maar je doktersromannetje. Of interesseert het je niet meer?
DORA:
Waar heb je dat boek vandaan?
ALBERT:
Robert heeft het me geleend. Is het nu goed?
DORA:
Dat verwondert me niet. Echt iets voor hem...
| |
Kamer 1:
FRANS:
Het is spannend, hé?
JAN:
‘Toen hoorde hij een misselijk makende plof’. Aha, er is er weer een uitgeschakeld.
| |
Kamer 3:
MARIE:
Er is een klein meisje verdronken in het kanaal. Ze denken dat het een familiedrama is
Wwe K.:
Zoiets gebeurt dus nog steeds
MARIE:
Vals kapersalarm op Zaventem
Wwe K.:
Gelukkig ben ik te oud om op reis te gaan. Met al die sadisten is niemand veilig meer.
MARIE:
Terroristen. De postzegels worden duurder...
| |
| |
| |
Kamer 1:
FRANS:
Bomalarm tot in kraaminrichting... Heb je dat gelezen?
FRANS:
Vals alarm, natuurlijk. Je hoeft geen detectives meer te lezen: de krant wordt elke dag spannender
FRANS:
Half tien. Waarom?
JAN:
Ik heb wel zin in een pint Frans staat op, gaat weg. Jan legt krant neer, loopt op zijn beurt naar T.V. / zelfde pantomime. Ondertussen hoort men weer geweerschoten + het gejoel van een menigte)
| |
Kamer 2:
(Albert leest hardop uit Dora's boek)
ALBERT:
‘Ze vielen achterover in de roodlederen kussens van de auto, keken elkaar aan.’ Wat een onzin. Hebben ze mekaar al gekust?
ALBERT:
Daar is het dan wel bij gebleven: blikken en handdrukken vol gevoel. Er komt geen druppeltje sex bij te pas
DORA:
Geen druppel bloed, zeker. En jij hield ook mijn hand vast, vroeger
ALBERT:
Lees maar verder. Tot het zoete einde
DORA:
De sfeer van een ziekenhuis is heel goed beschreven
ALBERT:
Af en toe gaat er wel eens iemand dood. Of nee, dat is niet romantisch genoeg
(Jan komt terug, gaat zitten)
DORA:
Ik ken die sfeer. Toen ik 15 was, ben ik geopereerd
ALBERT:
Dat heb je mij nooit gezegd
DORA:
Jawel, van een appendicitis. Je bent het vergeten.
(Frans komt terug met 2 flesjes bier. Ze drinken)
JAN:
Hij is naar de vaantjes
FRANS:
We missen niet veel, vanavond. Ik heb het programma nagekeken: Vergeet niet te lezen,
| |
| |
gesprek met een ongeruste intellektueel, debat over milieuvervuiling: allemaal praat, praat, praat
FRANS:
Ze worden hoe langer hoe ongeruster
JAN:
Wie? (neemt terug de krant)
FRANS:
De industriëlen, natuurlijk
JAN:
Jij zei, eerst intellektuelen
FRANS:
Wat maakt dat nu uit? (neemt krant)
| |
Kamer 3:
MARIE:
Brand in Britse inrichting voor geesteszieken...
Russisch overwicht bij torensprongen...
Poldervakantie voor wederzijds begrip..
Wwe K.:
Lees eerst mijn horoscoop, Marie
| |
Kamer 1:
FRANS:
Zullen we het nu eens proberen? Alleen de titels lezen
FRANS:
Eens zien in hoeveel tijd we het nieuws afwerken
... Amerikanen ontdekken eerste sporen van leven
JAN:
In de Ardennen is de vissterfte massaal
FRANS:
Rijke landen takelen eisen derde wereld af
JAN:
Gaan wij dood aan konsumeren?
JAN:
43 miljoen kinderen werken nog altijd
| |
Kamer 3:
MARIE:
‘Er is spontane verbetering in de gezondheidstoestand. Op sentimenteel gebied...’
FRANS:
Wat in 1968 mogelijk was, is het nu niet meer
| |
| |
JAN:
Wanneer mag parket aan kamerlid raken? Sorry, dat was weer een vraag. Wacht even...
