De vrolyke Nederlander
(na 1813)–Anoniem Vrolyke Nederlander, De– AuteursrechtvrijStem: Myn lieve Annaatje.1.
Op, op, Neêrland Zoonen!
Nu is het recht tyd,
Nu kunt gy eerst toonen;
Voor wie dat gy zyt;
Stryd nu voor Oranje,
Dat ‘s Vaderlandsch moed.
Op, op, dan verbanje,
Dat Fransche gebroed,
Te wapen nu Helden!
Gord u tot den stryd:
| |
[pagina 10]
| |
Nu kunt gy eerst toonen;
Voor wie dat gy zyt.
2.
Toont u Batavieren!
En volgt hun spoor,
De Vaandels die zwieren,
De brave gaan voor;
Laat heldenmoed blyken,
Het Fransche gespuis,
Moet eenmaal bezwyken;
Dan keert gy naar huis:
Dan vind gy, wat glorie!
Waar dat gy ook zyt,
Oranjes victorie,
En ‘s Lands veiligheid.
3.
‘t Is niet voor de Keizer;
Geen dwingelands juk,
Noch harder als yzer,
Knaagt aan uw geluk:
Men voert u niet heenen,
Door Moordzucht geleid;
Neen, dat is verdweenen;
Dus toond u bereid,
Het Land roept te wapen;
Uw eigen geluk,
Welaan jonge knapen,
Verbryzeld het juk.
4.
Oranje! – de zegen;
De roem van ons Land,
Van God ons verkreegen;
Reikt u weer de hand,
Gy ziet u beloonen,
Uw Vaderland vry,
Met laauwers u kroonen,
En zult weder bly;
Gelyk als voor dezen;
| |
[pagina 11]
| |
Nu Willem gebied,
Geen dwangzucht meer vreezen,
Die eeuwig ontvlied.
5.
Welaan! brave Moeder,
Spreekt moed in uw Zoon!
Wie werd niet verwoeder,
Denkt hy om de hoon;
Om ‘t Moorden en ‘t Rooven,
Door ‘t Plundenaars rot;
De wraak komt van boven,
‘t Is Nederlands God;
Die met u zal stryden,
Waar dat gy ook gaat;
Uw zichtbaar geleiden;
Uw Vyand verslaat.
6.
Welaan, brave Vrouwen!
Zoud ge immer uw Man,
‘t Vaderland onthouwen,
Neen dat gaat niet an;
Hy stryd voor uw leeven,
Uw goed, en uw kroost;
En dit moet u geven,
Een dubbelde troost,
Wekt hem dan ter stryden;
En eenmaal ziet gy,
Heel Holland bevryden;
Van Fransch Tiranny.
7.
Op, op Neêrlands Zoonen!
Het Vaderland spreekt,
Kom wil dus nu tonen,
Wat moed in uw steekt;
Oranje moet leven!
Ten zegen van ‘t Land,
De Franschen verdreeven;
Zoo bind men de band,
| |
[pagina 12]
| |
Der eendracht, recht zamen,
Zoo komt Hollands bloey;
Die de Franschen ontnamen,
Eens weêr tot haar groey.
|
|