De vrolyke schoorsteenveeger
(1791)–Anoniem Vrolyke schoorsteenveeger, De– AuteursrechtvrijZingende onder het vegen, de allernieuwste liederen, die hedendaegs gezongen worden
[pagina 23]
| |
Op de Wys: Een Schoon Kind, enzI.
Een meysie van ruym achtien Jaaren,
Wilde van haar Moeder af,
Die haar al te streng bewaarde,
Doch ontliep haar met een draf,
Haal op; laat neer, loop voort:
Laat vry dit meysie loopen,
Ach arme Naa, waar vlucht gy heen?
Of neemt gy Jantje met u mee,
Men loopt rontom, dan hier, dan daar,
Dan is dat meysie kant, en klaar.
2.
Een minnaar van ruym dezelfde Jaaren
Waar toe haar Moeder was gezind,
Om met haar in den Echt te paaren,
Maar het was van haar geen Vrind?
Haal op, laat neer, loop voort;
Laat vry dit meysie loopen,
Ach arme Naa, waar vlucht gy heen?
Of neemt gy uw Jantje mee,
Zy loope rondom, alhier, aldaar,
Zoo raakt dit meysie met Jantje klaar.
3.
Al in de Kermistyd wild weeten,
Ging zy met een ander uyt,
Die haar ook zoo teer beminde,
| |
[pagina 24]
| |
En verkoor haar tot zyn Bruyd,
Haal op, laat neer, loop voort,
Laat vry dit meysie loopen,
Ach arme Naa, waar loopt gy heen?
Of neemt gy nu een ander mee,
Men zoekt rontom, alhier, aldaar;
Naatje is nu met een ander klaar.
4.
Na een korte tyd wild weeten,
Dat zy hem zoo had verleyd,
Heeft zy door haar minnestreeken,
Hem een andere Klucht bereyd,
Haal op, laat neer, loop voort,
Laat vry deez’ zotten loopen:
Ach arme meyd, o wat een spyt?
Dat gy my zo hebt verleyd;
Nu loop rondom, alhier, aldaar;
Want uwe Klucht die is nu klaar.
5.
Om hem voor gek te houden,
Was zy van herten toe gezind,
Want zy daar wel veel van houden,
Maar wierd toch van hem bemind,
Haal op, laat neer, werk voort,
Laat vry haar eens vermaaken;
Ach arme meyd, het doet my leed,
Dat gy myn alzoo vergeet,
Nu loopt rondom, alhier, aldaar,
Want hy is nu met een ander klaar.
6.
Ik zal tot besluyt nu zingen,
Wijl gy nu dog bent de Bruid,
Komt te zaam, gy lievelingen,
| |
[pagina 25]
| |
Zingt dit Liedje overluyt,
Haal op, laat neer, werk voort,
Laat vry de schyven klinke,
Ach lieve meyd, het is nu tyd,
Dat ik nu eens gaat drinken;
Nu loop rontom, alhier, aldaar?
Want het Huuwlyk is nu klaar.
|
|