FRANS:
New-Yorkse politie was weer korrupt
JAN:
Wereldtitel kunststoten hing aan zijden draad
FRANS:
Dat is toch geen wereldnieuws
FRANS:
Zoek eens iets interessants
| |
Kamer 2:
ALBERT:
Wind je toch niet zo op. Je bloost ervan
DORA:
Hij zit in de gevangenis
ALBERT:
De goede of de slechte?
DORA:
Het is een valse beschuldiging. Van die ene, die arrivist (Albert strekt zich uit op de divan)
... Lees je niet verder?
| |
Kamer 1:
JAN:
Bouwpromotor verdiende 600 miljoen op twee jaar aan de RTT... Hier kunnen we toch over praten?
FRANS:
Laat die maar gaar koken in hun vet, die promotors. Mij interesseert het niet
JAN:
600 miljoen... Kun jij je dat voorstellen?
FRANS:
Die hoeft niet op z'n pensioen te wachten om z'n T.V. te laten repareren
FRANS:
Aha. Uurloon zou 20 fr hoger moeten. Het staat hier wit op zwart, zomaar onder die miljoenen
JAN:
Alles staat altijd wit op zwart in de krant. Als je maar tussen de regels leest.
FRANS:
Verslagen, berichten
FRANS:
Lustmoorden, roofmoorden, moord uit
| |
| |
jaloersheid, moord uit verveling
FRANS:
Bankovervallen, auto-ongelukken
JAN:
De prijs van de postzegels, de prijs van het brood
FRANS:
Wat de vakbonden zullen doen
JAN:
Waarom ze de staking niet erkennen
FRANS:
Of er nieuwe stakingen zullen uitbreken
JAN:
Wat er 's avonds te zien is op T.V.
JAN:
We moeten iets vinden wat de moeite waard is om over te discussiëren
| |
Kamer 3:
Wwe K.:
Ik heb weer zo'n pijn in mijn rug
MARIE:
Hebt u soms niet goed geslapen?
Wwe K:
Een uur of drie. En dat is al veel voor mijn leeftijd. Ik droom zoveel
MARIE:
Week-end moorden. Interesseert u dat?... In een ogenblik van waanzinnige woede heeft de 40-jarige Johan Steeman zijn 26-jarige vriendin Mariette Vanput met een broodmes om het leven gebracht
Wwe K.:
Wanneer is dat gebeurd?
| |
Kamer 1:
JAN:
Dat is geestig. Luister eens, Frans. Alleen de duif met dikke voorarm wint fondvluchten
FRANS:
Zo spreken ze op de B.R.T. ook
JAN:
Geef toe dat het interessant is, zo'n duif
FRANS:
Als je zo begint, dan vinden we ons onderwerp nooit
| |
Kamer 2:
(Dora kijkt naar de slapende Albert. Ze neemt een fles onder de divan, drinkt. Dan neemt ze zijn boek.)
DORA:
De psychologie van de lustmoordenaar...
| |
| |
JAN:
Ik heb het! Oervorm van buitenaards leven ontdekt. Wat denk je?
FRANS:
Ze kunnen je alles wijs maken, die wetenschapsmensen
JAN:
Met deze ontdekking wint tevens de stelling veld dat het leven ontstaan is in gaswolken die later tot planeten verdicht zijn (legt krant neer)
FRANS:
Weet jij soms wat dat is: gaswolken? Het enige wat we zeker weten is dat er meer ontploffingen met aardgas zijn, dan vroeger, dat de bomen er van doodgaan
JAN:
Met aardgas, Frans. Het is toch niet hetzelfde!
FRANS:
De aarde is toch ook maar een planeet
JAN:
Jij bent ook niet makkelijk warm te krijgen. En toch wil je discussiëren, dat begrijp ik niet...
| |
Kamer 3:
MARIE:
Menense eenzaat sticht brand. Zal ik dat voorlezen?
Wwe K.:
Het is toch niet gruwelijk?
JAN:
Een spinner uit Menen sticht brand op 3 verschillende plaatsen...
MARIE:
Er moet ergens een kortsluiting bij hem ontstaan zijn. De psychiater veronderstelt dat hij zich heeft willen wreken op de maatschappij
Wwe K.:
Wat een onzin. Moet je daarom nu brand stichten? Waar gaan we naartoe
JAN:
29 jaar oud was die man
FRANS:
Waar heb je het over?
