De vrolyke muzikant

De turfdrager

Stem: Een lief kind van 15 jaaren.

'k Heb al lang reeds turf gedraagen,

'k Drink ook wel eens met een vriend

Nooit toch heb ik het durven waagen,
Meer te drinken dan my diend.
Strijk af, hijs op, stijk af, werk voort,
Wil vlug de manden leegen,
Wat valt dat dragen, hysen zwaar,

[p. 62]

 

In sulke heete daagen; maar

 

Men agt het niet, ô wat verdriet,

 

Wijl men ons wel eens dronken siet.

 

Men agt het niet, ô wat verdriet.

 

Enkelen komen reeds beschonken

 

Aan de markt, voor den dag,

 

Worden eindelyk vreeslijk dronken,

 

Breeken glaasen slag op slag,

 

Strijk af, hijs op, strijk af, werk voort,

 

Wil vlug de manden leegen,

 

Terwijl sy hoog aan het venster staan,

 

In groot gevaar om neer te slaan;

 

Men acht het niet, ô wat verdriet,

 

Wijl men hen weinig nuchteren siet.            bis.

 

Maar de brave nugtere lieden

 

Onder ons, sijn wel geacht;

 

Want daar sy de kroegen vlieden,

 

Word hun plicht te meer betragt,

 

Strijk af, hijs op, strijk af, werk voort,

 

Wil vlug de maanden leegen,

 

Men acht het niet, ô wat verdriet,

 

Wijl men hun weinig nuchteren siet,

 

Dan mag, als het werk eerst is gedaan,

 

'Er wel een kleine slok op staan.            bis.