FRANS:
Zoek dan eens iets interessants
| |
Kamer 2:
(Dora leest hardop)
| |
| |
DORA:
‘Ik voel niets voor vrouwen. Ze zijn niet nuttig voor mijn werk.’ Dat is het toppunt. (legt het boek even neer). Maar hij kon ze wel afmaken, de rotzak. En zoiets vindt HIJ interessant? (leest verder)
FRANS:
Heb je al iets gevonden?
JAN:
We moeten margarine eten. Omdat U slechts een hart hebt, aha
FRANS:
Dat moeten we zo al, met ons pensioen
JAN:
Maar dat schrijven ze er niet bij
| |
Kamer 3:
MARIE:
Dat is vreselijk! Hoe is het in godsnaam mogelijk!
Wwe K.:
Niet vloeken, Marie. Wat is er zo vreselijk?
MARIE:
Drie jonge Turken mochten zichzelf berechten
Wwe K.:
Wat is dat nu weer?
MARIE:
Ze kregen, op eigen aanvraag, de toestemming om zelf het bankje waarop zij stonden weg te schoppen, als het koord rond hun hoofd werd gelegd
Wwe K.:
Zoiets was in mijn tijd niet mogelijk. En wat doen ze ermee, met al die menselijkheid? Er komen hoe langer hoe meer sadisten. Ze hadden zeker een moord op hun geweten, wees maar zeker
MARIE:
Ze werden ervan verdacht een Israëlische diplomaat te hebben vermoord
Wwe K.:
Een diplomaat? Ik heb er een gekend in mijn jeugd. Hij was mijn eerste liefde. Wat kon die man walsen! Je vergat alles als je met hem danste
MARIE:
En u bent niet met hem getrouwd?
Wwe K.:
Nee. Hij is gestorven. Een belachelijk ongeluk. Hij is van zijn paard gevallen
| |
Kamer 1:
JAN:
We zouden eens een brief naar de krant moeten schrijven
| |
| |
JAN:
Zo'n feuilleton, dat is ook niet alles
FRANS:
Wou jij soms meer ontspannende lektuur? Wacht maar tot die T.V. gemaakt is, dan zul je er niet meer aan denken
| |
Kamer 3:
Wwe K.:
Breng me een kop thee, Marie. En bel Freddy op. Zeg hem dat hij morgen eens langs komt. (Marie staat op, wist voorhoofd van de weduwe af met een zakdoek)
MARIE:
U beeft. U zou beter wat rusten
Wwe K.:
Ik word er telkens zenuwachtig van. Er gebeurt zoveel, er gebeurt zoveel
(Marie af, langs gordijn)
JAN:
Und Jimmy ging zum Regenbogen
JAN:
Het gaat over de waarheid, de weg naar de waarheid
FRANS:
O ja, dat beeldverhaal
JAN:
Ze bedoelen waarschijnlijk dat de waarheid even ver te zoeken is
FRANS:
Of even vlug verdwenen, zeker
JAN:
Dat is straf! zwangere schippersvrouw krijgt trap in buik
FRANS:
Dronken soldaat 70 kilometer met tank door Nederland
JAN:
Juweel van een miljoen verloren te Antwerpen. Die zal zich ook niet lekker voelen
FRANS:
Franse gevangenen vormen syndikaat tegen uitbuiting
JAN:
Brand in Britse inrichting voor geesteszieken
FRANS:
Ik had verwacht dat jij daarop zou reageren
JAN:
Waarom? Ik vind dat iedereen gesyndikeerd moet worden, dat weet je toch
Dan ben je tenminste een beetje veilig.
Maar dit gaat echt te ver, je hebt gelijk. Als de gevangenen zich uitgebuit voelen, wat moeten wij
| |
| |
JAN:
Gaan we verder of niet?
FRANS:
Wacht even. Dit interesseert me wel: man begoot zijn vrouw met vitriool omdat hij dacht dat ze hem bedroog...
JAN:
Daar kunnen we niet over discussiëren
| |
Kamer 2:
DORA:
En zo gaat het maar verder. Hij leest dat gruwelijke boek en ik mijn doktersroman. En dan mag ik blij zijn dat hij niet wegloopt, 's avonds. Op z'n eentje naar de kroeg. Dat doet hij gelukkig niet. Hij durft niet, dat is het. Maar hij zou wel willen. Alles wat hij niet durft, daar wordt hij zo pesterig van. Neem nu die lustmoordenaars. Ik geloof dat hij hen bewondert. En hij is zelf te verlegen om een vrouw aan te spreken op straat. Dat denk ik toch...
| |
Kamer 3:
(De weduwe rinkelt met een bel)
Wwe K.:
Marie! Marie! Waar blijft ze nu? Die meiden, je moet er geduld mee hebben. En ze zijn nooit tevreden. Niet met hun loon en niet met hun vrijheid. Nu wil ze 4 vrije avonden per week. Maar slim is ze niet.
Ze denkt dat ik niet besef waarom ze van die vreselijke dingen uit de krant voorleest. 's Nachts droom ik ervan. Idiote dromen over moordpogingen en zo. Maar dat zeg ik haar niet, natuurlijk. Marie! Marie!
| |
Kamer 1:
FRANS:
Dat proces van Jezus gaat toch niet door
JAN:
Wat bedoel je nu? Daarnet sprak je over een man die z'n vrouw
FRANS:
Nee. Er was toch een advokaat die wou
| |
| |
proberen om Jezus vrij te spreken? In Israël...
JAN:
Jezus! Beginnen ze daar nu mee? Als die daar z'n tijd mee wil verliezen... Dat is natuurlijk een gevolg van het Concilie
FRANS:
Maar nee, dat heeft er niets mee te maken
JAN:
En nu zijn de hippies er ook al mee weg
JAN:
Met Jezus. Heb je dat nog niet door? Ze noemen zich Jesus-people of zoiets
FRANS:
O die... Dat zijn geen hippies, Jan
| |
Kamer 2:
Wwe K.:
Ze is weer aan het telefoneren met haar vrijer. Mij houdt ze niet voor de gek
(rinkelt weer met bel)
JAN:
Maar de processen komen in de mode. Hier, nog zoiets. Processen onthullen slachting Indianen.
FRANS:
Hoe is dat nu afgelopen? Ik heb er verleden week iets over gelezen
JAN:
Getuigen verklaarden dat personeelsleden van de ‘Rubiera Hacienda’ de Indianen naar de farm lokten door hen eten en drinken voor te schotelen en ze daarna met geweren, hakbijlen en messen afmaakten...
FRANS:
Ja, dat weet ik al
JAN:
De 8 beklaagden gaven de feiten onmiddellijk toe. Ze zegden niet te weten dat het doden van Indianen verkeerd was en verklaarden indianen te beschouwen als ongedierte. De jury kwam tot de conclusie dat de acht ‘te goeder trouw en uit onwetendheid hadden gehandeld’. Geef mij dan maar de duivensport!
| |
Kamer 2:
ALBERT
(hardop dromend):
Ik weet het niet meer. Ik heb er niets mee te maken... (Dora staat op, gaat zitten op het tapijt, vlakbij Albert. Ze drinkt weer)
| |
| |
FRANS:
En wanneer is dat gebeurd?
FRANS:
Dat is lang geleden. Laat de doden de doden maar begraven.
FRANS:
Er is niets wat de moeite waard is
JAN:
Het nieuws op T.V., dat is toch wat anders. Zo'n bombardement
FRANS:
Dat hebben wij toch ook meegemaakt?
JAN:
Als je het leest, dan stel je je er niets bij voor
JAN:
Zullen we een partijtje biljart spelen?
FRANS:
Een goed idee. Alfons zal er wel zijn, vanavond
(Jan en Frans af langs deur links)
| |
Kamer 3:
(de weduwe slaapt. De bel valt van de rolstoel, ze slaapt verder).
| |
Kamer 2:
ALBERT:
Ik kan het me niet herinneren... Maar ik heb haar niet aangeraakt. Ik heb er niets mee te maken. Jullie geloven mij niet; niemand gelooft mij!
DORA:
Albert! Albert!... Was het een nare droom? Ik hoorde je roepen
ALBERT:
Wat heb ik gezegd?
DORA
(gaat weer op divan zitten):
Niets bijzonders. Ik heb het gelezen, jouw boek. Dat verhoor van die sadist. Hij lijkt op jou, vind ik. Jij hebt ook zulke grote neusgaten, zo'n hoog voorhoofd. En nu droom jij ervan. Je maakt me bang.
(Albert neemt haar vast, legt haar op de divan neer)
| |
| |
DORA:
Het was een openhartig meisje. Ze wond er geen doekjes om, zei hij
(Albert streelt Dora)
ALBERT:
Hij had drie messen en een zakmes. Maar hij verloor zijn messen altijd
DORA:
Zoals jij. Jij raakt ook alles kwijt (hij rolt haar rok op)
...Wat doe je nu?
ALBERT:
Stil. Ik wil het hier. Op de vloer (tilt haar op, legt haar op het vloerkleed)
DORA:
Jij bent komisch... Jij bent... Je weet niet wat je wilt, hé?
(Dora lacht steeds harder. Hij laat haar los, staat op, loopt rond)
... Wat is er nu ineens?
ALBERT:
Jou kan het niet schelen. Of ik het doe of niet. En HOE. Als je maar warm en veilig in je huisje bent. Jou zouden ze met rust laten
(loopt naar de deur, rechts)
ALBERT:
Ik ga slapen. (Albert af. Dora blijft liggen. Dan richt ze zich op, neemt fles, drinkt. Ze kleedt zich langzaam uit, draagt ten slotte nog slechts een bustehouder en een slipje. Ze zet transistor aan. Dansmuziek. Dora beweegt heen en weer)
DORA:
Het is weer over, natuurlijk. En nu is hij kwaad. Kwaad op zichzelf, maar dat wil hij niet bekennen. Kwaad omdat ik z'n spelletje niet au sérieux neem (zet transistor af)
Hij wil het altijd anders. Dat komt van die boeken, van die sfeer. Als hij dan eens geen porno leest, dan zoiets. En hij weet zich te verontschuldigen: de ‘sleur’, daar spreekt hij altijd over. Hij denkt zeker dat ik het niet weet, niet voel, verdomme (drinkt) (Albert komt terug, deur blijft open) muziek op de achtergrond: walsen van Johan Strauss
ALBERT:
Zie dat nu eens aan. Ze drinkt zich op haar eentje zat.
DORA:
Ik ben geen ZE. Waarom kom je nu eigenlijk terug?
ALBERT:
Die radio van José speelt weer op volle toeren. Ze geven een feestje, geloof ik. En ik vroeg me af waar jij bleef (Dora staat op)
| |
| |
DORA:
Ja, ze vieren zijn verjaardag, José heeft het me verteld. Ze vroeg of wij ook niet kwamen. Ik heb een uitvlucht verzonnen
DORA:
Jij houdt toch niet van dat soort feestjes? Dat dacht ik toch. Hoe vaak heb je mij niet gezegd dat je niets met hen wou te maken hebben
ALBERT:
We zouden er naartoe kunnen gaan. Als jij zin hebt, tenminste
DORA:
(kleedt zich aan) Waarom niet? De avond is toch al naar de vaantjes. En dat komt allemaal door dat boek, dat rotboek
ALBERT:
Maak nu geen ruzie
DORA:
Jij bent overspannen, dat is waar. Je hebt het moeilijk
ALBERT:
Misschien zoek ik wel ander werk. Ik ben het kotsbeu, op dat bureau. (Dora loopt naar de deur, gevolgd door Albert. Deur blijft open.)
Walsmuziek bereikt hoogtepunt
| |
Kamer 3:
Wwe K.:
Alfred! Alfred!
Ik ben hier, Alfred! (tijdens haar droom brengt ze zelf haar rolstoel in beweging, verplaatst ze zich op het podium. Men hoort de stem van Dora achter de schermen)
STEM VAN DORA:
Ik heb er genoeg van! Ik heb er genoeg van! (gerinkel, lawaai)
Wwe K.:
Alfred! Zie je mij dan niet? (de weduwe komt nu vooraan, haar rug naar het gordijn toegekeerd. De kranteman komt tevoorschijn achter het gordijn: een soort vogelverschrikker van krantepapier. Hij loopt naar de weduwe toe, buigt zich over haar:)
KRANTEMAN:
De informatie is niet volledig, Mevrouw (hij brengt haar rolstoel terug naar de plaats naast de theetafel)
Wwe K:
Er was nog iets! Er was nog iets! Ik kan het zelf niet lezen, dat vind ik zo erg. Marie
| |
| |
KRANTEMAN:
Uw aandelen houden hun koers. Ze blijven standvastig (kranteman af langs gordijn) (Muziek houdt op)
| |
Kamer 2:
(Dora komt terug, loopt naar divan, neemt Alberts boek, scheurt bladen. Hij kijkt toe.)
ALBERT:
Weet je wat jij bent? Een verwend kind.
Een verwende bakvis. Lees jij maar je doktersromannetjes. (Hij slaat deur dicht. Dora huilt, gaat zitten op divan.)
| |
Kamer 1:
(Jan en Frans komen terug, gaan zitten)
FRANS:
Wie had dat nu verwacht. Zo'n brave vent, die Jozef
JAN:
Ik kan het nog steeds niet geloven
FRANS:
Het café zal nu wel een paar dagen gesloten blijven
| |
Kamer 3:
Wwe. K.:
Marie! Marie! Waar blijft ze nu?
JAN:
Eigenlijk, als je er goed over nadenkt, dan is het niet zó verrassend. Jeanne was altijd al een hete teef
FRANS:
En Jef zo'n impulsieve. Hij is gauw op z'n teen getrapt. En dat voor een cafébaas!
| |
Kamer 2:
(men hoort het gerinkel van een telefoon.)
JAN:
Zouden ze dat een moord uit jaloersheid noemen?
JAN:
Die loodgieter uit Westmalle heeft 6 jaar gekregen
FRANS:
We weten er nog niet het fijne van af. Morgen staat het in de krant
| |
| |
JAN:
Jij met je krant. Ze zullen zeker niet schrijven dat Jeanne nooit genoeg had in bed
FRANS:
Wat heeft dat er mee te maken
JAN:
Dat is volgens mij de reden waarom zij Jef bedroog
JAN:
Hij kon het niet verdragen. Toch niet in z'n eigen huis
JAN:
Wat denk jij dan dat de reden was? (telefoongerinkel houdt aan)
FRANS:
Die vreemdeling natuurlijk. Dat zat er iedere avond. En maar loeren naar Jeanne
JAN:
De andere mannen, die loerden ook naar haar
FRANS:
Maar ze deden het niet, ze durfden niet
JAN:
Wat weet jij daarvan af?
FRANS:
Meer dan je denkt (Jan neemt de krant, Frans neemt tenslotte ook zijn krant)
| |
Kamer 2:
DORA:
Daar staat hij nu, in die telefooncel om de hoek. Hij denkt zeker dat ik het spijtig vind?
(Ze staat op, loopt naar de deur)
| |
Kamer 3:
(Marie komt op met theeservies, zet alles neer op tafeltje)
Wwe K.:
Ik heb aanhoudend gebeld, zeker vijf keer. En je hoorde het niet, wat voerde je dan uit?
MARIE:
Ik heb Freddy opgebeld
MARIE:
Hij komt morgenvroeg.
Hij zei dat U zich geen zorgen hoefde te maken. Ze houden hun koers
Wwe K.:
Ik had zo'n droeve droom. Ik droomde van Alfred
Wwe K.:
Die diplomaat, mijn eerste liefde
MARIE:
O ja, die met zijn paard
| |
| |
Wwe K.:
Hij was in een vogelverschrikker veranderd.
Een vogelverschrikker van krantepapier
MARIE:
Nu wordt ze helemaal kinds, had ik het niet gedacht
MARIE:
Of ik uw thee mag inschenken?
Wwe K.:
Nee. Ik hoef geen thee meer. Breng mij naar mijn kamer. (Marie en Wwe af, langs gordijn)
JAN:
Zie je wel! Ik zei toch dat hij zes jaar gekregen had
JAN:
Dat was ook een passionele moord,
FRANS:
Ik ben er zeker van dat het een ongeluk was. Jef is niet in staat om iemand te vermoorden, dat geloof ik niet
JAN:
Hij kon zich misschien niet meer beheersen
JAN:
Zoiets is dan een passionele moord
FRANS:
Zwijg er nu maar over. Wie zegt dat Jeanne dood is? Ze is misschien alleen maar gewond, wie weet
JAN:
Er moet toch iets van waar zijn. Zoiets vinden ze toch niet uit
FRANS:
Daarom is Jef nog geen moordenaar! Of vind jij soms van wel?
JAN:
Weet je wat ik raar vind? Nu hebben we de hele avond naar een onderwerp gezocht, om over te discussiëren. En nu we horen dat Jef z'n wijf vermoord heeft, hebben we bijna ruzie
FRANS:
Ja, zo is het leven nu eenmaal. Maar we moeten die T.V. laten repareren. Dan hebben we tenminste nog wat ontspanning...
|
|